Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
gemachtigde: [naam gemachtigde] ,
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Overwegingen
- Verweerder heeft ten onrechte een matiging aangebracht ten aanzien van de vergoeding voor het ingediende taxatierapport.
- Voor de vergoeding van een taxatierapport zijn forfaitaire tarieven opgesteld waarvan slechts in bijzondere gevallen kan worden afgeweken. Deze bedragen zijn vastgelegd in de Richtlijn van de belastingkamers van de Gerechtshoven (de Richtlijn).
- Het feit dat het om een bureautaxatie gaat, maakt niet dat verweerder enkel hierom een matiging van het forfaitaire tarief kan toepassen. Eiser verwijst naar de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 29 juni 2012, ECLI:NL:RBHAA:2012:BX2730, overweging 3.6.
- Eisen aan vormgeving en omvang van het rapport zijn niet te stellen (ECLI:NL:GHSHE:2017:3932).
- Verder heeft de HR in zijn arrest ECLI:NL:HR:2012:BY2770 beslist dat indien een deskundige een rapport aan een belanghebbende heeft uitgebracht die het standpunt van die belanghebbende over een geschilpunt ondersteunt, aan toekenning van een vergoeding voor de kosten van dat rapport niet de eis mag worden gesteld dat het een bijdrage heeft geleverd aan de beslissing over dat geschilpunt.
- Volgens artikel 7:15 van de Awb moet het opstellen van een rapport redelijk zijn en een bijdrage hebben geleverd aan de herroeping van het besluit. Hiervan is in het onderhavige geval sprake.
- Het door eiser overgelegde taxatierapport van [naam 6] bevat onvoldoende concrete informatie om de WOZ-waarde in de onderhavige zaak te heroverwegen. Het taxatierapport heeft negen pagina’s, waarvan zes pagina’s geen rapportage van een taxatie is, maar een voorpagina, een factuur, een juridisch betoog over waardebegrippen, waarderingsmethoden en de jurisprudentie daarover. Op de overige pagina’s staat slechts adresgegevens, verkoopgegevens en inhoud- en perceelgrootten vermeld van de onderhavige woning en de vergelijkbare woningen. Overige objectkenmerken en KOUDVL-factoren ontbreken.
- Het is onjuist om het rapport als een taxatierapport aan te merken (zie de uitspraken van het Hof Den Haag van 7 februari 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:499, en de Hoge Raad van 13 juli 2012 ECLI:NL:HR:2012:BX0904).
- Gelet op de uitspraak van het Tuchtcollege van de Stichting Nederlands Register Vastgoed Taxateurs (NRVT) van 14 januari 2021 kan het taxatierapport niet gekwalificeerd worden als een administratief rapport waarvoor op basis van de Beleidsregel proceskosten “Toepassing wegingsfactoren en taxatietarieven Wet waardering onroerende zaken 2017” proceskosten uitbetaald moeten worden. De vergoeding die door verweerder desondanks is betaald voor het taxatierapport is onverschuldigd betaald, zoals omschreven in art. 6:203 van het BW.
- Het rapport kan worden gezien als onderdeel van verleende rechtsbijstand. De kosten van een dergelijk rapport worden in dat geval geacht onderdeel te zijn van de forfaitaire vergoeding van de bezwaarkosten (zie de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 3 februari 2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:728).
Het juridisch kader
Uurtarief taxateur
3.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;