ECLI:NL:RBOVE:2019:316
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Onvoorwaardelijk ontslag van een ambtenaar wegens plichtsverzuim bij de Belastingdienst na onjuiste aangiften door echtgenoot
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 30 januari 2019 uitspraak gedaan in een geschil tussen een ambtenaar van de Belastingdienst en de staatssecretaris van Financiën. De ambtenaar, eiseres, was sinds 1983 werkzaam bij de Belastingdienst en kreeg onvoorwaardelijk ontslag opgelegd wegens zeer ernstig plichtsverzuim. Dit plichtsverzuim was het gevolg van onjuiste aangiften inkomensheffing die door haar echtgenoot waren ingediend over een periode van meerdere jaren. De rechtbank oordeelde dat eiseres, hoewel zij geen fiscale kennis had, wel een hoge graad van zorgvuldigheid diende te betrachten en zich had moeten laten informeren over de aangiften. De rechtbank stelde vast dat eiseres verantwoordelijk was voor de aangiften van haar echtgenoot, aangezien zij fiscale partners waren. De rechtbank concludeerde dat de opgelegde disciplinaire straf van onvoorwaardelijk ontslag niet onevenredig was aan het gepleegde plichtsverzuim, gezien de hoge eisen die aan de integriteit van ambtenaren van de Belastingdienst worden gesteld. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard.