Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.[B] ,
[C],
[D],
1.De procedure
2.Waar gaat de zaak over?
3.De feiten
4.Het geschil in conventie en in reconventie
5.De beoordeling in conventie
Ten aanzien van de bevoegdheid
De jaarlijkse kosten voor een 'ACTIEF' dossier bedragen voor 2022 minimaal € 50.000 en dienen gedekt te zijn om een dossier maximale exposure te bieden. Dit omvat in principe actieve wekelijkse content-generatie in de vorm van geschreven berichten, columns, beeld- en audio interviews op locatie. Bij een 'ACTIEF' dossier kan een 60-minuten durend YouTube programma onderdeel worden van de exposure en kan dit via YouTube of een andere free-to-air platform worden uitgezonden. Daarna krijgt het dossier de status 'LIVE'.” (zie bijvoorbeeld onrecht.nl/contact/dossierkosten). Volgens [A] is deze omschrijving precies wat er vanaf 23 mei 2022 gaande is: (1) er is extra redactionele aandacht voor het dossier [D] , (2) er worden dagelijks artikelen en columns geschreven over [A] in dit dossier, (3) [B] lanceert een aparte website (grootschandaal.nl) om extra aandacht te genereren, (4) [B] is met zijn cameraman op locatie gekomen bij de zitting van 8 juni 2022 om video- en audiobeelden op te nemen en (5) [B] kondigt op zijn website een YouTube documentaire over deze kwestie aan. Verder wijst [A] erop dat [B] [D] en [C] op zijn websites steeds de hemel in prijst, terwijl zij door [B] consequent zwart wordt gemaakt. Bovendien refereert [B] in een kort tijdsbestek van tien dagen (10 t/m 19 juni 2022) aan het FIOD-pv en het rapport van Lumen Lawyers en citeert hij daaruit, en verwijst [B] ook naar de camerabeelden van de garage van [C] ; drie bronnen van informatie die alleen alle drie bij [D] en [C] aanwezig zijn, aldus [A] . Volgens [A] berusten deze omstandigheden niet op pure toevalligheden maar kan daaruit, in onderlinge samenhang bezien, geen andere conclusie worden getrokken dan dat [B] als publicist door [D] en [C] is ingeschakeld en geïnstrueerd. [D] en [C] hebben dit onvoldoende gemotiveerd betwist.
€ 2.631,00
[C] beschuldigt [A] van het uitvoeren van een moordaanslag door een deurwaarder en zijn assistent de opdracht te geven om software in de auto van [C] te installeren waardoor haar handrem zou zijn gemanipuleerd.” Volgens [C] schaadt [A] met deze beschuldiging evident haar belangen waardoor [A] tegenover haar onrechtmatig handelt. [C] betwist dat zij ooit de term “moordaanslag” of woorden van gelijke strekking heeft gebruikt.