Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
[gedaagde sub 3],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties;
- de producties van de zijde van Novalock c.s.;
- de mondelinge behandeling op 15 juli 2020, alwaar zijn verschenen:
[gedaagde sub 2] , bijgestaan door mr. Bleker;
2.Waarvan kan worden uitgegaan
[gedaagde sub 2] is enig aandeelhouder en bestuurder van Novalock. [gedaagde sub 3] is enig aandeelhouder en bestuurder van [gedaagde sub 2] .
28 augustus 2019 heeft de advocaat van Novalock op voornoemde brief gereageerd en onder meer meegedeeld dat Novalock na het verstekvonnis haar activiteiten heeft gestaakt, dat zij geen verhaal biedt voor de vordering van EFG en dat het voornemen bestaat om Novalock op korte termijn te ontbinden.
3.Het geschil
4.De beoordeling in kort geding
11 maart 2020 is verschenen bij de behandeling van het verzoekschrift strekkende tot faillietverklaring van Novalock.
niet-ontvankelijk te worden verklaard in haar vorderingen jegens deze partijen, aangezien artikel 843a Rv slechts kan worden ingeroepen met betrekking tot bescheiden die berusten onder de aangesproken partij of waarover die aangesproken partij kan beschikken.
Novalock c.s. betwisten dat EFG zodanige feiten en omstandigheden heeft gesteld en met voorhanden bewijsmateriaal heeft onderbouwd dat voldoende aannemelijk is dat sprake is van een vordering op [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] . De gestelde rechtsbetrekking tussen EFG en [gedaagde sub 2] en [gedaagde sub 3] is uitsluitend gebaseerd op speculaties en wordt niet met bewijzen gestaafd. Ten aanzien van de gestelde rechtsbetrekking tussen EFG en Novalock geldt dat EFG géén rechtmatig belang heeft op inzage in de gehele financiële handel en wandel van Novalock. Novalock heeft ruimschoots voldaan aan haar informatieverplichting jegens EFG, indien een dergelijke verplichting überhaupt op Novalock zou rusten. Daarbij geldt dat via de omweg van artikel 843a Rv niet tot een ruimere informatieverplichting kan worden gekomen dan de informatieverplichting die de regeling van artikel 475a Rv biedt voor dit specifieke geval.
artikel 475g Rv. Anders dan Novalock c.s. aanvoeren, kan niet worden aangenomen dat Novalock daarmee - in strijd met de strekking van artikel 475g lid 1 Rv - rekening en verantwoording aflegt betreffende haar financiële positie. Een groot deel van de gevorderde informatie is met het oog op het onder 4.4. genoemde doel ook proportioneel te noemen.
februari/maart 2020 het faillissement van Novalock heeft aangevraagd, maar dit verzoek is afgewezen, omdat tijdens de mondelinge behandeling van dat verzoek namens Novalock is meegedeeld dat alle schuldeisers, behoudens EFG, zijn voldaan (uit bestaande middelen), terwijl er op het moment van indiening sprake was van een onbetwiste vordering van EFG en daarnaast was er - naar zeggen van de advocaat van Novalock blijkens de overgelegde beschikking van 11 maart 2020 - sprake van in elk geval één steunvordering. Het is derhalve niet mogelijk om te bewerkstelligen dat een curator onderzoek doet naar de (financiële) gang van zaken in Novalock en de handelwijze van haar (middellijk) bestuurders en op die wijze een vergaande opening van (financiële) zaken te verkrijgen.
€ 83,38 aan explootkosten dagvaarding en € 2.500,-- aan salaris advocaat). De gevorderde nakosten en de wettelijke rente zullen ook worden toegewezen op de wijze zoals hierna wordt vermeld.
5.De beslissing
1 juli 2019, per 1 oktober 2019, per 1 januari 2020, per 1 april 2020 en per
1 juli 2020;
31 december 2019;
31 december 2018 en per 31 december 2019;
€ 25.000,--, te vermeerderen met een bedrag van € 5.000,-- voor elke dag, of een gedeelte van een dag, dat Novalock c.s. niet voldoen aan de hiervoor onder 5.1 en 5.2. uitgesproken hoofdelijke veroordelingen, totdat een maximum van € 300.000,-- is bereikt;