Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de meervoudige kamer van 3 december 2025 in de zaak tussen
[eiseres], uit [woonplaats], eiseres
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Het bestreden besluit
Beoordeling
drie jarenvoorafgaand aan de aanvraag de zelfstandigenaftrek is toegepast. Deze bepaling kent allereerst geen vereiste termijn van drie jaren. De rechtbank verwijst in dit kader ook naar de uitspraken van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) van 14 april 2015 [1] en van 19 april 2016 [2] waarin de CRvB heeft overwogen dat het urencriterium betrekking heeft op het jaar voorafgaand aan de aanvraag om een IOAZ-uitkering. Ten tweede vereist artikel 2, vijfde lid, van de IOAZ niet dat de zelfstandigenaftrek moet zijn toegepast. In artikel 2, vijfde lid, van de IOAZ is bepaald dat de gewezen zelfstandige was aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf of beroep, indien werd voldaan aan het
urencriterium, bedoeld in artikel 3.6 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Wet ib 2001). In artikel 3.6, eerste lid, aanhef, van de Wet ib 2001 is, voor zover van belang, bepaald dat onder
urencriteriumwordt verstaan: het gedurende
het kalenderjaarbesteden van ten minste 1225 uren aan werkzaamheden voor een of meer ondernemingen waaruit de belastingplichtige als ondernemer winst geniet. Ook uit dit artikel volgt dus niet dat uitsluitend is voldaan aan het urencriterium als de zelfstandigenaftrek is toegepast. Het college heeft geen onderzoek gedaan naar de werkzaamheden van eiseres in de pizzeria. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van het college desgevraagd verklaard dat het college niet betwist dat eiseres de in 4.2.1 gestelde werkzaamheden heeft verricht. De rechtbank gaat uit van verklaringen van eiseres dat zij vanaf haar ontslag bij KPN in ieder geval jaarlijks 2.142 uren (51 weken x zes dagen x zeven uur) aan werkzaamheden voor de onderneming heeft verricht. Hiermee voldoet eiseres in het jaar voorafgaand aan de IOAZ-aanvraag ruimschoots aan artikel 2, vijfde lid, van de IOAZ en dient zij aangemerkt te worden als gewezen zelfstandige. De beroepsgrond slaagt.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
Informatie over hoger beroep
Bijlage: voor deze uitspraak belangrijke wet- en regelgeving
de persoon die voor de voorziening in het bestaan was aangewezen op arbeid in het eigen bedrijf of beroep en die: