Uitspraak
RECHTBANK OVERIJSSEL
DEXIA NEDERLAND B.V.,
gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam,
1.De procedure
2.De feiten en het geschil
nietzijn vernietigd, moet gelet op het gestelde in conventie worden afgewezen.
Rechtbank Overijssel
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Overijssel op 13 september 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door Leaseproces, en Dexia Nederland B.V. De kern van de zaak betreft de vraag of de echtgenoot van eiser de in 2001 met Dexia gesloten effectenleaseovereenkomsten tijdig heeft vernietigd. Eiser had drie overeenkomsten afgesloten, die met verlies zijn geëindigd. De echtgenoot heeft op 15 oktober 2004 een vernietigingsverklaring gestuurd aan Dexia, waarop eiser terugbetaling van de door hem betaalde bedragen vorderde, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke kosten.
Dexia betwistte de tijdigheid van de vernietiging en stelde dat de bevoegdheid om te vernietigen al was verjaard. De kantonrechter oordeelde dat de vernietiging tijdig was, omdat de verjaringstermijn was gestuit door een collectieve actie. De rechter verwierp ook het verweer van Dexia dat er sprake was van misbruik van recht, omdat de echtgenoot niet verplicht was om alle overeenkomsten te vernietigen. De kantonrechter oordeelde dat Dexia onverschuldigd had ontvangen en dat eiser recht had op terugbetaling van de betaalde bedragen, inclusief wettelijke rente vanaf 4 november 2004. Daarnaast werd Dexia veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke kosten.
In reconventie werd de vordering van Dexia afgewezen, en Dexia werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P.L. Alers, kantonrechter.