ECLI:NL:RBOVE:2020:2340

Rechtbank Overijssel

Datum uitspraak
13 juli 2020
Publicatiedatum
13 juli 2020
Zaaknummer
08-181039-19 en 08-760001-20 (ttz gev) (P)
Instantie
Rechtbank Overijssel
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor belaging, vernieling, huisvredebreuk en diefstal met gevangenisstraf en voorwaarden

Op 13 juli 2020 heeft de Rechtbank Overijssel een 30-jarige man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 5 jaar. De man werd schuldig bevonden aan belaging, vernieling, huisvredebreuk en diefstal. De rechtbank oordeelde dat de man zijn voormalig partner gedurende een lange periode heeft belaagd, haar deur heeft vernield, in haar woning is binnengedrongen en persoonlijke goederen heeft gestolen, waaronder een Aware-systeem. De ex-partner had dit systeem ter bescherming tegen de man, die haar herhaaldelijk lastigviel. De rechtbank legde naast de gevangenisstraf ook een contact- en locatieverbod op, om herhaling van de feiten te voorkomen. De rechtbank overwoog dat het gedrag van de man ernstige inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van de ex-partner. De rechtbank achtte de bewezenverklaring van de feiten op basis van de verklaringen van de aangeefster, getuigen en het bewijs uit het dossier.

Uitspraak

RECHTBANK OVERIJSSEL

Team Strafrecht
Meervoudige kamer
Zittingsplaats Almelo
Parketnummers: 08-181039-19 en 08-760001-20 (ttz gev) (P)
Datum vonnis: 13 juli 2020
Vonnis op tegenspraak in de zaak van de officier van justitie tegen:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum 1] 1990 in ' [geboorteplaats 1] ,
wonende aan de [adres 1] ,
nu verblijvende in P.I. Zwolle Zuid 1 te Zwolle

1.Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen van 6 april 2020 en 29 juni 2020.
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie
mr. J. Schouten en van hetgeen door verdachte en de raadsman mr. J. Michels, advocaat te Oldenzaal, naar voren is gebracht.

2.De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en zakelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Ten aanzien van parketnummer 08-181039-19:
feit 1: [slachtoffer] heeft gestalkt in de periode van 18 april 2019 tot en met
25 juli 2019;
feit 2:op 25 juli 2019 de deur van [slachtoffer] heeft vernield;
feit 3:op 5 juli 2019 een Awaresysteem (paniekknop) van [slachtoffer] heeft gestolen, subsidiair huisvredebreuk bij [slachtoffer] heeft gepleegd.
Ten aanzien van parketnummer 08-760001-20:
feit 1:op 1 januari 2020 (persoonlijke) goederen van [slachtoffer] heeft gestolen;
feit 2:[slachtoffer] heeft gestalkt in de periode van 27 juli 2019 tot en met
21 februari 2020.
Voluit luidt de tenlastelegging aan verdachte, dat:
Ten aanzien van parketnummer 08-181039-19:
1.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 april 2019 tot en met 25 juli 2019 te [plaats 1] , althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door één of meer malen, die [slachtoffer] op te bellen en/of via de telefoon berichten te sturen en/of naar de woning van die [slachtoffer] toe te gaan en/of langs die woning te rijden en/of voor de deur te staan, aan te bellen en/of op de deur te bonken en/of één of meer malen, althans eenmaal, boodschappen, eten, brandende kaarsen, ballonnen en/of kaartjes bij de deur van die woning neer te zetten of te plaatsen en/of één of meermalen, althans eenmaal, kaartjes, foto's en/of brieven in of door de brievenbus van die woning [slachtoffer] te gooien en/of een GPS-tracker onder de auto van die [slachtoffer] te plaatsen en/of één of meermalen, althans eenmaal die [slachtoffer] te volgen of te achtervolgen telkens met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
2.
hij op of omstreeks 25 juli 2019 in de gemeente Enschede opzettelijk en wederrechtelijk een deur, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan
een ander, te weten aan [slachtoffer] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
3.
hij op of omstreeks 05 juli 2019 in de gemeente Enschede in/uit een woning aan de [straat 1] een Aware systeem, in elk geval enig goed, dat
geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [stichting] en/of [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
ALTHANS, voor zover voor het vorenstaande onder 3 geen veroordeling mocht of
kunnen volgen, SUBSIDIAIR, terzake dat
hij op of omstreeks 05 juli 2019 in de gemeente Enschede in de woning aan de [straat 1] bij een ander, te weten bij [slachtoffer] , althans
bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen.
Ten aanzien van parketnummer 08-760001-20:
1.
hij op of omstreeks 01 januari 2020 in de gemeente Enschede in/uit een woning
aan de [straat 1] twee tassen gevuld met kleding, make-up, een
koffieautomaat, verzorgingsproducten, een I-pad, een paar schoenen en/of een Awaresysteem, in elk geval enige goederen, die geheel of ten dele aan een
ander toebehoorden, te weten aan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de
toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen
goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking
en/of inklimming;
2.
hij in of omstreeks de periode van 27 juli 2019 tot en met 21 februari 2020
in de gemeente Enschede, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te
weten die van [slachtoffer] , door één of meermalen bij die [slachtoffer]
aan de deur van haar woning te verschijnen, aan te bellen en/of haar
aan te spreken en/of tegen die deur aan te schoppen en/of op het balkon en/of
het dak van de woning te klimmen en/of door de brievenbus van die woning
ondermeer te roepen of te schreeuwen: " [slachtoffer] is dit wat je wil, is dit wat
je wil, de vakantie alles wat we hebben meegemaakt,is dat wat je wil in de
steek laten jezelf" en/of "He [slachtoffer] , ik wens je er veel sterkte mee met wat
je je eigen kind heb gedaan, zelf dood gemaakt, want ik wou er altijd voor jou
zijn, je bent alleen maar aan het liegen en bedriegen" en/of "Jij bent diegene
die hier fout zit, niet ik, als de politie naar mij komt, dan kom ik naar jou,
dat je dat weet", telkens met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets
te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De bewijsoverwegingen

Ten aanzien van parketnummer 08-181039-19:
feit 1:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het strandpunt gesteld dat het onder 1 ten laste gelegde bij parketnummer 08-181039-19 wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder 1 ten laste gelegde bij parketnummer 08-181039-19 dient te worden vrijgesproken vanwege het ontbreken van overtuigend bewijs. Het contact tussen verdachte en aangeefster past binnen de grillige relatie tussen hen waardoor er van stalking geen sprake kan zijn.
De beoordeling van de rechtbank
Wettelijk kader
Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van belaging als bedoeld in art. 285b, eerste lid, Sr van belang zijn verschillende factoren van belang: de aard, de duur, de frequentie en de intensiteit van de gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijk leven en de persoonlijke vrijheid van het slachtoffer (HR 29 juni 2004, ECLI:NL:HR:2004:AO5710; HR 4 november 2014, ECLI:NL:HR:2014:3095).
De overwegingen van de rechtbank
Aangeefster heeft de relatie met verdachte diverse keren verbroken. Zij heeft de relatie een aantal keren hervat uit angst dat verdachte haar familie iets zou aandoen. Op 18 april 2019 heeft zij de relatie met verdachte definitief verbroken. Aangeefster verklaart dat verdachte haar nadien veelvuldig heeft lastig gevallen. In de periode tussen 18 april en 27 juli 2019 is hij vele malen bij haar woning verschenen, door haar haar straat gereden, heeft hij zijn zussen naar haar woning gestuurd, waar hij vervolgens zelf ook verscheen, is hij haar meermalen achterna gereden en verschenen op allerlei locaties waar zij ook was. Op 26 juli 2019 heeft aangeefster ontdekt dat er een GPS-tracker onder haar auto zat. Ook heeft verdachte een maaltijd aan haar deur gehangen, foto’s door de brievenbus gegooid en bloemen, kaarten, ballonnen en kaarsjes voor de deur gelegd. Hij heeft een periode lang dagelijks contact met aangeefster gezocht door haar te bellen en aan de deur te verschijnen. Verdachte heeft ter terechtzitting erkend een maaltijd, boodschappen, een kaars, een kaart en bloemen voor de deur van aangeefster te hebben gezet. Ook heeft hij erkend dat hij wel eens op aangeefster heeft gewacht bij haar woning.
Getuige [getuige 1] verklaart dat zij rond 10 april 2019 een man twee uur op de stoep bij aangeefster heeft zien zitten en dat hij te kennen gaf de vriend van [slachtoffer] te zijn. Getuige [getuige 1] verklaart verder dat ze heeft gezien dat diezelfde man nadien meerdere keren voor de deur van aangeefster heeft gestaan en dat hij meerdere keren tegen de deur van aangeefster heeft gebonsd en getrapt. Op een nacht medio juli 2019 reed de man gedurende een uur tot anderhalf uur telkens weg bij de woning om vervolgens weer terug te keren. Tijdens de Ramadan stond de man elke dag (voor en na het eten) bij aangeefster aan de deur. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard wel eens op aangeefster te hebben gewacht bij haar woning. Ook heeft verdachte verklaard dat hij gedurende de Ramadan vaak bij aangeefster langskwam, omdat zij hem voor het eten zou hebben uitgenodigd. Daarnaast verklaren andere buurtbewoners soortgelijk, over een man die veelvuldig aan de deur van aangeefster kwam, dat ze hem door de straat hebben zien rijden of dat ze hem tegen de deur hebben zien bonken of trappen. Gelet op de verklaringen van aangeefster, getuigen en verdachte zelf stelt de rechtbank vast dat verdachte degene is die zich aan de genoemde gedragingen heeft schuldig gemaakt. Het dossier biedt geen aanknopingspunten voor de stelling dat de buurtbewoners over een andere man dan verdachte verklaren. De (veelal agressieve) wijze waarop verdachte volgens de voornoemde verklaringen contact zocht met aangeefster, weerspreekt het standpunt van verdachte dat hij op uitnodiging van aangeefster kwam.
Tevens acht de rechtbank bewezen dat verdachte een GPS-tracker onder de auto van aangeefster heeft geplaatst. Uit het proces-verbaal van aanhouding en het schriftelijk bescheid van 27 juli 2019 blijkt immers dat er berichten van een track-systeem zijn gevonden op de telefoon die verdachte onder zich had, op het moment dat hij door de politie werd aangehouden. Hij bevond zich op dat moment in een kleine ruimte tussen het plafond en de verdiepingsvloer. Uit de aangifte blijkt dat verdachte zich op allerlei locaties bevond waar aangeefster ook was. Voor zijn opmerkelijke aanwezigheid, telkens op die locaties juist op het moment dat aangeefster daar ook was, heeft hij geen aannemelijke verklaring gegeven. Verdachte heeft voor het eerst ter terechtzitting aangevoerd dat de telefoon waarop bedoelde berichten zijn aangetroffen van iemand anders was, maar heeft vervolgens geweigerd verdere (verifieerbare) informatie hierover te verschaffen. Gelet daarop en op de plaats waarop de telefoon is aangetroffen, gaat de rechtbank voorbij aan dat standpunt van verdachte.
De rechtbank stelt op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, zoals hiervoor is uiteengezet, vast dat verdachte in de ten laste gelegde periode veelvuldig contact met aangeefster heeft proberen zoeken. Voor de rechtbank is komen vast te staan dat verdachte aangeefster herhaaldelijk heeft lastig gevallen door het veelvuldig langs haar woning rijden, aan de deur verschijnen, goederen voor haar woning neer te zetten of door de brievenbus te gooien en haar te achtervolgen en dat hij een GPS-tracker onder haar auto heeft geplaatst. De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte aangeefster via de telefoon berichten heeft verstuurd, omdat in de aangifte hiervan geen melding wordt gedaan en het dossier hiervoor geen verdere aanknopingspunten geeft. Voorts is de rechtbank van oordeel dat aangeefster aan verdachte duidelijk te kennen heeft gegeven geen contact met hem te willen. De eventuele grilligheid van de voorafgaande relatie doet geen afbreuk aan de omstandigheid dat verdachte deze boodschap van aangeefster had moeten respecteren. Toch heeft verdachte door haar voortdurend te benaderen en te volgen, aangeefster opzettelijk gedwongen te dulden dat verdachte contact met haar zocht. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer van zijn voormalig partner [slachtoffer] en acht belaging van [slachtoffer] derhalve bewezen.
feit 2:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 2 ten laste gelegde bij parketnummer 08-181039-19 wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van onder 2 ten laste gelegde bij parketnummer 08-181039-19 dient te worden vrijgesproken vanwege het ontbreken van wettig bewijs. Er wordt immers niet voldaan aan de eisen van het bewijsminimum nu de aangifte het enige bewijsmiddel is.
De beoordeling van de rechtbank
Op 25 juli 2019 heeft aangeefster gezien dat verdachte voor haar deur stond, dat hij de camera van de deurbel bedekte en dat zij vervolgens hoorde dat verdachte één keer keihard tegen de onderkant van de deur schopte. De onderzijde van de deur was hierdoor ontzet en zij kon haar woning van binnenuit niet meer openen. Aangeefster heeft vervolgens de politie gebeld. In eerste instantie kreeg ook de politie de deur niet open. De verbalisant bevestigt in een opmerking onder het proces-verbaal van aangifte dat de deur ontzet was en dat de deur pas na porren en een aantal harde trappen kon worden geopend. Weliswaar staan de verklaringen van aangever en de verbalisant in één proces-verbaal, maar dat neemt niet weg dat dit proces-verbaal twee afzonderlijke verklaringen - van aangeefster en verbalisant - bevat die elkaar ondersteunen. De verbalisant heeft zijn bevindingen op ambtsbelofte opgemaakt en ondertekend. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de juistheid van de aangifte en hetgeen de verbalisant in de aangifte heeft opgemerkt.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte tegen de deur van aangeefster heeft geschopt waardoor de deur is beschadigd, vernield en onbruikbaar gemaakt.
feit 3:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 3 primair ten laste gelegde bij parketnummer 08-181039-19 wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van zowel het onder 3 primair als subsidiair ten laste gelegde bij parketnummer 08-181039-19 dient te worden vrijgesproken vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. De getuigenverklaring van [getuige 2] betreft een conceptverklaring, terwijl zij op een later moment te kennen geeft niets meer met de zaak te maken te willen hebben. Indien de rechtbank deze verklaring wil bezigen voor het bewijs, doet de raadsman het voorwaardelijke verzoek om [getuige 2] als getuige te horen bij de rechter-commissaris.
De beoordeling van de rechtbank
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte onder 3 primair is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken. De rechtbank overweegt hierover dat het dossier geen aanknopingspunten bevat dat verdachte op 5 juli 2019 de Awareknop van aangeefster heeft gestolen.
Ten aanzien van het onder 3 subsidiair ten laste gelegde overweegt de rechtbank als volgt. Op 5 juli 2019 is aangeefster met een vriendin, getuige [getuige 2] , ’s ochtends vroeg thuis gekomen en treffen zij verdachte in de woning aan, terwijl hij hiervoor geen toestemming had. Verdachte heeft tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 29 juni 2020 verklaard niet in het bezit te zijn van een sleutel van aangeefster haar woning. Getuige [getuige 2] verklaart eveneens dat zij verdachte op 5 juli 2019 in de woning van aangeefster zag en dat zij weet dat verdachte niet in die woning mag zijn. De rechtbank stelt vast dat de getuigenverklaring van [getuige 2] een conceptverklaring betreft, maar ook dat de verbalisant het proces-verbaal op ambtsbelofte heeft opgemaakt en ondertekend. De rechtbank heeft ook overigens geen reden om te twijfelen aan de juistheid van het proces-verbaal. Dat getuige [getuige 2] op een later moment te kennen geeft niets meer met de zaak te maken te willen hebben, doet hier niets aan af.
Voorwaardelijk verzoek
De rechtbank is van oordeel dat het voorwaardelijke verzoek van de raadsman tot het horen van getuige [getuige 2] moet worden afgewezen, omdat de noodzaak tot het horen van de getuige onvoldoende is onderbouwd.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend is bewezen dat verdachte de woning van aangeefster wederrechtelijk is binnengedrongen.
Ten aanzien van parketnummer 08-760001-20:
Feit 1:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen en dat er sprake is van inklimming.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte van ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Verdachte kan de diefstal niet zelf hebben gepleegd. De inbraak heeft tussen 05:00 uur en 07:30 uur plaatsgevonden. Uit camerabeelden blijkt dat verdachte om 05:00 uur in [horeca 1] in [plaats 1] was en om 05:06 uur [horeca 2] binnen liep, waar hij geruime tijd is gebleven. Daarnaast heeft verdachte met de telefoon van getuige [getuige 3] om 05:33 uur en om 07:37 uur contact met de meldkamer opgenomen, wat betekent dat verdachte en [getuige 3] de tussenliggende periode samen zijn geweest. Voorts is er onvoldoende wettig bewijs voor de bestanddelen braak en verbreking.
De beoordeling van de rechtbank
Op 1 januari 2020 zijn diverse goederen, waaronder een groot aantal (onder)kledingstukken, schoenen en verzorgingsartikelen, zoals make-upspullen uit de woning van aangeefster gestolen. Aangeefster heeft op 1 januari 2020 om 7:30 uur melding gemaakt bij de politie. Omdat ook de Awareknop van aangeefster was gestolen, heeft de politie de locatie van de Awareknop opgevraagd. Hieruit bleek dat de Awareknop zich op de volgende locaties bevond: omstreeks 09:34 uur op de [straat 2] , omstreeks 09:50 uur op de [straat 1] en omstreeks 11:30 uur en 12:08 uur op de [straat 2] te [plaats 1] . Laatstgenoemde locatie bevindt zich op ongeveer 300 meter van de woning van aangeefster. De politie heeft de woning aan de [straat 2] omstreeks 13:30 uur betreden en verdachte daar slapend op een bank aantroffen. Ook troffen zij in een slaapkamer twee grote tassen met daarin de van de diefstal bij aangeefster afkomstige goederen aan.
Verdachte heeft verklaard dat hij geen gelegenheid heeft gehad om de diefstal te plegen. Uit het proces-verbaal van bevindingen van 24 januari 2020 blijkt dat verdachte om 05:33 uur en 07:37 uur een melding bij de politie heeft gedaan omdat hij overlast zou ervaren van aangeefster. Verdachte heeft verklaard dat hij deze meldingen met de telefoon van [getuige 3] heeft gedaan. De rechtbank stelt vast dat de verklaring van verdachte niet overeenkomt met de verklaring van [getuige 3] , waar [getuige 3] verklaart dat verdachte één keer (na 05:00 uur) met zijn telefoon naar de politie heeft gebeld. Na het telefoontje heeft men nog een sigaret gerookt en verdachte met de auto bij een taxi afgezet. [getuige 3] was om 07:00 uur weer thuis. Uit het proces-verbaal blijkt niet dat door de politie is geverifieerd of het nummer waarmee tweemaal naar de politie is gebeld, daadwerkelijk bij [getuige 3] in gebruik was. De rechtbank overweegt dat zowel verdachte als [getuige 3] die avond alcohol hadden gedronken, waardoor wellicht op de betrouwbaarheid van de beide verklaringen valt af te dingen. Echter heeft [getuige 3] geen belang bij het afleggen van een verklaring met onjuiste informatie, waardoor de rechtbank meer gewicht aan de verklaring van [getuige 3] toekent. Bovendien heeft aangeefster al (kort) na 2:30 uur haar woning verlaten. Al met al concludeert de rechtbank dat de camerabeelden, het telefoongebruik en de verklaring van [getuige 3] allerminst uitsluiten dat verdachte ergens tussen het vertrek van aangeefster en haar thuiskomst in de gelegenheid is geweest de diefstal bij aangeefster te plegen.
De rechtbank is van oordeel dat vooropgesteld moet worden dat aan het enkele voorhanden hebben van gestolen goederen niet zonder meer de conclusie kan worden verbonden dat de betrokkene die goederen ook heeft gestolen. Voor de beoordeling van de betekenis die aan dat voorhanden hebben moet worden gehecht, zijn de feiten en omstandigheden van het geval van belang. Gelet op in casu het korte tijdsverloop tussen de diefstal van de goederen en de aanwezigheid van de gestolen goederen in de woning aan de [straat 2] te [plaats 1] en de aanwezigheid van verdachte in diezelfde woning, moet het ervoor worden gehouden dat het verdachte is die de goederen heeft gestolen, tenzij verdachte voor de aanwezigheid van die goederen onder hem een aannemelijke verklaring heeft (zie HR 19 januari 2010, ECLI:NL:HR:2010:BK2880).
Verdachte heeft ter zitting aangevoerd dat aangeefster en [betrokkene] een complot hebben bedacht, zodat verdachte vast zou komen te zitten. Eerder heeft verdachte verklaard dat [betrokkene] aangeefster niet kent. De hoofdbewoner van het pand, [betrokkene] , heeft verklaard dat de tassen in een kamer stonden waar hij nooit gebruik van maakt, waar hij al een maand niet is geweest en dat hij niet weet wie de tassen daar heeft neergezet. Ook heeft hij verklaard dat verdachte sinds enige weken bij hem verblijft en dat alleen hij en verdachte over een sleutel van de woning beschikken. De rechtbank acht de complottheorie van verdachte een volstrekt onaannemelijke verklaring voor het voorhanden hebben van de gestolen goederen. Niet alleen omdat de gestolen goederen in hoofdzaak zeer persoonlijke goederen van aangeefster, zoals haar Awareknop, ondergoed en een grote hoeveelheid bovenkleding betreffen en er geen aanwijzing is dat [betrokkene] en aangeefster elkaar kennen, maar ook omdat geen enkel belang van [betrokkene] bij een dergelijk complot of bij de diefstal van de Awareknop en andere eigendommen van aangeefster aannemelijk is geworden.
Voorts is de rechtbank van oordeel dat sprake is van inklimming in de woning van aangeefster omdat het zolderraam kapot was en aangeefster een paraplu op zolder aantrof die was omgevallen.
Gelet op het voorgaande, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte de diefstal van de goederen door middel van inklimming heeft gepleegd.
Feit 2:
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat verdachte van het ten laste gelegde dient te worden vrijgesproken vanwege het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Voorwaardelijk opzet ontbreekt omdat de contacten tussen verdachte en aangeefster binnen de dynamiek van de soms turbulente relatie passen en van stelselmatigheid geen sprake is gelet op de duur, intensiteit en frequentie van de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat een partiële vrijspraak dient te volgen omdat verdachte vanaf 1 januari 2020 in voorarrest zit en vanaf dat moment geen stalkingshandelingen heeft kunnen verrichten.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank verwijst voor het wettelijke kader naar hetgeen bij parketnummer 08-181039-19 onder feit 1 is overwogen.
Aangeefster heeft verklaard dat zij ook vanaf 27 juli 2019 tot het moment van aangifte door verdachte wordt gestalkt. In het proces-verbaal waarin de camerabeelden van de deurbel van aangeefster worden omschreven, staat vermeld dat een man veelvuldig contact heeft gezocht met aangeefster door bij haar woning te verschijnen, aan te bellen, haar aan te spreken en door de brievenbus te schreeuwen (waaronder de woorden opgenomen in de tenlastelegging). Verdachte heeft ter terechtzitting erkend dat hij bij aangeefster aan de deur kwam en de deurbel bedekte (omdat hij niet gefilmd wilde worden). De rechtbank stelt op grond van het voorgaande vast dat verdachte de ten laste gelegde belagingshandelingen heeft verricht en geuit.
De raadsman heeft aangevoerd dat uit het beeldmateriaal twaalf relevante fragmenten naar voren komen en alle fragmenten bij elkaar opgeteld nog geen 16 minuten beslaan. Dienaangaande overweegt de rechtbank dat uit de jurisprudentie van de Hoge Raad kan worden afgeleid dat ook een geringe duur en frequentie van de gedragingen het bestaan van de vereiste stelselmatigheid van de inbreuk niet hoeft uit te sluiten (zie HR 12 maart 2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ3625). Dat geldt nog eens te meer nu de gedragingen van verdachte plaatsvonden binnen de context van langdurig en veelvormig stalkingsgedrag, waarbij de andere bewezenverklaarde feiten niet buiten beschouwing mogen blijven. Verdachte is door blijven gaan zelfs na de eerste aangifte (daterend 27 juli 2019) terwijl hem toen – en ook voor die tijd al– duidelijk had moeten zijn dat aangeefster geen contact met verdachte wenste te hebben. De rechtbank is van oordeel dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maken op de persoonlijke levenssfeer.
Gelet op de omstandigheid dat verdachte sinds 1 januari 2020 in voorarrest zit en aangeefster derhalve in de periode van 2 januari 2020 tot en met 21 februari 2020 niet heeft kunnen belagen, zal de rechtbank verdachte van de tenlastegelegde de belaging gedurende deze periode vrijspreken.
De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte het ten laste gelegde in de periode van 27 juli 2019 tot en met 1 januari 2020 heeft begaan.
4.5
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in de bijlage opgenomen bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de tenlastegelegde feiten heeft begaan, met dien verstande dat:
Ten aanzien van parketnummer 08-181039-19:
Feit 1:
hij in
of omstreeksde periode van 18 april 2019 tot en met 25 juli 2019 te [plaats 1]
, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door
één ofmeermalen, die [slachtoffer] op te bellen en
/of via de telefoon berichten te sturen en/ofnaar de woning van die [slachtoffer] toe te gaan en
/oflangs die woning te rijden en
/ofvoor de deur te staan, aan te bellen en
/ofop de deur te bonken en
/of één of meer malen, althans eenmaal,boodschappen, eten, brandende kaarsen, ballonnen en
/ofkaartjes bij de deur van die woning neer te zetten
of te plaatsenen
/ofkaartjes, foto's en
/ofbrieven in of door de brievenbus van die woning [slachtoffer] te gooien en
/ofeen GPS-tracker onder de auto van die [slachtoffer] te plaatsen en
/of één ofmeermalen
, althans eenmaaldie [slachtoffer] te volgen of te achtervolgen, telkens met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets
te doen, niet te doen,te dulden en
/ofvrees aan te jagen;
Feit 2:
hij op
of omstreeks25 juli 2019 in de gemeente Enschede opzettelijk en wederrechtelijk een deur
, in elk geval enig goed,die
geheel of ten dele aan een ander, te wetenaan [slachtoffer] toebehoorde, heeft vernield
, beschadigden
/ofonbruikbaar gemaakt;
Feit 3, subsidiair:
hij op
of omstreeks05 juli 2019 in de gemeente Enschede in de woning aan de [straat 1] bij een ander, te weten bij [slachtoffer] ,
althans bij een ander of anderen dan bij verdachte, in gebruikin gebruik, wederrechtelijk is binnengedrongen.
Ten aanzien van parketnummer 08-760001-20:
Feit 1:
hij op
of omstreeks01 januari 2020 in de gemeente Enschede
in/uit een woning aan de [straat 1] twee tassen gevuld met kleding, make-up, een koffieautomaat, verzorgingsproducten, een I-pad, een paar schoenen en
/ofeen Awaresysteem,
in elk geval enige goederen, die
geheel of ten dele aan een andertoebeh
oor
den
, te wetenaan [slachtoffer] , heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en
/ofdie weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van
braak, verbreking en/ofinklimming;
Feit 2
hij in
of omstreeksde periode van 27 juli 2019 tot en met 1 januari 2020 in de gemeente Enschede
, althans in Nederland,wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer] , door
één ofmeermalen bij die [slachtoffer] aan de deur van haar woning te verschijnen, aan te bellen en
/ofhaar aan te spreken en
/oftegen die deur aan te schoppen en
/ofop het balkon en
/ofhet dak van de woning te klimmen en
/ofdoor de brievenbus van die woning ondermeer te roepen of te schreeuwen: " [slachtoffer] is dit wat je wil, is dit wat
je wil, de vakantie alles wat we hebben meegemaakt, is dat wat je wil in de steek laten jezelf" en
/of"He [slachtoffer] , ik wens je er veel sterkte mee met wat je je eigen kind heb gedaan, zelf dood gemaakt, want ik wou er altijd voor jou zijn, je bent alleen maar aan het liegen en bedriegen" en
/of"Jij bent diegene die hier fout zit, niet ik, als de politie naar mij komt, dan kom ik naar jou, dat je dat weet", telkens met het oogmerk die [slachtoffer] , te dwingen iets
te doen, niet te doen,te dulden en vrees aan te jagen.
De rechtbank acht niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd, zodat zij hem daarvan zal vrijspreken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn verbeterd in de bewezenverklaring. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde is strafbaar gesteld in de artikelen 138, 285b, 311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van parketnummer 08-181039-19:
feit 1:
het misdrijf:
belaging;
feit 2:
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en onbruikbaar maken;
feit 3, subsidiair:
het misdrijf:
het in de woning bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringen;
Ten aanzien van parketnummer 08-760001-20:
feit 1:
het misdrijf:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
feit 2:
het misdrijf:
belaging.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De rechtbank oordeelt daarom dat verdachte strafbaar is voor de bewezenverklaarde feiten.

7.De op te leggen straf of maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft gezeten. Daarnaast vordert de officier van justitie dat aan verdachte de maatregel van artikel 38v Sr, strekkende tot beperking van de vrijheid wordt opgelegd (hierna: vrijheidsbeperkende maatregel) voor de duur van vijf jaren, inhoudende een gebiedsverbod van 100 meter bij de woning van het slachtoffer en een contactverbod met het slachtoffer, waarbij de hechtenis per overtreding op drie weken wordt vastgesteld. Daarbij dient de dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregel te worden uitgesproken.
7.2
Het standpunt van de verdediging
Indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt, verzoekt de raadsman een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
7.3
De gronden voor een straf of maatregel
Bij de strafoplegging houdt de rechtbank rekening met de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte zoals die uit het dossier en tijdens de behandeling ter terechtzitting naar voren zijn gekomen. De rechtbank acht daarbij het volgende van belang.
Verdachte heeft zich de facto gedurende een lange periode schuldig gemaakt aan belaging van zijn voormalig partner. De belaging is louter tot een einde gekomen omdat de belaging hem feitelijk – door zijn detentie – onmogelijk werd gemaakt. Daarnaast heeft verdachte (nog) verdergaande inbreuk op de levenssfeer van aangeefster gemaakt door haar deur te vernielen, haar woning in te klimmen en een grote hoeveelheid persoonlijke goederen uit haar woning mee te nemen en heeft hij huisvredebreuk gepleegd. Aangeefster had naar aanleiding van het gedrag van verdachte de beschikking over een Aware-systeem. Dit systeem was bedoeld om aangeefster een gevoel van veiligheid te geven doordat zij met één druk op de knop kon melden dat zij weer werd lastig gevallen. Uitgerekend dit Aware-systeem is door verdachte weggenomen. Verdachte heeft met dit alles op grove wijze inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en het gevoel van veiligheid van zijn voormalig partner. Naar de ervaring leert, hebben dergelijke delicten veelal langdurige en ingrijpende angstgevoelens bij de directe slachtoffers tot gevolg. Ook ter zitting heeft verdachte er geen enkele blijk van gegeven dat hij het kwalijke van zijn handelen inziet. In tegendeel, in zijn optiek is niet door hem, maar door aangeefster verwijtbaar gehandeld. Dit rekent de rechtbank verdachte aan.
Bij haar beslissing heeft de rechtbank gelet op het uittreksel justitiële documentatie van verdachte van 3 maart 2020, waarop voornamelijk oude feiten staan vermeld.
Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op de reclasseringsrapportages van 3 februari 2020 en 25 maart 2020. Hierin komt onder meer naar voren dat verdachte heeft geweigerd om mee te werken aan een gedragsdeskundig onderzoek en dat de prognose zeer ongunstig is wanneer de rechtbank de feiten bewezen acht. De herkomst van het gedrag van verdachte is niet te plaatsen, waardoor hij onvoorspelbaar is en moeilijk kan worden ingeschat waartoe hij in staat is. Ook rijst de vraag of zijn realiteitsbesef verstoord is of dat zijn ontkenning strategisch van aard is. Voorts is niet duidelijk of er psychopathologie aan het stalkingsgedrag ten grondslag ligt. Verdachte positioneert zichzelf als slachtoffer en legt alle verantwoordelijkheid buiten zichzelf. De kans op onttrekking aan voorwaarden wordt als hoog ingeschat en er is sprake van acuut gevaar, mede gezien het feit dat hij alleen op zijn eigen strikte voorwaarden medewerking aan een reclasseringstoezicht toezegt. De reclassering concludeert dat er op dit moment geen invloed is uit te oefenen op het gedrag van verdachte en de mogelijke risico's. Een straf zonder bijzondere voorwaarden wordt geadviseerd, waarbij een contactverbod met dadelijke uitvoerbaarheid op grond van artikel 38v Sr kan worden overwogen ter beheersing van de risico’s.
De rechtbank sluit aan bij de reclasseringsrapportage. Gelet op de omstandigheid dat verdachte geen inzicht in zijn psyche heeft gegeven en hierdoor geen enkele inschatting over verdachtes te verwachten gedragingen kan worden gemaakt, zal de rechtbank overgaan tot een hogere strafoplegging dan door de officier van justitie is geëist. De rechtbank is, alles afwegende, van oordeel dat een gevangenisstraf van achttien maanden, waarvan zes maanden voorwaardelijk, een passende straf is. De proeftijd wordt vastgesteld op vijf jaren omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat hij opnieuw een strafbaar feit pleegt.
De rechtbank is van oordeel dat tevens oplegging van een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38v Sr, te weten een contactverbod met het slachtoffer en een locatieverbod, passend is, om zoveel mogelijk te voorkomen dat verdachte nogmaals strafbare feiten pleegt ten opzichte van het slachtoffer. Tevens zal de rechtbank om die reden zowel het contact- als locatieverbod als bijzondere voorwaarden opnemen om verdachte een duidelijke waarschuwing mee te geven.
Gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden en in het bijzonder gelet op het gebrek aan inzicht in de persoon van verdachte en het feit dat uit het dossier en de behandeling ter zitting is gebleken dat verdachte na de eerste aangifte door is gegaan met de belaging van aangeefster en het plegen van andere strafbare feiten jegens haar, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat hij opnieuw een strafbaar feit pleegt of zich belastend gedraagt jegens aangeefster. Derhalve heeft de rechtbank de proeftijd op vijf jaren vastgesteld en zal de rechtbank bevelen dat de maatregel op grond van artikel 38v, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht dadelijk uitvoerbaar is.

8.De toegepaste wettelijke voorschriften

De hierna te nemen beslissing berust op de hiervoor genoemde wetsartikelen. Daarnaast berust deze beslissing op de artikelen 14a, 14b, 14c, 38w en 57 Sr.

9.De beslissing

De rechtbank:
voorwaardelijk verzoek
- wijst af het voorwaardelijke verzoek van de raadsman tot het horen van getuige [getuige 2] bij de rechter-commissaris;
bewezenverklaring
- verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 3, primair, ten laste gelegde onder parketnummer 08-181039-19, heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart bewezen dat verdachte het onder parketnummer 08-181039-19 ten laste gelegde onder 1, 2 en 3 subsidiair, en onder parketnummer 08-760001-20 onder 1 en 2 heeft begaan, zoals hierboven omschreven;
- verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
strafbaarheid feit
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:

Ten aanzien van parketnummer 08-181039-19:

feit 1:
het misdrijf:
belaging;
feit 2:
het misdrijf:
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en onbruikbaar maken;
feit 3, subsidiair:
het misdrijf:
de woning bij een ander in gebruik wederrechtelijk binnendringen;
Ten aanzien van parketnummer 08-760001-20:
feit 1:
het misdrijf:
diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van inklimming;
feit 2:
het misdrijf:
belaging;
strafbaarheid verdachte
- verklaart verdachte strafbaar voor het onder parketnummer 08-181039-19 feit 1 tot en met feit 3, subsidiair, en onder parketnummer 08-760001-20 feit 1 en feit 2 bewezenverklaarde;
straf
- veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;
- bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
6 (zes) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten. De rechter kan de tenuitvoerlegging gelasten indien verdachte voor het einde van de
proeftijd van 5 (vijf) jarende navolgende voorwaarde(n) niet is nagekomen:
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaardendat verdachte:
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact opneemt en/of onderhoudt met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1986 te [geboorteplaats 2] , wonende aan de [straat 1] te [plaats 1] ;
- zich niet ophoudt aan de [straat 1] te [plaats 1] , en het gebied dat wordt begrensd door de [straat 3] te [plaats 1] , de [straat 4] te [plaats 1] , de [straat 5] te [plaats 1] en de [straat 6] te [plaats 1] ;
- draagt de reclassering op om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
daarbij gelden als voorwaarden van rechtswege dat verdachte:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, Sr, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht daaronder begrepen;
- bepaalt dat de tijd die de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de uitvoering van de gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
maatregel
- legt op de maatregel dat de veroordeelde voor de duur van vijf jaren:
- op geen enkele wijze - direct of indirect - contact zal opnemen, zoeken of hebben met [slachtoffer] , geboren op [geboortedatum 2] 1986 te [plaats 1] , wonende aan de [straat 1] te [plaats 1] en
- zich niet zal bevinden aan de [straat 1] te [plaats 1] , en het gebied dat wordt begrensd door de [straat 3] te [plaats 1] , de [straat 4] te [plaats 1] , de [straat 5] te [plaats 1] en de [straat 6] te [plaats 1] ;
- beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van drie weken voor iedere keer dat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van zes maanden. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichting ingevolge de opgelegde maatregel niet op;
- bepaalt dat de maatregel dadelijk uitvoerbaar is;
Dit vonnis is gewezen door mr. S.K. Huisman, voorzitter, mr. E. Venekatte en mr. F.H.W. Teekman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E. Koning, griffier, en is in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2020.
mr. E. Koning is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage bewijsmiddelen
Leeswijzer
Deze bijlage maakt deel uit van het vonnis en bevat de bewijsmiddelen.
Ten aanzien van parketnummer 08-181039-19:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district Twente, met nummer [nummer 1] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
feit 1:
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 27 juli 2019, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 92 t/m 98):
Ik wil hierbij aangifte doen van stalking dat tussen 18 april 2019 en zaterdag 27 juli 2019 aan de [straat 1] [plaats 1] heeft plaatsgevonden. Ik word al geruime tijd stelselmatig lastig gevallen door mijn ex, [verdachte] . Ook duikt [verdachte] op op plekken waar ik ook ben. Ik ben zo bang dat ik een stok en mes naast mij bed heb liggen. [verdachte] is al een paar keer zonder mijn toestemming mijn woning binnen gedrongen . Ik ben heel bang dat hij mij een keer echt wat aandoet, zodat ik het niet meer na kan vertellen.
Ik heb al eerder aangifte gedaan van huisvredebreuk/ diefstal uit mijn woning en van vernieling van mijn voordeur. Beide feiten zijn gepleegd door [verdachte] . Echter nu ben ik afgelopen vrijdag, 26 juli 2019, erachter gekomen dat er een GPS-zender onder mijn auto zat. 18 april 2019 heb ik de relatief definitief verbroken. Tijdens mijn herstel is [verdachte] een keer met eten bij mij aan de deur verschenen. Ik had daar niet om gevraagd. Hij kwam ongevraagd en hing dit aan de deur. Het was mijn lievelingseten (kapsalon van [straat 6] ) en dat wist hij. Ik heb gezegd dat de relatie over was en dat ik dit niet meer wilde, want hij veranderde niet. Ik heb dit via berichten gedaan en ook mondeling. Na mijn operatie is hij ook nog bij mijn thuis geweest. Ik had bezoek van een vriendin dat was volgens mij op 19 april. [verdachte] kwam ook aan de deur en ik heb hem niet binnen gelaten. Vervolgens belde hij mij. Mijn buurmeisje heeft hem aangesproken en gezegd dat hij weg moest gaan. Hij zocht zelfs dagelijks contact met mij. Hij belde mij en kwam ook bij mij aan de deur. Ik heb hem geblokkeerd op mijn telefoon. Op 21 mei kwam hij aan mijn deur. Ik hoorde dat [verdachte] aanbelde en hij zei dat hij een verrassing had. Ik heb gezegd dat ik dit niet wilde. Ik zag dat [verdachte] iets bij de camera deed. Hij zei dat ik niet moest schrikken dat hij een verrassing voor mij had. Mijn buurmeisje schuin onder mij heb ik gevraagd wat hij deed. Ik hoorde van mijn buurmeisje dat hij bloemen, kaarten en ballonnen had. Ook had hij kaarsjes en gouden oorbellen. Hij heeft dit allemaal voor mijn deur uitgestald. Ik zag dat er kaartjes lagen en deze heb ik aan u overhandigd.
In diezelfde periode werd ik bezocht door zijn zusje, [zus 1] . [zus 1] zei dat [verdachte] in de auto zat en of ik met hem wilde praten. Ik heb dit geweigerd. Ik zag dat [verdachte] in de auto zat. Ik ben toen weggereden. Ik moest naar de apotheek en toen ik daar was kwam [zus 1] weer naar binnen. Terwijl zij met mij sprak hoorde ik haar telefoon overgaan. Toen zij opnam herkende ik de stem van [verdachte] . Ik hoorde hem huilen en ik hoorde dat hij aan [zus 1] vroeg om bepaalde dingen te zeggen. Kort na dit incident kwam ik [verdachte] tegen bij volgens mij de [winkel 1] winkel. [verdachte] stond in zijn auto, Renault Twingo zwart van kleur. [verdachte] stapte uit en gaf mij een kaartje. Hij liep achter mij aan naar mijn auto en begon een gesprek met mij. Ik heb gevraagd of hij normaal wilde doen, dat zijn gedrag niet voor rede vatbaar was. Ik ben toen weggereden. [verdachte] is achter mij aan gaan rijden. Ik parkeerde voor mijn woning. Ik zag echter dat [verdachte] achter mij aan kwam. Ik ben toen direct doorgereden. Hij reed nog een stukje achter mij aan.
[verdachte] blijft elke keer opduiken. Zowel bij mijn woning maar ook op plekken waar ik ben. Ik kwam er later achter dat hij mij altijd wist te vinden als ik met mijn eigen auto was. Dit is mijn de laatste paar weken opgevallen. Dat hij echt overal was, waar ik ook was. Ook als ik mijn auto lukraak ergens parkeerde en mij daar op liet halen, wist hij mijn te auto te vinden.
Ik heb [verdachte] vaker gefilmd. Ik heb een filmpje van 16 juni 2019 te 21.00 uur. [verdachte] had toen mijn auto geblokkeerd zodat ik niet weg kon. Ik zat in mijn auto en wilde dus weg. Opeens dook [verdachte] uit het niets op en zet zijn auto naast de mijne. Ik kon toen niet weg. Gelukkig kwam er een auto aan waardoor hij weg moest. [verdachte] moest achteruit, ik kon toen gelukkig vooruit wegrijden en heb dit ook gedaan. [verdachte] kwam weer achter mij aan. Ik ben hem toen gaan filmen. Toen [verdachte] doorkreeg dat ik hem filmde is hij afgeslagen en was ik weer even van hem af.
Op 28 juni 2019 was ik samen met mijn vriendin bij de [winkel 2] met mijn auto. Ik schrok en draaide mij om, ik herkende [verdachte] direct. [verdachte] was zoekend aan het kijken en hij zag ons zitten. [verdachte] weet dat ik met die vriendin wel eens ga ontbijten bij [winkel 2] . Ik zag dat [verdachte] naar onze tafel liep en hij begon een heel verhaal af te steken. Hij zei dat hij niks had gedaan, dat ik zomaar boos was. Zowel ik als mijn vriendin hebben gezegd dat hij weg moest gaan. Ik zag dat [verdachte] niet luisterde, maar gewoon doorging met zijn verhaalIk heb meerdere malen gezegd dat hij weg moest gaan.
Het volgende incident was 5 juli 2019. Ik heb daar toen aangifte van gedaan. Dat was van de inbraak in mijn woning waarbij mij Aware systeem was weggenomen.
Rond 13 juli ben ik bezocht door de oudste zus van [verdachte] , [zus 2] . Zij kwam bij mij aan de deur. Ik herkende haar niet als de zus van [verdachte] . Ik heb gezegd dat ik inderdaad [slachtoffer] was. Ik heb haar toen binnen gelaten. Terwijl wij aan het praten waren zijn er foto's in mijn bus gegooid. Toen [zus 2] weg ging trof ik in de brievenbus foto's aan. Terwijl zij mijn woning verliet zag ik dat [verdachte] haar opwachtte. Hij stond bij de trap volgens mij. [zus 2] wilde ook dat ik [verdachte] vergaf en dat ik de aangifte introk.
De nacht van 14 op 15 juli 2019 was ik bij mijn buurmeisje. Ik kreeg een bericht op mijn telefoon dat er bij mij werd aangebeld. Ik keek en ik zag dat de camera weg afgedekt met volgens mij een hand. Ik kan gewoon praten met degene die voor mijn voordeur staat. Ik heb gevraagd wie daar was. Ik hoorde dat het [verdachte] was. Ik heb toen drie keer gevraagd of hij zijn hand van de camera wilde halen omdat ik anders de politie zou bellen. Ik zag dat hij niet luisterde. Ik heb toen 112 gebeld.
Op 17 juli 2019 om 20.12 uur was ik bij de [winkel 3] en ben ik door [verdachte] achtervolgd. Ik was aan het tanken en opeens dook hij achter mijn auto op. Ik zag dat [verdachte] uitstapte en hij liep naar mij toe. Ik hoorde dat hij zei dat ik niet mocht vreemdgaan. Ik hoorde dat hij zei dat hij een prijs op mijn hoofd had laten zetten.
Op 20 juli 2019 kreeg ik weer bericht op mijn telefoon dat mijn deurbel aan ging. Ik zag een jongen aankomen lopen die ik herken als [verdachte] . Het volgende moment drukt hij zijn hand op de camera. Hij plakt kennelijk met iets de camera af. Toen ik weer verbinding had zag ik dat ik een gemiste deurbel had, tot 2 maal toe.
Op maandag 22 juli 2019 had ik om 14.00 uur een afspraak op het politiebureau. Echter omstreeks 13.50 uur net voordat ik weg wilde gaan zag ik [verdachte] in zijn auto door mijn straat rijden. Ik heb toen op de Awareknop gedrukt en de politie is geweest. Hij is 2 maal door mijn straat gereden. 1 keer heen en 1 keer terug. Toen hij terug kwam zag ik dat er iemand bij hem in de auto zat.
Op donderdag 25 juli 2019 is de voordeur van mijn woning vernield door [verdachte] . Hier heb ik reeds aangifte van gedaan. Op vrijdag 26 juli 2019 kwam ik terug van een afspraak. Toen ik bij mijn woning kwam, zag ik een briefje tussen mijn deur zitten. Er stond opgeschreven te lang of niet. Het handschrift is van [verdachte] . Ik had mijn auto bij betaald parkeren staan en was te laat terug. Dus ik vermoed dat hij dat bedoelde. Ik had de auto geparkeerd op de parkeerplaats voor het politiebureau en dat is betaald parkeren. Ik denk dat hij dat gezien heeft.
Op vrijdag 26 juli 2019 is na een onderzoek een gps-zender onder mijn auto aangetroffen. Ik vind het een eng idee dat hij mij zo kan volgen.
Op 5 juli 2019 heb ik [verdachte] in mijn woning aangetroffen. Ik ben toen bij mijn vriendin blijven slapen. Ik kwam om ongeveer 08.40 uur thuis. Mijn vriendin was bij mij. Wij troffen toen [verdachte] aan. Ik heb daar reeds aangifte van gedaan. Het proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie van 27 juli 2019, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 113):
De klaagster verzocht uitdrukkelijk om tot vervolging van de mogelijke dader(s) over te gaan.
- Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] d.d. 27 juli 2019, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 66 en 67):
Rond 10 april 2019 zag ik een man voor de deur van [slachtoffer] zitten. Ik vroeg aan de man wie hij was. Uiteindelijk zei hij dat hij de vriend van [slachtoffer] was. De man is wel 2 uur blijven zitten. Daarna heb ik de man meerdere keren bij [slachtoffer] voor de deur gezien.
Ik zag de man een keer een tas met boodschappen bij [slachtoffer] voor de deur zetten. De man klopte meerdere keren bij [slachtoffer] op de deur. Ook vroeg hij aan [slachtoffer] of hij binnen mocht komen. Ik hoorde [slachtoffer] niet. Op gegeven moment ging de man weg. Ik kan u zeggen dat de man vaker boodschappen voor de deur van [slachtoffer] heeft neergezet. Ik denk wel 3 a 4 keer in totaal. Ergens in mei 2019 zag ik de man spullen naar boven brengen. Ik vroeg me af wat hij aan het doen was. De voordeur van [slachtoffer] was namelijk dicht. Iets later zag ik dat de man weg was. Ik zag dat hij allemaal kaarsen voor de voordeur van [slachtoffer] had gezet. Deze waren aangestoken. Ook stonden er boodschappen voor de deur en allerlei cadeautjes.
Midden juni 2019 zag ik de man weer de trap oplopen. Ik zag dat hij een plastic tasje van een afhaalrestaurant bij [slachtoffer] aan de deur hing. [slachtoffer] deed de deur niet open.
Twee weken geleden, ergens om 02:00 uur 's nachts hoorde ik de buurvrouw en de man naar elkaar schreeuwen. Ik weet niet precies wat [slachtoffer] riep maar het was iets van dat hij weg moest blijven. Toen ik keek, vanuit mijn woonkamer op straat (plusminus 10 meter afstand), zag ik de man in zijn auto zitten. Ik zag dat de man in een kleine, zwarte auto zat. Ik denk dat het een Twingo was. Ik zag dat de man meerdere keren wegreed en steeds terugkwam. Dit duurde wel ongeveer een uur a anderhalf uur in totaal.
Ik heb meerdere keren gezien dat de man op haar deur bonsde en trapte. De man kwam op die momenten erg agressief op mij over. Tijdens de ramadan kwam de man elke dag wel bij [slachtoffer] aan de deur. Dan kwam hij vaak voordat ze mogen eten, rond 22:00 uur. Dan hoorde ik hem roepen dat hij na het eten wel terug kwam. Dit deed hij dan ook. Hij stond dan omstreeks 24:00 uur a 01:00 uur weer voor [slachtoffer] deur.
- Het proces-verbaal van bevindingen van 27 juli 2019, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 62 t/m 65):
Op zaterdag 27 juli 2019 was ik belast met een buurtonderzoek in de [straat 1] te [plaats 1] . De bewoners die ik sprak wilden allemaal niet dat hun naam bekend zou worden. Allen waren zij bang voor hun veiligheid. Ze wilden niet dat hun gegevens bij verdachte [verdachte] bekend zouden worden. De buurtbewoners gaven allen aan veel overlast van de ex-partner van aangeefster te ondervinden. De ex-partner staat regelmatig bij aangeefster voor de deur. Hij bonkt dan hard op de voordeur van aangeefster. Ook waren er meerdere ruzies zowel overdag als ‘s nachts. Buurtbewoners verklaarden dat zij wakker werden van de ruzies.
De buurtbewoners verklaarden het volgende:
Buurtbewoner I:
Betrokkene verklaart dat aangeefster al meer dan 6 maanden lastig wordt gevallen. Het valt al eigenlijk niet meer echt op omdat het zo veelvuldig is dat ze er niet meer op let. De buurtbewoner heeft gezien dat de man een keer als een paard achteruit aan het trappen was tegen de deur. Betrokkene verklaard dat hij/zij zich er niet mee wil bemoeien. Betrokkene kan de man als volgt omschrijven:
- getinte huidskleur
- Turks of Marokkaans uiterlijk
- slank postuur
- zwartkleurige auto, merk onbekend.
Buurtbewoner III:
Betrokkene verklaart dat het ongeveer 1 maand terug 's nachts er heftig aan toe ging bij aangeefster. Betrokkene verklaard dat ze er wakker van werd. Betrokkene verklaart dat ze de man vaker heeft gezien bij aangeefster. Zowel overdag als 's nachts. Verklaart dat ze de man niet kent.
Betrokkene kan de man als volgt omschrijven:
- magere, kleine man
- Marokkaans uiterlijk
- rijdt in een zwarte Twingo
Betrokkene verklaard dat de man de laatste tijd vaak zijn auto in een hoek, uit het zich van aangeefster parkeerde. De man ging dan te voet naar haar woning. Betrokkene verklaard dat de man door haar brievenbus schreeuwde: 'doe de deur open' of woorden van gelijke strekking. Dit kwam bedreigend op betrokkene over. Twee weken terug is de man de woning van aangeefster binnen gekomen. Betrokkene verklaart dat de man wel meerdere keren op 1 dag naar de woning van aangeefster ging. Soms wel 3 keer per dag en dan weleens meerdere dagen achtereen. Betrokkene verklaart dat zij zelf thuis is en bang voor de man is. Betrokkene verklaart dat ze aangeefster graag wil helpen maar zelf geen problemen wil krijgen. Betrokkene verklaart dat de man een keer door de brievenbus schreeuwde. Toen er geen reactie kwam van aangeefster flipte de man helemaal. Betrokkene hoorde de man tegen de deur trappen. Betrokkene weet dat de man ongeveer 2 a 3 dagen geleden de deur van aangeefster heeft ingetrapt. Betrokken zag dat aangeefster via het raam haar sleutel aan de politie gaf.
- Het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting op 29 juni 2020, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Het klopt dat ik in april 2019 twee keer voor haar deur ben geweest. Ik heb kaarsen en boodschappen voor de deur heb gezet en ben toen weggelopen. Op 18 april 2019 heb ik bloemen voor haar gehaald, die heb ik voor haar deur gezet. Dat de buren zeggen dat ik twee uur op de stoep op haar heb zitten wachten is overdreven, maar ik heb wel op haar zitten wachten. Ik ben ook meermaals met de auto op een dag langsgegaan. Ik heb eten, kapsalon, aan haar deur gehangen, daar houdt ze van. Mijn zus is één keer bij haar langs geweest om met haar te praten. We hadden ruzie en ze wilde niet met mij praten. Ik wist dat ze bij de [winkel 2] was. Ik ging met een vriend bij de [winkel 2] ontbijten. Ik ben voor de deur geweest, heb een pet voor de camera gedaan en heb aangeklopt.
- Het proces-verbaal van bevindingen van 31 juli 2019, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 125):
Op zaterdag 27 juli 2019 was ik in de woning van verdachte [verdachte] op het adres [adres 1] . Ik was in de woning omdat wij in de woning de verdachte [verdachte] hadden aangehouden. Op verzoek van collega's werd mij gevraagd om uit te kijken naar de telefoon van de verdachte. Ik keek op de plaats waar de verdachte [verdachte] zojuist was aangehouden, dit was in een kleine ruimte tussen het plafond en de volgende verdieping. Ik zag dat er drie telefoons tussen deze ruimte lagen. Deze telefoons heb ik in beslag genomen.
- Het schriftelijk bescheid ‘Fotoblad’ van 27 juli 2019 (pag. 54 en 55):
Opmerkingen: Zwarte Iphone welke is aangetroffen op de plek waar VE is aangehouden. Op het meldingsscherm stonden meldingen van [nummer 2] , Take away Alarm.
feit 2:
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 25 juli 2019, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 31 t/m 33):
Op 25 juli 2019 was ik in mijn woning aan de [straat 1] in [plaats 1] en zag ik dat mijn ex, [verdachte] , weer voor de deur stond. Ik keek toen op mijn telefoon omdat ik een deurbel heb met een camera. Ik zag en hoorde vervolgens dat [verdachte] een (1) keer keihard tegen de onderkant tegen de deur aan schopte en hierna boos weg liep. Nadat [verdachte] weg was gegaan, zag ik dat de deur aan de onderzijde helemaal ontzet was. Ik zag dat de onderkant helemaal scheef stond en op spanning. Ik kreeg de deur niet meer open. De politie vroeg mij toen de sleutels door de brievenbus te gooien maar deze heb ik uit angst voor [verdachte] dicht getimmerd zodat hij er niks door kan gooien. Ik heb toen de sleutels door het doucheraampje naar buiten gegooid zodat de politie van buiten de deur kon openen. Ook dit lukte eerst niet.
Ik, [verbalisant] , kwam naar aanleiding van een melding ter plaatse aan de [straat 1] . Op deze locatie zou de voordeur ingetrapt zijn. Ter plaatse zag ik dat de deur van de woning, kennelijk als gevolg van de poging deze in te trappen, ontzet was. ik zag dat de onderkant van de deur niet meer recht in het kozijn paste. Ik zag een afwijking in het kozijn oplopend tot ongeveer 2 (twee) centimeter. Na het openen van de deur bleek de deur slecht te kunnen sluiten. De nachtschoot kon slechts met de nodige kracht ingesteld worden. Ook zag ik dat de deur niet meer helemaal recht was. Aangever riep ons via de gesloten deur toe dat de deur niet meer open kon. Ook nadat wij flink aan de deur hadden geduwd, bleek de deur niet te openen. Ik, [verbalisant] , heb aangever gevraagd om de sleutels door de brievenbus aan te geven maar deze bleek uit angst voor ex-partner te zijn dicht getimmerd. Vervolgens vroeg ik de sleutels naar beneden te gooien via het raam van de douche. Pas na flink aan de deur te porren en een aantal harde trappen vanaf de binnenzijde van de woning, bleek het slot geopend te kunnen worden.
feit 3:
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 5 juli 2019, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 84):
Op 5 juli 2019 ben ik de woning aan de [straat 1] in [plaats 1] ingelopen en zag toen [verdachte] in de woning lopen. Ik zag dat hij de slaapkamer weer in liep. Mijn vriendin en ik waren bang voor hem en zijn de woning uitgerend en zijn weggereden en hebben toen de politie gebeld. Ik heb geen toestemming verleend aan [verdachte] om in mijn woning te zijn en al helemaal niet te slapen.
- Het proces-verbaal van verhoor getuige van [getuige 2] van 5 juli 2019, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 88):
Op vrijdag 5 juli 2019 omstreeks 08:40 kwam ik samen met mijn vriendin aan bij de woning van haar. Mijn vriendin heet [slachtoffer] en woont aan de [straat 1] in [plaats 1] . Toen [slachtoffer] de voordeur open deed liep ik de woonkamer in. Op dat moment zag ik dat [verdachte] de slaapkamer uit kwam lopen. Ik zei toen tegen [verdachte] "wat doe jij hier?". Ik hoorde toen dat [verdachte] zei: " Ik ga wel weg". Ik zag dat [verdachte] toen de slaapkamer weer in liep. Ik ben toen samen met [slachtoffer] snel terug naar mijn auto gelopen en wij hebben toen de politie gebeld. Ik weet dat [verdachte] absoluut niet in de woning van [slachtoffer] mag zijn en ook geen sleutel van haar woning heeft.
Ten aanzien van parketnummer 08-760001-20:
Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina’s, zijn dit pagina’s uit het dossier van de politie eenheid Oost-Nederland, district Twente, met nummer [nummer 3] . Tenzij hieronder anders wordt vermeld, wordt steeds verwezen naar bladzijden van een in de wettelijke vorm, door daartoe bevoegde personen, opgemaakt proces-verbaal.
feit 1:
- Het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer] van 1 januari 2020, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 27 en 28):
Op 1 januari 2020 zag ik dat mijn schoenen weg waren.
Het volgende is ongeveer weggenomen:
- 2 tassen vol met kleding;
- veel make-up;
- een koffieautomaat;
- andere verzorgingsproducten;
- een X-pad;
- schoenen;
- awaresysteem.
Op zolder zag ik dat er een parapluutje was omgevallen. Ik wist toen dat [verdachte] via het zolderraam naar binnen was gekomen. Dit omdat [verdachte] al wel vaker op het dak is geklommen en op die manier naar binnen was gekomen.
- Het proces-verbaal van aanhouding van 1 januari 2020, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 11 en 12):
Op 1 januari omstreeks 07.30 uur kregen wij het verzoek van het Operationeel Centrum te [plaats 2] om te gaan naar een bovenwoning aan de [straat 1] te [plaats 1] . [slachtoffer] gaf te kennen dat haar hele woning is doorzocht en dat al haar kleding, make-up en ondergoed uit haar woning was weggenomen. Tevens zou haar koffiezetapparaat zijn weggenomen uit de woning alsmede haar awareknop die zij van [stichting] had ontvangen in verband met de aanhoudende meldingen van stalking op het genoemde adres. We hebben besloten direct in te zetten op het uitlezen van de weggenomen awareknop. Hierop hebben wij omstreeks 11:30 uur en omstreeks 12:08 wederom een nieuwe locatie van de awareknop gevraagd. Hieruit kwam naar voren dat de awareknop zich zou bevinden op het adres [straat 2] te [plaats 1] . De awareknop zou niet meer bewegen. Onderzoek heeft opgeleverd dat er op het adres [straat 2] zich mogelijk een contact van [verdachte] zou kunnen bevinden. Opvallend detail dat deze woning op ongeveer 300 meter van de woning van [slachtoffer] is gelegen. Op 1 januari omstreeks 13:35 uur hebben wij de woning betreden. In deze woning hebben wij [verdachte] al slapend aangetroffen op de bank. In een slaapkamer van de woning zagen wij twee grote tassen met allerlei vrouwenkleding liggen. Wij hebben de tassen met kleding laten zien aan aangeefster [slachtoffer] . Zij herkende direct haar eigen kleding en andere goederen. Ook is de bewuste awareknop aangetroffen in een van deze tassen.
- Het proces-verbaal van verhoor van getuige van [betrokkene] van 5 januari 2020, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 1 en 2):
Sinds 2 a 2.5 week verblijft [verdachte] bij mij in de woning. Ik en [verdachte] zijn de enigen die een sleutel hebben van mijn woning.
- Het proces-verbaal van verhoor van getuige van [getuige 3] van 13 februari 2020, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 2):
Ik heb [verdachte] getroffen tussen het centrum en de parkeerplaats in de buurt van het muziekcentrum. Dit was tussen 04.00 uur en 05.00 uur. Uiteindelijk zijn wij met 3 jongens in een auto beland. [verdachte] kwam daar later ook bij. Dit was ergens na 05.00 uur. [verdachte] heeft met mijn telefoon met de politie gebeld. Nadat [verdachte] gebeld had hebben we nog een sigaretje gerookt. We zijn met z'n 3-en in de auto weggereden en hebben [verdachte] bij een taxi afgezet. Ik ben vervolgens naar huis gegaan waar ik rond 07.00 uur aankwam.
feit 2:
- Het proces-verbaal van aangifte van 22 januari 2020, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 1 tot en met 4):
Ik wil hierbij aangifte doen van stalking door mijn ex-partner tussen zaterdag 27 juli 2019 om 00:00 uur en dinsdag 21 januari 2020 om 00:00 uur aan de [straat 1] [plaats 1] . Ik word al geruime tijd stelselmatig lastig gevallen door mijn ex, [verdachte] . Door zijn gedrag durf ik niet meer zomaar weg te gaan en ook in mijn woning voel ik mij niet veilig. Na de vorige aangifte van stalking door [verdachte] heb ik een logboek bijgehouden van het lastig vallen door [verdachte] . Ook heb ik camerabeelden in mijn bezit en deze zal ik voor u op een USB-stick zetten zodat u deze kunt voegen bij deze aangifte. Op deze camerabeelden staat [verdachte] wanneer hij bij mij aan de deur komt, dit was het geval op de volgende data:
23-10-2019 (00:32 uur)
[verdachte] kwam aan de deur en zei het volgende:
[slachtoffer] ik hoop dat we dit op kunnen lossen. Het spijt me heel erg. Ik had dit niet moeten doen. Het was ook een klein beetje jouw fout, maar grotendeels mijn fout. Van beide kanten. Ik laat morgen iemand komen die je heel goed kent, en daar kun je mee praten om dit op te lossen. Ik wil dit opgelost hebben, ik kan dit niet meer. Ik slaap in de auto. Ik hoop dat je je gedraagt. Ik ga nu.” Dit heeft ongeveer 2 minuten geduurd.
21-10-2019 (00:50 uur)
[verdachte] kwam aan de deur en zei het volgende:
“ [slachtoffer] ik wil geen ruzie meer. Ik wil dit opgelost hebben. Ik laat morgen iemand komen. Het spijt me. Ik ga weg.”
25-10-2019 (23:53 uur)
[verdachte] kwam aan de deur en luisterde alleen bij de deur en zei niks.
29-10-2019 (18:53 uur)
[verdachte] drukte op de bel, zwaaide en ging weer weg.
04-11-2019 (01:12 uur)
[verdachte] drukte op de bel, zei niks en ging weer weg.
04-11-2019 (01:11 uur)
[verdachte] drukte op de bel en zei niks.
03-11-2019 (22:07 uur)
[verdachte] drukte op de bel en ging weg.
30-10-2019 (21:09 uur)
[verdachte] drukte op de bel en bedekte de camera.
15-11-2019 (17:27 uur)
[verdachte] drukte op de bel en zei het volgende:
‘ [slachtoffer] is dit wat je wil. Is dit wat je wil. Mij in de steek laten, jezelf, ons kind en onze vakantie. Alles wat we hebben meegemaakt. Is dat wat je wil.”
15-11-2019 (17:30 uur)
[verdachte] drukte op de bel en zei het volgende:
“Hey [slachtoffer] ik wens je er veel sterkte mee met wat je met je eigen kind hebt gedaan, zelf dood gemaakt. Want ik wou er altijd voor je zijn. Je bent alleen maar aan het liegen en bedriegen. Voor wat heb je me laten komen dan 10 Augustus, vertel mij dat. En toen ik vrij kwam denk je nou echt dat ik het zou verpesten voor jou. Je bent zelf degene die het verpest, maar je begrijpt het gewoon niet.”’ Dit heeft ongeveer 1 minuut geduurd.
15-11-2019 (23:16 uur)
[verdachte] kwam aan de deur en zei het volgende:
‘ [slachtoffer] ik hoop dat je hierover na denkt, voordat je iets fouts gaat doen. Wat ik aan jou heb gegeven met dank aan god. Allah. Wat ik jou heb mogen schenken. Ik hoop dat je daarover na denkt, voordat we helemaal uit elkaar gaan. Denk er alsjeblieft over na. Wees vooral gewoon kalm, rustig. Geen ruzie maken.’ Dit heeft ongeveer 1 minuut geduurd.
22-11-2019 (19:49 uur)
[verdachte] kwam aan de deur en zei het volgende:
“Kom je met mij praten dit gaat nergens over. Je kan boos zijn wat je wil maar dat heeft geen zin. Kom praten ik ben een vriend van je, ik ken je 14 jaar. Is afgelopen nu met deze geruzie. Je kan mij negeren maar je kan mij niet verwijderen. Ja. Ik zal toch achter jou aan blijven komen tot dat jij je fouten toegeeft. Je moet niet denken dat ik dit ga accepteren van jou. Ik weet precies waar je 2 weken geleden was op vrijdag in de nacht was je er niet. En zaterdag ook niet. Ik ben niet dom. Je kan je niet verbergen voor mij in deze grot van jou. Ik verdien veel beter. Maar niet op deze manier hoe jij met mij omgaat. Ik hoop dat je hierover na denkt en beseft wat je doet want dit kan niet. Ik ga nu maar zo meteen weer terug komen.” Dit heeft ongeveer 1 minuut geduurd.
23-11-2019 (13:55 uur)
[verdachte] kwam aan de deur en zei het volgende:
“Hallo [slachtoffer] ik praat tegen jou. Ik heb schijt als je mij negeert maar ik kom jou toch buiten tegen en dan praat ik toch tegen jou. Dus jij kan doen wat jij wilt en ik zeg jou als jij iedereen erbij wilt halen moet je lekker doen. Interesseert me echt niet want ik haal ook iedereen erbij. Maar ik laat mij niet voor schut zetten door jou. Laat dat duidelijk zijn. En ik verwacht ook geen grote bek meer van jou, gewoon normaal praten want dat doe ik ook. Ik ga ook geen grote bek tegen jou geven en ook niet stoer doen dus kom gewoon met mij praten. En probeer de boel niet te ontwijken, want als je de boel probeert te ontwijken loop je weg. En als je weg loopt kom ik jou achterna. Je kan niet voor jouw fouten weg lopen bij mij. Ja. Dat je dat weet.”
Dit heeft ongeveer 1 minuut geduurd.
24-11-2019 (16:38 uur)
[verdachte] kwam aan de deur en klopte aan en bedekte de camera. Hij luisterde door de brievenbus. Hij schopte een paar keer tegen de deur en klopte aan. Daarna zei hij het volgende: “Eigenwijs doen alsof ik dom ben he. Ik ben echt niet dom [slachtoffer] . Ik verwacht jou 12 uur bij het tankstation. Ik ga normaal doen, ik ga normaal met jou praten. Maar als jij niet wilt kun je het zo krijgen want jij bent hier degene die naar de politie is gegaan en alles heeft veroorzaakt. Beter voor jou ga je dit oplossen met mij, niet met de politie want ik los niks op met de politie. Ik los alleen met jou dingen op. Laat ik daarmee duidelijk zijn. Klaar. Ik ga niet meer met jou in discussie. Ik wil hier niet eens komen, je begrijpt zelf wel waarom. Maar als jij niet volwassen genoeg bent om met mij te komen praten, dan ben je gewoon een vieze kut kind. Die gewoon niet durft te praten. Jij bent degene die hier fout zit niet ik. Als de politie naar mij komt dan kom ik naar jou, dat je dat weet.” Na 4.40 minuten ging [verdachte] weg.
Verder lastig vallen door [verdachte] naar mij toe:
19-9-2019 (19:54 uur)
Weer in de buurt van mijn huis gekomen. Via de achtergang heb ik hem gezien.
26-09-2019
Mij aangevallen voor de [winkel 4] , sleutels met aware systeem afgepakt en weg gegooid. Mijn haren eruit getrokken. Van dit letsel heb ik nog foto’s en deze zal ik de politie zo spoedig mogelijk mailen, zodat dit gevoegd kan worden bij deze aangifte. Uw collega’s zijn toen ter plaatse geweest.
[verdachte] heeft mij toen opzettelijk pijn gedaan en letsel toegebracht.
15-10-2019 (16:07 uur)
Op mijn balkon geklommen.
15-10-2019 (16:53 uur)
[verdachte] staat op mijn dak van de woning en probeert in te breken. Hij maakt hierbij mijn dakraam open.
07-11-2019 (22:45 uur)
[verdachte] blokkeert mij in de auto op de weg met zijn auto.
01-01-2020
Heeft [verdachte] ingebroken in mijn woning
- Het proces-verbaal van bevindingen van 17 februari 2020, voor zover van belang, zakelijk weergegeven (pag. 8 tot en met 14):
Ik heb de beeldfragmenten bekeken en beluisterd. Ik zag dat de aangever negentien (19) beeldfragmenten heeft aangeleverd. Ik zag dat één (1) beeldfragment twee keer werd weergegeven. Ik heb op meerdere beeldfragmenten een persoon in beeld gezien. Ik zag dat dit steeds dezelfde persoon betrof. Ik heb ons politiesysteem Integrale Bevraging geraadpleegd en als zoekopdracht ‘‘ [verdachte] , geboren op [geboortedatum 1] 1990’’ ingetypt. Ik zag dat er in ons politiesysteem twee (2) foto’s van de bovengenoemde persoon bekend was. Ik zag dat de persoon op deze foto’s overeenkwam met de persoon die ik op de beeldfragmenten heb gezien. Ik zag dit namelijk aan de contouren van het gezicht van de persoon, de ogen en de gezichtsbeharing van de persoon. Tevens zag ik dat op één (1) foto dat het kapsel van de persoon overeen kwam. Ik zag dat de camera zicht gaf op de betreffende voordeur van de woning, op een deel van de buiten trap die zich naar de woning leidt en op een deel van de openbare weg. Hieronder geef ik een weergave van de aangeleverde beeldfragmenten:
20-07-2019 12:56:54
Lengte beeldfragment: 00.32 seconden
Ik kon op de camerabeelden niets zien. Ik zag namelijk dat er iets voor de camera werd gehouden, waardoor ik geen zicht had.
20-07-2019 12:55:57
Lengte beeldfragrnent: 00.37 seconden
Ik zag een persoon met een pet richting de camera lopen. Ik zag dat deze persoon direct met zijn hand iets voor de camera hield, waardoor ik geen zicht meer had. Ik zag dat het buiten licht was.
25-07-2019 13:08:15
Lengte beeldfragment: 05.4 6 minuten
Ik zag dat er bij 03:00 minuten op de camera een persoon aan kwam lopen en de trap op liet. Ik zag dat deze persoon in zijn linkerhand een pet vasthield. Tevens zag ik dat de persoon in de richting van de camera liep en zijn pet voor de camera hield, waardoor ik niets meer kon zien. Ik zag dat er bij 03:49 minuten op de camera de persoon zijn pet voor de camera weghaalde. Ik zag dat de persoon met zijn rechterhand de brievenbus van de betreffende woning open hield. Hieruit maakte ik op dat de persoon via de brievenbus communiceerde met de bewoner. Ik zag dat er bij 03:52 minuten op de camera de persoon zijn pet weer voor de camera hield, waardoor ik geen goed zicht meer had op de persoon. Ik zag kort via de ruiten van de betreffende woning de persoon staan. Ik hoorde dat de persoon het volgende zei: ‘Als er wat is moet je nu zeggen, want ik weet wel dat jij hiervoor staat. Ik hoor jou wel.’ Ik zag dat de persoon op 04:41 minuten op de camera zijn pet voor de camera weghaalde en de trap afliep in de richting van de openbare weg. Ik zag dat de persoon op 04:48 minuten op de camera uit beeld verdween.
21-10-2019 00:32:27
Lengte beeldfragment: 08.32 minuten
Ik zag dat er bij 02:56 minuten op de camera een persoon aan kwam lopen en de trap op liep. Ik zag dat deze persoon een jas droeg en de capuchon van zijn jas op had. Ik zag vervolgens dat de persoon met zijn rechterhand de brievenbus open deed, om via deze manier met de bewoner te communiceren. Ik hoorde dat de persoon zei: ‘ [slachtoffer] . [slachtoffer] . [slachtoffer] ik hoop dat we dit op kunnen lossen. Het spijt me heel erg, had ik niet moeten doen. Het was ook een klein beetje jou fout, maar grotendeels mijn fout. Van beiden kanten.’ Ik hoorde vervolgens dat de persoon zei: ‘Ik laat morgen iemand komen die je goed kent en dan gaan jullie praten, om dit op te lossen. Ik wil dit opgelost hebben, ik kan dit niet meer. Ik slaap niet eens thuis, ik slaap alleen maar in de auto. Ik durf niet eens naar huis heen. Mijn voet doet ook pijn. Ik hoop dat je je nu wel even veilig hebt kunnen voelen thuis. Ik hoop dat je gedraagt. Ik ga nu.’ Ik zag dat de persoon om 04.35 minuten op de camera de trap afliep. Ik zag dat de persoon om 05.07 minuten uit het beeld verdween.
21-10-2019 00:50:33
Lengte beeldfragment: 00.31 seconden
Ik zag dat op 00:01 seconden op de camera een persoon op de trap stond. Ik zag dat deze persoon een jas droeg en de capuchon van zijn jas op had. Ik zag vervolgens dat de persoon met zijn rechterhand de brievenbus van de betreffende woning open deed, om via deze manier met de bewoner te communiceren. Ik hoorde dat de persoon een langere tijd niets zei. Ik hoorde dat de persoon bij 00:17 seconden op de camera zei: ‘ [slachtoffer] ik wil geen ruzie meer, ik wil dit opgelost hebben. Ik laat morgen iemand komen.’ Ik hoorde vervolgens dat de persoon nog iets zei, maar dit kon ik niet verstaan omdat er een vrouwelijke stem door heen sprak. Hieruit maakte ik op dat de bewoner van de woning, tevens de aangever, iets terug zei tegen de persoon, die voor de voordeur stond. Ik kon niet verstaan wat deze persoon zei. Hierna hoorde ik dat de persoon voor de deur zei: ‘‘Het spijt me, ja. Ik ga weg!’’ Ik hoorde vervolgens dat de bewoner van de woning zei: ‘‘Jij moet niet aan mijn deur komen!’’ Ik hoorde dat dit een vrouwelijke stem betrof. Ik zag dat het buiten donker was.
25-10-2019 23:53:29
Lengte beeldfragment: 00.36 seconden
Ik zag een persoon voor de camera staan. Ik zag dat deze persoon een jas droeg en met zijn rechte hand de brievenbus van de betreffende woning dicht deed. Ik zag vervolgens dat deze persoon van de trap af liep in de richting van de openbare weg. Ik zag dat de persoon op 00:02 seconden op de camera van de trap afliep en om 00:13 seconden op de camera uit beeld verdween. Ik heb verder geen ander persoon of andere personen in beeld gezien en ik heb ook geen persoon of personen horen praten. Ik zag dat het buiten donker was.
29-10-2019 18:55:17
Lengte beeldfragment: 00.31 seconden
Ik zag dat op 00:01 seconden op de camera een persoon voor de camera stond en dat deze persoon recht in de camera keek. Ik zag dat deze persoon een jas droeg. Ik zag dat op 00:03 seconden op de camera de persoon iets voor de camera hield, waardoor ik geen zicht meer had. Ik zag dat op 00:10 seconden de persoon weer in beeld kwam. Ik zag dat de persoon met zijn hand van alles bij de camera deed. Ik kon niet zien wat de persoon deed.
29-10-2019 18:55:54
Lengte beeldfragment: 00.40 seconden
Ik zag dat een persoon voor de camera stond en dat deze persoon recht in de camera keek. Ik zag dat deze persoon een jas droeg. Ik zag dat op 00:14 seconden op de camera de persoon met zijn hand voor de camera zwaaide. Ik zag dat de persoon vervolgens meerdere malen ergens op drukte. Ik kon niet vaststellen waar de persoon op drukte. Ik zag dat op 00:20 seconden op de camera de persoon de trap af liep in de richting van de openbare weg en dat de persoon op 00:28 seconden uit beeld verdween. Ik zag dat het buiten donker was.
04-11-2019 01:11:26
Lengte beeldfragment: 00.43 seconden
Ik zag dat op 00:03 seconden op de camera een persoon de trap op liet. Ik zag dat deze persoon een jas droeg en de capuchon van zijn jas op had. Vervolgens zag ik dat de persoon in de richting van de camera liep en recht in de camera keek. Ik zag dat deze persoon heel dicht met zijn gezicht naar de camera toe ging. Ik zag vervolgens dat de persoon voor de voordeur van de betreffende woning ging staan.
04-11-2019 01:12:30
Lengte beeldfragment: 00.31 seconden
Ik zag dat er een persoon voor de camera stond. Ik zag dat deze persoon een jas droeg en de capuchon van zijn jas op had. Ik zag dat de persoon voor de voordeur van de betreffende woning stond. Ik zag dat de persoon niets deed. Ik zag dat op 00:29 seconden op de camera de persoon in de richting van de trap liep. Ik zag dat het buiten donker was.
03-11-2019 22:07:47
Lengte beeldfragment: 01.02 minuten
Ik zag dat er een persoon voor de camera stond. Ik zag dat deze persoon een jas droeg. Ik zag dat de persoon recht in de camera keek. Vervolgens zag ik dat de persoon voor de voordeur van de betreffende woning stond. Ik zag dat de persoon niets deed. Ik zag op 00:44 seconden op de camera dat de persoon de trap af liep. Ik zag op 00:51 seconden op de camera de persoon uit beeld verdween.
30-10-2019 21:09:24
Lengte beeldfragment: 00.31 seconden
Ik zag dat er een persoon voor de camera stond. Ik zag dat deze persoon een jas droeg en de capuchon van zijn jas op had. Ik zag dat de persoon recht in de camera keek. Ik zag dat de persoon voor de voordeur van de woning stond en dat de persoon op 00:11 seconden op de camera iets voor de camera hield, waardoor ik geen zicht meer had. Ik hoorde vervolgens een bonkend geluid, alsof er ergens op werd geklopt. Ik zag dat op 00:27 seconden op de camera dat de persoon van de trap liep in de richting van de openbare weg.
15-11-2019 17.27:04
Lengte beeldfragment: 00.36 seconden
Ik zag op 00:01 seconden dat een persoon de trap op rende. Ik zag dat deze persoon een jas droeg. Ik zag dat deze persoon in de richting van de camera liep in recht in de camera keek. Vervolgens zag ik dat de persoon voor de voordeur van de betreffende woning stond. Ik zag op 00:19 seconden op de camera dat de persoon met zijn rechterhand de brievenbus van de betreffende woning open deed, om via deze manier met de bewoner te communiceren. Ik hoorde dat de persoon zei:• ‘ [slachtoffer] is dit wat je wil? He? Is dit wat je wil? Mij in de steek laten jezelf. Nog steeds? De vakantie alles wat we hebben meegemaakt? Is dat wat je wil? Hoe jij de?’ Hierna eindigde het beeldfragment en kon ik niet vaststellen wat er verder op het beeldfragment werd gezegd.
15-11-2019 17:30:09
Lengte beeldfragment: 06.34 minuten
Ik zag op 00:01 seconden een persoon de trap op rennen. Ik zag dat deze persoon een jas droeg. Ik zag dat de persoon met zijn hand richting de camera bewoog, alsof hij op een bel drukte. Ik kon op de camerabeelden niet vaststellen waar de persoon op drukte. Ik zag dat de persoon voor de voordeur van de betreffende woning stond en de capuchon van zijn sweater, onder zijn jas, op deed. Ik zag op 00:24 seconden op de camera dat de persoon met zijn rechterhand de brievenbus van de betreffende woning open deed, om via deze manier met de bewoner te communiceren. Ik hoorde dat de persoon zei: ‘‘He [slachtoffer] . Ik wens je er veel sterkte mee met wat je je eigen kind heb gedaan, zèlf dood gemaakt. Want ik wou er altijd voor jou zijn! Je bent alleen maar aan het liegen en bedriegen. Voor wat heb je mij laten komen dan 10 augustus? He, vertel mij dat? Toen ik Vrij kwam, denk je dan echt dat ik het zou verpesten voor jou? Je bent zelf diegene die het verpest heeft, begrijp het gewoon niet.’’ Ik zag op 00:47 seconden op de camera dat de persoon de brievenbus dicht deed en de trap afliep in de richting van de openbare weg. Ik zag dat de persoon zijn rechterhand in de lucht stak en op 01.03 minuten op de camera uit beeld verdween.
15-11-2019 23:16:50
Lengte beeldfragment: 01.35 minuten
Ik zag op 00:01 seconden op de camera en persoon voor de camera staan. Ik zag dat deze persoon een jas droeg en gebukt stond voor de brievenbus. Ik zag dat deze persoon de brievenbus van de betreffende woning open hield, om via deze manier met de bewoner te communiceren. Ik hoorde dat de persoon zei: ‘‘ [slachtoffer] , ik hoop dat je hierover nadenkt, voordat je iets fouts gaat doen. Want wat ik aan jou heb gegeven, met dank aan god of Allah. Wat ik jou heb mogen schenken. Ik hoop dat je daar over nadenkt, voordat we helemaal uit elkaar gaan. Denk hier alsjeblieft over na. En wees vooral gewoon kalm, rustig!’’ Ik hoorde dat de persoon hier na nog iets zei, maar dit was onverstaanbaar en ik niet kon vaststellen wat er verder op het beeldfragment werd gezegd. Ik zag op 00:42 seconden op de camera dat de persoon de trap af liep in de richting van de openbare weg.
22-11-2019 19:49:48
Lengte beeldfragment: 01.17 minuten
Ik zag op 00:01 seconden op de camera een persoon voor de camera staan. Ik zag dat deze persoon een jas droeg en een pet op had met daaroverheen een capuchon van zijn sweater. Ik zag dat deze persoon gebukt stond voor de brievenbus. Ik zag dat deze persoon de brievenbus van de betreffende woning open hield, om via deze manier met de bewoner te communiceren. Ik hoorde dat de persoon zei: ‘‘Alsjeblieft kom je met mij praten, dit gaat nergens over. Je kan boos zijn wat je wil, maar dit heeft geen zin. Kom praten ik ben een vriend van je. Ik kom hier veertien (14) jaar. Het is afgelopen nu, met deze geruzie. Hé! Je kan mij negeren, maar je kan mij niet verwijderen. Ja!. Ik zal toch achter je aan blijven komen, totdat jij je fouten toegeeft en toekent. Je moet niet denken dat ik dit ga accepteren van jou. Ik weet precies waar je twee (2) weken geleden was op vrijdag, in de nacht was je er niet en zaterdag ook niet. Ik ben niet dom. Ga je niet fucking verbergen voor mij in deze grot voor jou. Ja!. Ik verdien veel beter, maar niet op deze manier hoe jij met mij omgaat. Ik hoop dat je hierover na denkt en beseft wat je doet want dit kan niet. Ik ga nu, maar ik kan zo meteen weer terug komen.’’ Ik zag op 01:00 seconden op de camera dat de persoon de trap af liep in de richting van de openbare weg. Ik zag op 01:11 seconden op de camera dat de persoon uit beeld verdween. Ik zag dat het buiten donker was.
23-11-2019 13:55:54
Lengte beeldfragment: 01.20 minuten
Ik kon op de camerabeelden niets zien. Ik zag namelijk dat er iets voor de camera werd gehouden, waardoor ik geen zicht had. Ik hoorde dat een persoon zei: ‘Ja!’’ Ik zag bij 00:08 seconden op de camera dat er beeld was. Ik zag namelijk een persoon in beeld. Ik zag een persoon voor de camera die een jas droeg. Ik zag dat op 00:09 seconden op de camera er opnieuw iets voor de camera werd gehouden waardoor ik geen zicht had. Ik zag op 00:12 seconden op de camera weer beeld en zag de persoon opnieuw in beeld. Ik zag dat deze persoon de brievenbus van de betreffende woning open hield, om via deze manier met de bewoner te communiceren. Ik hoorde dat de persoon zei: ‘Hallo [slachtoffer] , ik praat tegen jou. Ik heb schijt als je mij negeert, maar ik kom jou toch buiten tegen en dan praat ik toch tegen jou! Dus jij kan doen wat jij wilt en ik zeg jou als jij iedereen erbij wil halen, moet je dat lekker doen. Interesseert me echt niet, want ik haal ook iedereen erbij. Maar ik laat mij niet voor schut zetten door jou. Laat dat duidelijk zijn en ik verwacht ook geen grote bek meer van jou, gewoon normaal praten want dat doe ik ook. Ik ga ook geen grote bek tegen jou geven en ook niet stoer doen, dus kom gewoon met mij praten. En probeer de boel niet te ontwijken, want als je de boel probeert te ontwijken loop je weg. En als je weg loopt kom ik jou achterna. Want je kan niet voor je fouten weglopen bij mij. Ja. Dat je dat weet.’’ Ik zag dat de persoon op 00:56 seconden op de camera van de trap afliep in de richting van de openbare weg.
24-11-2019 16:38:21
Lengte beeldfragment: 09.16 minuten
Ik kon op de camerabeelden niets zien. Ik zag namelijk dat er iets voor de camera werd gehouden, waardoor ik geen zicht had. Ik zag op 00:15 seconden op de camera dat ik weer beeld had en dat er een persoon voor de betreffende woning stond. Ik zag dat deze persoon een jas droeg en op de voordeur klopte. Ik zag vervolgens op 00:17 seconden op de camera dat de persoon zijn arm voor de camera hield, waardoor ik geen zich had. Ik hoorde op 03:32 minuten op de camera meerdere malen een hard gebons, alsof er tegen een deur werd aangetrapt. Ik kon dit op de camera niet zien, aangezien de camera op dat moment half was bedekt, waardoor ik geen goed zicht had. Ik hoorde op 03:48 minuten op de camera een kloppend geluid, alsof er wederom op de deur werd geklopt. Ik kon dit op de camera niet zien, aangezien de camera op dat moment was bedekt, waardoor ik geen zicht had. Ik hoorde op 03:58 minuten op de camera dat de persoon het volgende zei: ‘‘Eigenwijs doen alsof ik dom ben hé. Ik ben echt niet dom [slachtoffer] . Ik verwacht jou twaalf (12) uur bij die tankstation. Ik ga normaal doen. Ik ga normaal met jou praten. Maar als jij niet wilt kun je het zo krijgen. Ja! Want jij bent hier diegene die naar de politie is gegaan en die alles heeft veroorzaakt. Beter voor jou ga je dit oplossen met mij. Niet met de politie, want ik los ook niks op met de politie. Ik los alleen met jou dingen op. Laat ik daarmee duidelijk zijn. Klaar. Ik ga niet meer met jou in discussie. Ik wil hier niet eens komen. Ja! Je begrijpt zelf wel waarom. Maar als jij niet volwassen genoeg bent om met mij te komen praten, dan ben je gewoon een vieze kut kind. Ja! Die gewoon niet durft te praten om voor ze eigen fouten wegloopt. Jij bent diegene die hier fout zit, niet ik. Als de politie naar mij komt, dan kom ik naar Jou. Dat je dat weet.’’ Ik zag dat de persoon op 04:40 minuten op de camera de trap afliep in de richting van de openbare weg. Ik zag dat de persoon op 04:47 minuten op de camera uit beeld verdween. Ik hoorde dat de persoon uit de betreffende woning zei: ‘‘Hij zat tegen mijn deur aan te trappen, maar kijk hoe ik ben. Ik kan niet open doen. Maar ik druk op die alarm en zelf die alarm doet het niet. Wat heb ik daar dan aan. Ik ben fucking boos nu hé!’’ Hieruit maakte ik op dat de persoon uit de woning aangever [slachtoffer] betrof. Ik hoorde dat de persoon die beneden stond wat terug zei tegen de bewoner van de betreffende woning. Ik kon niet horen wat deze persoon zei.
- Het proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting op 29 juni 2020, voor zover inhoudende de verklaring van verdachte, zakelijk weergegeven:
Ik ben wel bij haar aan de deur geweest en daar heb ik een pet voor de camera gezet en aangeklopt. Ze had sinds juni-juli 2019 de paniekknop.