3.4.Gelet op het voorgaande is het beroep gegrond en moet de bestreden uitspraak worden vernietigd. De rechtbank zal hieronder beoordelen of de heffingsambtenaar aannemelijk heeft gemaakt dat hij de WOZ-waarden van de woningen niet te hoog heeft vastgesteld en of de rechtsgevolgen van de bestreden uitspraak in stand gelaten kunnen worden.
4. Partijen zijn het niet eens over de waarde van de appartementen voor het kalenderjaar 2024. De waardepeildatum is 1 januari 2023.
5. De heffingsambtenaar moet aannemelijk maken dat hij de waarde van de appartementen niet op een te hoog bedrag heeft vastgesteld (bewijslast). Bij de beoordeling of de heffingsambtenaar in die bewijslast is geslaagd, betrekt de rechtbank ook wat eiseres hierover heeft aangevoerd.
6. Eiseres heeft de objectafbakening en de objectkenmerken van de appartementen niet aan de orde gesteld. Dat sprake is van een onjuiste objectafbakening is de rechtbank niet gebleken. Bij de beoordeling van het beroep wordt daarom uitgegaan van wat daarover is opgenomen in de waardematrix en bijlagen van de heffingsambtenaar.
7. De heffingsambtenaar heeft ter onderbouwing van de WOZ-waarden de vergelijkingsmethode toegepast. Hij verwijst ter onderbouwing van de vastgestelde waarden van de appartementen aan de [adres] tot en met [nummer] en [nummer] tot en met [nummer] naar de getaxeerde waarden in de matrices, zoals opgenomen in het taxatierapport dat op 18 maart 2025 is opgesteld door taxateur A.L.M. Keeris. Deze appartementen zijn vergeleken met drie andere appartementen, te weten Aan de [adres] in [woonplaats] , [adres] in [woonplaats] en [adres] in [woonplaats] .
Ter onderbouwing van de vastgestelde waarde van het appartement aan de […] verwijst de heffingsambtenaar naar de getaxeerde waarde in de matrix, zoals opgenomen in een ander taxatierapport dat eveneens op 18 maart 2025 is opgesteld door taxateur A.L.M. Keeris. Dit appartement is vergeleken met de appartementen aan de [adres] , [adres] en [adres] , alle in [woonplaats] . In de vergelijkingsmatrices heeft de heffingsambtenaar de uit de transactiecijfers van de vergelijkingsobjecten afgeleide m²-prijzen gecorrigeerd voor de door hem benoemde waarderelevante verschillen. De rechtbank is van oordeel dat de waardebepaling van de heffingsambtenaar in zoverre niet op onjuiste uitgangspunten berust.
8. Eiseres heeft aangevoerd dat de heffingsambtenaar onvoldoende rekening heeft gehouden met afnemend grensnut. De rechtbank volgt eiseres daarin niet. Uit de matrixen bij de taxatierapporten in beroep blijkt dat correcties zijn doorgevoerd voor “grensnut/oppervlakte”. Eiseres heeft in reactie op de matrices niet bestreden dat deze correcties niet op de juiste manier zijn doorgevoerd. De beroepsgrond slaagt niet.
9. Eiseres heeft aangevoerd dat bij de vergelijkingsobjecten de bijgebouwen en het aantal vierkante meters niet op de juiste manier is vastgesteld. De rechtbank volgt eiseres daarin niet. De heffingsambtenaar heeft toegelicht dat de bijgebouwen bij de vergelijkingsobjecten in de matrixen staan vermeld en voor de oppervlakten is uitgegaan van de gegevens zoals die in de BAG en het WOZ-waardeloket zijn opgenomen. De rechtbank kan deze toelichting volgen. Eiseres heeft de toelichting van de heffingsambtenaar niet bestreden. De beroepsgrond slaagt niet.
10. Eiseres heeft op de zitting aangevoerd dat de heffingsambtenaar ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de ligging van de appartementen. In de bestreden uitspraak heeft de heffingsambtenaar namelijk een correctie op de ligging toegepast van - 35%, maar in beroep is deze correctie onterecht niet toegepast.