ECLI:NL:RBOVE:2016:1045
Rechtbank Overijssel
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van bestuurlijke boete wegens schending inlichtingenverplichting in het kader van de Werkloosheidswet
In deze zaak heeft de Rechtbank Overijssel op 25 maart 2016 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een WW-uitkering ontving, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). Eiseres had een verzoek ingediend om herziening van een eerder opgelegde bestuurlijke boete van € 20.251,42 wegens het schenden van haar inlichtingenverplichting. De rechtbank oordeelde dat het UWV het verzoek om herziening terecht had afgewezen, omdat eiseres geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden had aangevoerd die een herziening konden rechtvaardigen. Eiseres had aangevoerd dat zij op 23 mei 2013 op de website van het UWV had gemeld dat zij een nieuwe baan had gevonden, maar de rechtbank oordeelde dat deze melding niet als nieuw feit kon worden aangemerkt. De rechtbank benadrukte dat nieuwe jurisprudentie, zoals een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, op zichzelf geen nieuw feit is dat kan leiden tot herziening van een onherroepelijk besluit. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en wees de verzoeken om proceskostenvergoeding af. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.