ECLI:NL:RBOBR:2025:7076
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen WOZ-waarde woning en schending hoorplicht in bezwaar
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's-Hertogenbosch, wordt het beroep van eiseres tegen de WOZ-waarde van haar woning behandeld. De heffingsambtenaar van de gemeente Mierlo had de WOZ-waarde voor het kalenderjaar 2022 vastgesteld op € 334.000, maar eiseres maakte bezwaar tegen deze waardebepaling. De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de vastgestelde waarde, omdat hij de waardematrix waarop de WOZ-waarde is gebaseerd niet heeft ingediend. Hierdoor is het beroep gegrond verklaard en wordt de WOZ-waarde vastgesteld op € 310.000. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de hoorplicht in de bezwaarfase is geschonden, wat door de heffingsambtenaar is erkend tijdens een minnelijke regeling. Eiseres heeft recht op vergoeding van proceskosten en griffierecht, en de Staat der Nederlanden moet een schadevergoeding van € 1.500,- betalen wegens overschrijding van de redelijke termijn voor de procedure. De uitspraak is gedaan op 3 november 2025.