Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
1.Het onderzoek op de terechtzitting
2.De tenlastelegging
4.De bewijsoverwegingen
- een in de wettige vorm door [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, tevens buitengewoon opsporingsambtenaren, opgemaakt proces- verbaal met bijlagen d.d. 7 mei 2019 (met referentienummer 149716/115984/6016718/2);
- het proces-verbaal van de terechtzitting van 4 maart 2021, voor zover inhoudende de
5.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
6.De strafbaarheid van verdachte
7.De op te leggen straf of maatregel
8. De vordering tenuitvoerlegging
9.De toegepaste wettelijke voorschriften
10.De beslissing
taakstraf, bestaande uit het verrichten onbetaalde arbeid van
120 (honderdtwintig) uren;
vervangende hechteniszal worden toegepast voor de duur van
60 (zestig) dagen;
60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis,
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
proeftijd van 3 (drie) jarende navolgende voorwaarde niet is nagekomen:
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
gedeeltelijke tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de meervoudige economische strafkamer van de Rechtbank Overijssel van 25 juni 2018 met parketnummer 08/994520-16 voorwaardelijk opgelegde taakstraf voor de duur van