Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.De procedure
- het (tussen)vonnis van 26 mei 2021 waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de brief van Rederij Eureka van 15 oktober 2021 met productie 15 t/m 28;
- de mondelinge behandeling op 28 oktober 2021 waarvan de griffier zittingsaantekeningen heeft gemaakt;
- de spreekaantekeningen van Rederij Eureka;
- de spreekaantekeningen van de gemeente.
2.De feiten
Voor de goede orde bericht ik u dat het wat betreft de rederij gaat om een verzoek tot vergoeding van het door haar geleden nadeel (dus nadeelcompensatie). Rederij Eureka maakt hier dus nadrukkelijk aanspraak op en zal hier ook aanspraak op blijven maken.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Verjaring?
In uw brief van 15 augustus jl. geeft u aan dat het naar het oordeel van uw cliënte in dit dossier niet gaat om vergoeding van planschade, maar om nadeelcompensatie en, indien het zou gaan om het niet-nakomen van gedane toezeggingen, om schade als gevolg van onrechtmatig handelen door de raad. Ons college kan u ook hierin niet volgen.” Het beroep van de gemeente op verjaring faalt dus.
per situatie/boeking bekeken zal moeten worden hoe parkeren is op te lossen. Hierover kunt u afstemmen met de havenmeester. Nadrukkelijk geven wij hierbij aan dat de binnenhaven gratis is te gebruiken. Ook kunnen veel bussen hier gratis parkeren en is er voldoende ruimte beschikbaar. Daarnaast is in het weekend de volledige Welle af te sluiten op basis van een verkeersbesluit. In die situatie kunnen de bussen parkeren op de Welle zelf.” Rederij Eureka heeft onvoldoende feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit volgt dat deze parkeermogelijkheden voor haar bedrijfsvoering ontoereikend zijn. Daarbij betrekt de rechtbank dat de Afdeling als hoogste bestuursrechter al heeft geoordeeld dat het afzetten van passagiers op de locaties Lage Wellekade en Pothoofdkade en het parkeren van de touringcars op een verder weg gelegen locatie (op maximaal 10 minuten rij-afstand), niet onevenredig belemmerend is. Het is vaste rechtspraak dat, indien tegen een besluit van een bestuursorgaan een met voldoende waarborgen omklede bestuursrechtelijke rechtsgang heeft opengestaan, maar deze rechtsgang niet is gebruikt, de burgerlijke rechter, ingeval de geldigheid van het besluit in het voor hem gevoerde geding in geschil is, in beginsel van die geldigheid dient uit te gaan, behoudens indien de daaraan verbonden bezwaren door bijkomende omstandigheden zo klemmend worden dat op dat beginsel een uitzondering moet worden aanvaard. Hetzelfde geldt ingeval gebruik is gemaakt van een bestuursrechtelijke rechtsgang als vorenbedoeld, in welk geval de burgerlijke rechter van de geldigheid van het besluit dient uit te gaan, zolang het niet is vernietigd. Weliswaar heeft de Afdeling het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan “Ruimte voor de Rivier” deels vernietigd maar daarbij heeft de Afdeling voorts bepaald dat de rechtsgevolgen van dat besluit in zoverre geheel in stand blijven. Rederij Eureka heeft onvoldoende gesteld en onderbouwd dat sprake is van bijkomende omstandigheden in de hiervoor bedoelde zin. De door Rederij Eureka als productie 28 overgelegde foto is daarvoor in ieder geval onvoldoende. Hoewel de bus op een relatief druk verkeerspunt staat, blijkt uit deze foto bovendien niet dat het in- en uitstappen van passagiers gevaarlijke verkeerssituaties oplevert.
het college begrijpt dat u stelt nadeel te hebben ondervonden van de verplaatsing van de salonboten. Het bijbehorende schaderapport van Horatio is door ons bestudeerd. Zonder al te gedetailleerd op het rapport in te gaan is onze indruk dat er geen aandacht besteed lijkt aan de teruglopende conjunctuur. (…) Bij ons is daarmee een beeld ontstaan dat niet alle aspecten gewikt en gewogen zijn. Wij willen daarom een contra expertise laten uitvoeren.” Ook uit de brief van 20 juli 2017 (zie 2.11) blijkt dat partijen in die periode vooral hebben gesproken over de omvang van de schadevergoeding. Partijen konden op basis van de verschillende schadeberekeningen geen overeenstemming bereiken, waarna de gemeente eenzijdig heeft besloten dat de weg van de planschadeprocedure moet worden gevolgd. Dat partijen ver uit elkaar liggen over de omvang van de schade kan niet in de weg staan aan een beroep van Rederij Eureka op deze toezegging. Bovendien is de toezegging van de gemeente door de Afdeling bij zijn oordeel meegewogen.
5.De beslissing
5 januari 2022voor akte uitlating aan de zijde van Rederij Eureka, zoals bedoeld in rechtsoverweging 4.23, waarna de gemeente op de rol van
2 februari 2022een antwoordakte kan nemen;
dinsdag 10 mei 2022 om 13:30 uur;