Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , te [wooonplaats] , eiser,
Procesverloop
14 januari 2019 in aanmerking te brengen voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA).
Overwegingen
1 november 2012 een WIA-uitkering toegekend in de vorm van een vervolguitkering, naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 55 tot 65%. Dit besluit is gebaseerd op een Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 27 november 2012, bij FML van 18 december 2013 gecorrigeerd op de onderdelen 5.7, gebogen en/of getordeerd actief zijn en 4.9, frequent reiken tijdens het werk. In deze FML zijn niet alleen fysieke beperkingen voor eiser opgenomen, maar ook een aantal beperkingen ten aanzien van het persoonlijk en sociaal functioneren van eiser. In een rapport van 26 juni 2013 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep vermeld dat eiser in 1995 in de psychiatrie was opgenomen en na een verkeersongeval in 2004 PTSS heeft ontwikkeld en dat na een WIA-beoordeling in 2006 de WIA-uitkering van eiser is ingetrokken.
Het betreft alleen fysieke beperkingen en minder beperkingen dan in de FML van 18 december 2013. Met die beperkingen kan eiser volgens verweerder in passende functies nog een zodanig loon verdienen dat zijn mate van arbeidsongeschiktheid 17,77% is.
Bij besluit van 20 november 2017 heeft verweerder beslist dat eiser per 9 november 2017 meer arbeidsgeschikt is dan voorheen en dat eiser vanaf 21 januari 2018 geen WIA-uitkering meer krijgt, omdat zijn arbeidsongeschiktheid minder bedraagt dan 35%.
15 mei 2019 de bezwaren van eiser tegen deze besluiten ongegrond verklaard.
18 december 2013. Verweerder heeft er op gewezen dat de beoordeling wordt bemoeilijkt door het verloop van de besluiten, waardoor bijvoorbeeld aan de beëindiging van de WIA- uitkering per 24 november 2016 geen FML ten grondslag lag en eiser op grond van de FML van 2 november 2017 geen recht op uitkering meer had. Daarom zijn de genoemde keuzes gemaakt. Verweerder heeft er voorts op gewezen dat geen arbeidskundig onderzoek heeft plaats gehad, omdat geen sprake is van toegenomen beperkingen en heeft gewezen op de uitspraak van de CRvB van 16 september 2016 (ECLI:NL:CRVB:2016:3454).
Het bestreden besluit 2 komt in de plaats van het bestreden besluit 1. Op grond van artikel 6:19 van de Awb wordt het bestreden besluit 2 mede in de beoordeling betrokken.
15 januari 2019 gedeeltelijk arbeidsongeschikt was. Daartoe diende verweerder een verzekeringsgeneeskundig en arbeidsdeskundig onderzoek in te stellen en op basis van een FML te beoordelen of eiser gedeeltelijk arbeidsongeschikt was in de zin van artikel 57 WIA. Daarbij diende verweerder zowel de psychische als de fysieke beperkingen van eiser te beoordelen.
Beslissing
mr. H.J. Knol, griffier, op