Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.3. De vordering en het verweer
4.De beoordeling
Het enkele feit dat er een mogelijkheid bestaat dat de jurisprudentie zich op enig moment in de toekomst in een voor Afnemer gunstiger zin zal kunnen ontwikkelen, betekent niet dat thans niet zou kunnen of mogen worden beslist over de aanspraken van Afnemer. De door Afnemer genoemde geschilpunten waarop nog een oordeel van de Hoge Raad wordt verwacht zijn, voor zover de Hoge Raad daarover niet reeds heeft beslist in bovengenoemde arresten, niet van dien aard dat er aanleiding bestaat om alle zaken waarin zij voorkomen aan te houden, gelet op het belang van Dexia bij afwikkeling van de zaken, zoals hiervoor overwogen. Met de door de Hoge Raad eerder gegeven maatstaven staat in de onderhavige zaken immers vast dat Dexia een onrechtmatige daad heeft gepleegd, dat de daardoor veroorzaakte schade, waarvoor Dexia in beginsel aansprakelijk is, bestaat uit zowel de betaalde termijnen als de restschuld, en dat de eigen schuld als bedoeld in artikel 6:101 BW de verdeelsleutel geeft om die schade over partijen te verdelen. Dat de mogelijkheid van nieuwe ontwikkelingen in de jurisprudentie aanwezig is, vormt geen belemmering om op de voorgelegde geschilpunten te beslissen, nu die mogelijkheid ook op andere rechtsterreinen en in andere soorten zaken steeds aanwezig is. Ook is gesteld noch gebleken dat in de situatie van Afnemer sprake is van bemiddeling door Vero of van een situatie met een mogelijk als oneerlijk aan te merken boeteclausule, zodat eventuele ontwikkelingen op die onderwerpen niet in de weg staan aan de beoordeling van de situatie van Afnemer.
Afnemer werd op straat benaderd door een verkoper van A-Z Adviesgroep B.V. Er werd aan Afnemer gevraagd of zij interesse had om te sparen. Dit had Afnemer en daarom liet zij haar naam en telefoonnummer achter voor nadere informatie. Naar aanleiding hiervan werd Afnemer door adviseur [X] van A-Z Adviesgroep B.V (hierna: adviseur) thuis bezocht voor een adviesgesprek. Afnemer gaf aan dat zij wilde sparen als aanvulling op het pensioen. De adviseur vertelde dat het onderhavige product daar uitermate geschikt voor was. Afnemer zou maandelijks een bedrag sparen. De rente over het gespaarde bedrag kon per maand fluctueren maar uiteindelijk zou er na vijf jaar een mooi bedrag vrijvallen waarmee Afnemer de doelstelling kon verwezenlijken. Afnemer zat op dat moment in een moeilijke situatie. Zij was depressief, alcoholverslaafd en woonde bij Beschermd Wonen waarbij zij onder toezicht stond van het RIBW. Afnemer had totaal geen verstand van ingewikkelde financiële producten en vertrouwde daarom volledig op de in haar ogen deskundige adviseur. zij werd compleet misleid.
AEX Plus Effect’met een looptijd van 15 jaar, gedateerd op 3 mei 2001, waarop te lezen is:
Naam adviseur: [X] .
Afnemer stelt zich op het standpunt dat ten aanzien van de overeenkomst sprake was van een onaanvaardbaar zware financiële last bij het aangaan daarvan, zodat Dexia ten aanzien daarvan niet slechts gehouden is twee derde deel van de restschuld, maar tevens twee derde deel van de betaalde rente en betaalde aflossingen aan hem te vergoeden. Dit brengt volgens Afnemer met zich dat hij nog een vordering op Dexia te gelde kan maken.
5.De beslissing
6 april 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.