Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
Stichting Leefbaar Buitengebieden
Stichting VROM?te respectievelijk Mariënheem, Ulicoten en gemeente Twenterand, eisers,
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 7 december 2016 uitspraak gedaan in een geschil over de ontvankelijkheid van een beroep tegen een omgevingsvergunning die was verleend aan een landbouwbedrijf voor het wijzigen van een veehouderijbedrijf. De vergunning betrof het vergroten van een bestaande varkensstal en het bouwen van een nieuwe varkensstal op het perceel in Mariënheem. De eisers, waaronder L.M. [eiser], hebben pro forma beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Raalte, dat op 6 juni 2016 de omgevingsvergunning had verleend. De rechtbank heeft onderzocht of de eisers als belanghebbenden kunnen worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde dat L.M. [eiser] als belanghebbende kan worden aangemerkt, omdat hij op een afstand van ongeveer 120 meter van de te bouwen stallen woont en aannemelijk is dat hij milieu-gevolgen van enige betekenis ondervindt. Echter, de rechtbank verklaarde de beroepen van Stichting Leefbaar Buitengebied en Stichting VROM niet-ontvankelijk, omdat hun statutaire doelstellingen te algemeen geformuleerd waren en zij niet konden aantonen dat hun belangen rechtstreeks bij het besluit betrokken waren. De rechtbank heeft verder de inhoudelijke beroepsgronden van [eiser] tegen de omgevingsvergunning beoordeeld, waaronder de stellingen over de brandveiligheid en de milieu-effecten. De rechtbank oordeelde dat de vergunning in overeenstemming was met het Bouwbesluit en dat de beroepsgronden van [eiser] niet slaagden. Uiteindelijk werd het beroep van [eiser] ongegrond verklaard, terwijl de beroepen van de andere stichtingen niet-ontvankelijk werden verklaard.