In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 10 maart 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van Enschede. Eiseres had een aanvraag ingediend voor bijstand op grond van de Participatiewet, welke door verweerder was afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op twijfels over de identiteit van eiseres, die voortkwamen uit een anonieme tip en een fotovergelijkingsonderzoek. Eiseres stelde dat verweerder niet bevoegd was om nader onderzoek te doen naar haar identiteit, aangezien zij een geldig paspoort en verblijfsdocument had overgelegd. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet aannemelijk had gemaakt dat er gerede twijfel bestond over de identiteit van eiseres en dat de afwijzing van de aanvraag onterecht was. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen, waarbij ook het betaalde griffierecht aan eiseres werd vergoed. De rechtbank concludeerde dat de zaak niet alleen om de nationaliteit van eiseres draaide, maar dat ook andere eisen voor de bijstandsverlening in acht moesten worden genomen.