In deze zaak hebben eisers, [eiser 1] en [eiser 2], een rechtsvordering ingesteld tegen Dexia Nederland B.V. met betrekking tot de vernietiging van effectenleaseovereenkomsten die zij in 2001 hadden gesloten. De eisers stelden dat de overeenkomsten rechtsgeldig waren vernietigd op grond van artikel 1:89 BW, omdat er geen schriftelijke toestemming was gegeven door de echtgenoten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomsten tijdig zijn vernietigd en dat Dexia verplicht is om de aan haar betaalde bedragen terug te betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De kantonrechter oordeelde dat de stuitende werking van de collectieve actie, die door de Stichting Eegalease en de Consumentenbond was ingesteld, van toepassing was op de verjaring van de rechtsvordering tot vernietiging. Dexia's verweer dat de overeenkomsten niet vernietigd konden worden, werd verworpen. De kantonrechter heeft Dexia ook veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 25 oktober 2016.