3.2.Tijdens het getuigenverhoor van 2 juni 2020 zijn van de zijde van de door [eiser] opgeroepen getuigen onder meer de volgende verklaringen afgelegd:
[gedaagde]
De zaken met [eiser] gingen als volgt: ik ging naar zijn kantoor en dan kreeg ik de stenen. Ik kreeg dan een bon of een verzamelbon. Op de verzamelbon werden meerdere stenen genoteerd die ik kreeg door [eiser] . De bonnen zagen er altijd verschillend uit.
De witgouden tennisarmband, de 3.02 karaats diamant in een witgouden ring, 1,52 karaats diamant briljant geslepen en de 1.79 karaats diamant, daarvan heb ik de bonnetjes die zich in het dossier bevinden, niet ontvangen. Ik herken deze niet. Ik kan me ook niet herinneren dat ik de genoemde goederen van [eiser] gekregen heb. Ik heb vijf van dat soort tennisarmbanden verkocht, maar dat was veel eerder dan de datum waarop de bonnetjes zien. Ik heb wel een 3 karaats ontvangen, maar ook in een veel eerder stadium. Volgens mij heb ik geen 3.02 karaats diamant ontvangen. Ik kreeg heel veel stenen van [eiser] in consignatie.
Na opgave van [eiser] heb ik een 3 karaats diamant ontvangen, maar ik kan mij niet herinneren dat ik een 3.02 heb ontvangen.
[..]
Ik kan me niet herinneren dat ik na opgave van [eiser] een 1.52 karaats en een 1.79 karaats heb ontvangen.
Het kan wel zijn dat ik ooit goederen als hier genoemd van [eiser] heb ontvangen, maar dat is al ver voor 2017. De beschrijving die [eiser] geeft op die bonnen daar kunnen heel veel stenen onder vallen.
In een Whats app bericht heb ik wel een foto van een tennisarmband gezien. Ik heb die armband niet.
[..]
Op basis van de omschrijving van de witte tennisarmband die u mij geeft nu kan ik niet zeggen of die armband bijzonder is. Ik moet dan eerst de armband zien. De kenmerken die u geeft voor deze armband zijn niet gebruikelijk. Het is een slechte omschrijving. De kleur van de stenen en de kwaliteit van de stenen staan hier allemaal niet bij. De armband is niet bijzonder, die kom je vaker tegen.
De 3.02 karaat diamant: ook hierover kan ik niets zeggen. Ik moet de steen eerst zien om over de steen te oordelen. De 3.02 karaat diamant in ring is voor mij niet heel bijzonder. Dit is voor mij dagelijkse kost.
Ook over de 1.52 en de 1.79 karaat diamant kan ik niets zeggen.
Ik heb stukken gelezen voor de zitting van vandaag. Ik heb hierover met mijn man gesproken.
Bij de stukken zat ook een Whats app conversatie. Naar aanleiding daarvan kan ik niet zeggen of ik op 21 juni 2017 bij [eiser] ben geweest. Het kan zijn dat ik er toen geweest ben.
Er zijn inderdaad foto’s gestuurd. De foto die ik heb gestuurd aan [eiser] op 31 juli. Daarop is volgens mij een collier te zien, of een collier met een tennisarmband. Dit is een set.
Wat betreft de foto van 2 augustus kan ik zeggen dat ik die armband nooit heb gehad. Deze foto heeft [eiser] aan mij gestuurd. Ik hoor u zeggen dat de foto’s aan het proces-verbaal worden gehecht.
[..]
Productie 11, een handgeschreven notitie van 6 mei 2018. Dat is een lijst opgemaakt door mijn man betreffende hetgeen [eiser] telefonisch aan mijn man heeft doorgegeven om te inventariseren wat wij hadden. Ik heb tegen mijn man gezegd dat van die lijst niets klopt. De lijst heb ik meegenomen naar [eiser] en ik heb gezegd dat wij de goederen niet hebben. Mijn man was daarbij. Ik heb ook aangegeven dat de lijst niet klopte. Er klopt helemaal niets aan die lijst. Ik heb de lijst niet opgesteld.
De producten van productie 11 worden door mr. Oosterhagen aangegeven. De productnummers zeggen mij niets. De data in de tweede kolom, daarvan kan ik niet zeggen of ik op die data bij [eiser] langs ben geweest.
De derde kolom bevat de specificaties.
Er waren steeds meer problemen met [eiser] . Ik kan mij niets herinneren van het gesprek naar aanleiding van de lijst. Ik weet niet hoe dat gesprek verlopen is, misschien ben ik wel kwaad weggelopen, misschien ook niet. Mijn man was daarbij aanwezig. Mijn man rijdt mij altijd en voor mijn veiligheid gaat hij ook mee.
Ik hou geen boek bij over de producten die ik aan [eiser] geef. Ik geef de naam van de klant door aan [eiser] . In zijn administratie noteert hij de naam van de klant die de steen afneemt.
Ik hou mijn eigen voorraad wel bij, maar niet hetgeen ik van [eiser] in consignatie heb. Ik noteer als er een sieraad is verkocht wel de € 500,-- die ik van [eiser] daarvoor ontvang.
[..]
In Whats app berichten heb ik gereageerd op een vraag van [eiser] . Ik heb gezegd dat ik de 1.79 zou verkopen. Dat is echter niet de steen waar het hier om gaat. Ik heb vaker 1.79 karaat diamanten van [eiser] afgenomen.
[eiser]
De witgouden tennisarmband heb ik aan [gedaagde] gegeven. De afgiftedata weet ik door de bonnen en uit de Whats app gesprekken. Ik weet niet uit het hoofd op welke data de sieraden waar we het nu over hebben door mij zijn afgegeven aan [gedaagde] . Ik kan dit wel afleiden uit de bonnen en de Whats app gesprekken.
Ik weet dat er armbanden nodig waren. Eén van die armbanden is de tennisarmband. Die armband is niet teruggegeven omdat ik die niet heb gekregen. Dit leid ik ook uit de bonnen af. Uit de foto blijkt ook dat zij hem heeft. De foto met verschillende sieraden, daarop staan drie tennisarmbanden. De tennisarmband waar het om gaat ligt in het doosje. Ik heb hem met een blauw pijltje aangegeven op de foto. Het gewicht is een specifiek gewicht. Daar is niet zomaar een tweede van met hetzelfde gewicht van 19,8 gram.
[..]
Er zijn meer mensen die met consignatie werken. Als [gedaagde] een klant heeft voor een steen geef ik een steen mee. Dit ging altijd in goed vertrouwen. Ik zette het op een bonnetje. Er werd dan of een bedrag betaald of het sieraad werd teruggegeven. Als ik één artikel doorgeef op een verzamelbon zet ik daar een paraaf bij. Mijn paraaf is het bewijs dat betaald is of teruggegeven. Op een verzamelbon staan meerdere sieraden of diamanten. Ik moest een krabbel hebben van degene die van mij afneemt. Bij afgifte tekende [gedaagde] onder de goederen op het bonnetje. Als ze het teruggeeft of betaalt moet zij van mij een paraaf hebben. Dat is voor haar het bewijs dat het klaar is. Het kan zijn dat ik een artikel doorstreepte zonder mijn paraaf.
[..]
Meestal werd gevraagd om een bepaald soort diamant. Die stenen gaf ik dan af. Een aantal stenen waren best lang bij de [gedaagde] . Op een gegeven moment wilde ik die stenen terug. Ik heb gevraagd of ik stenen terug kon krijgen.
De tennisarmbanden waren altijd aan de lange kant, met name voor de polsen van de Chinese klanten. De Europese maten zijn langer.
De betreffende tennisarmband daarvoor was een specifieke vraag. Ten opzichte van de andere sieraden is de tennisarmband met die maat en dat gewicht bijzonder.
De diamant in ring is niet heel specifiek. In Nederland hebben alleen de allergrootste diamantairs een steen van 3.02 karaat liggen. De 1.52 is niet zo specifiek. De 1.79 is wel specifiek. Deze heeft een specifiek gewicht. De steen is voor elke diamantair zeer goed te beoordelen of het die steen is door gewicht, kleur, maat en zuiverheid. Een diamantair kan bij alle stenen beoordelen of het de steen is die het moet zijn door gewicht, kleur, maat en zuiverheid.
[..]
Ik heb ongeveer anderhalf jaar per Whats app gevraagd of [gedaagde] met alle stenen op kantoor wilde komen. Dan kon ik noteren wat zij had. De bonnetjes zijn mijn administratie. Op de officiëlere bonnen staat dat op het moment dat de goederen teruggevraagd worden terug moeten komen. Op zeker moment, volgens mij in 2018, vroeg ik om met alle spullen langs te komen. Ik wilde een lijst maken. Zij zou dan terugkrijgen wat zij nog wilde en de rest teruggeven. Ik had dan de administratie op orde en wij zouden een verse start maken.
[getuige 2] zei dat ik gewoon mijn goederen terug moest vragen. [gedaagde] kwam nog wel, maar had nooit de goederen bij zich.
Ik heb [getuige 1] gebeld en gevraagd een lijst te maken van de goederen die [gedaagde] nog had liggen. Dat heeft hij gedaan. Dat is productie 11 bij dagvaarding. Er stond ook op dat een product was geruild in Joure.
Op een bonnetje van 28 september 2017, de afgiftedatum is 29 november 2017 van de 2.50 karaat. De vraagprijs is € 14.000,--. Er staat iets handgeschrevens onder van [gedaagde] . Op de uitdraai van [getuige 1] staat € 15.000,--. Zij hebben zelf twee producten doorgestreept. Dat heb ik niet gedaan. Er staat ook geen paraaf bij. Er is gebruik gemaakt van de bovenkant van mijn bonnetje. Op één bonnetje staat een paraaf van haar en een paraaf van mij.
[..]
De tennisarmband is heel specifiek qua gewicht en uiterlijk. Op basis van het bonnetje kun je zien tennisarmband 14 karaat, 39 stenen en 98.92. Dat is een extreem specifiek karaatgewicht. Daar is geen tweede van. Voor een tennisarmband zijn de stenen groot. Het is een grotere duurdere tennisarmband.
[getuige 2]
Ik weet dat [gedaagde] meerdere sieraden en diamanten van [eiser] in commissie heeft gehad. Ik weet van een armband die aan de omschrijving voldoet. Ik weet dat een tennisarmband op een bepaald moment bij haar in commissie was. Ik ken het type tennisarmband. De armband met die maat stenen en die omschrijving was bij hen. Ik weet hoe de armband er uit ziet. Witgoud en blokvormige chattons met briljant geslepen diamanten, een kliksluiting en een sluiting met een achtvormige extra veiligheidssluiting.
Ik dacht dat ik de armband zou kunnen verkopen.
[eiser] nam regelmatig een aantal zaken door die bij [gedaagde] lagen. Ik herinner mij dat [eiser] vertelde dat [gedaagde] die armband had.
Over de 3.02 geslepen diamant in een witgouden ring weet ik niets. Ik weet niet of die is overgedragen. De lijsten zijn op een later moment doorgenomen en ik weet dat die steen op de lijst stond.
Voor wat betreft de 1.52 en de 1.79 karaats diamanten geldt hetzelfde als voor de 3.02.
Ik weet niet wie de handgeschreven lijst heeft opgesteld maar deze is niet door [eiser] zelf opgesteld. Deze is een keer meegenomen door [getuige 1] of door [gedaagde] en door hen besproken met [eiser] . Volgens mij was dit op 6 mei 2018 maar zeker weet ik het niet. Ik weet zeker dat het niet 2017 was omdat er andere data opstonden uit 2018.
Ik was op kantoor toen de lijst is doorgenomen door [eiser] met [gedaagde] . Ik was niet aanwezig bij de bespreking over die lijst.
De lijst was een inventarisatie van welke diamanten en sieraden [gedaagde] op dat moment had. Het is een lijst met data, de omschrijving van de diamant en een prijs. Op een later tijdstip heb ik die lijst met [eiser] ook doorgenomen. Hij zei toen dat de lijst van [gedaagde] en [getuige 1] was. Ik weet dat zij de lijst hebben meegenomen.
[..]
Ik weet dat er op een gegeven moment een conflict was over de kwaliteit. Precies weet ik dat niet. In eerste instantie was er een periode dat [eiser] probeerde [gedaagde] met alle spullen op kantoor te laten komen. Dat lukte steeds niet. Toen kwam er een ander conflict over klachten van [gedaagde] over de kwaliteit van de spullen. Het contact werd minder en er werd niet meer gereageerd op de vraag om de spullen terug te geven. [eiser] maakte zich zorgen dat de spullen niet terug zouden komen. Ik maakte mij daar ook zorgen over. [eiser] heeft één keer gebeld om de goederen terug te vragen. In dit gesprek werd door [gedaagde] gezegd dat helemaal niets teruggegeven zou worden. Ik heb dat gesprek gehoord. Ik heb tegen [eiser] gezegd dat hij moest zorgen dat hij de goederen terug zou krijgen. Dit heb ik hem ook via Whats app geadviseerd.
Wij wilden inventariseren om te zien welke goederen nog aanwezig waren om te controleren of niet sommige goederen al waren verkocht waarvan werd gezegd dat ze die nog onder zich hadden.
Als iemand een sieraad of steen wil afnemen moet diegene een referentie hebben om het betreffende product mee te krijgen. Er wordt een prijs afgesproken, een bon opgesteld en deze wordt door de klant getekend. We vragen vaak een krabbel en dat is genoeg. Als diegene het sieraad heeft verkocht, wordt er afgerekend en wordt de bon meestal verscheurd. Als het bijvoorbeeld één steen is en er is betaald wordt meestal de bon verscheurd. Als er meer goederen op de bon staan wordt de betreffende steen doorgestreept. Meestal doet [eiser] dat. Soms doe ik het. Doorstrepen is soms met paraaf, niet altijd.
[..]
Ik ben sinds 2010 in dienst bij [eiser] . In het begin werkte ik op 0-uren basis, vanaf 2015 fulltime.
Mijn werkzaamheden bestaan uit mijn eigen afdeling verkoop. Voor [eiser] ben ik voor alle mogelijke werkzaamheden zijn assistent.