Op 7 juli 2025 heeft de Rechtbank Oost-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen drie verdachten die zijn veroordeeld voor het voortzetten van de verboden rechtspersoon Hells Angels. De rechtbank oordeelde dat de verdachten op 20 april 2023 in Eindhoven, gekleed in clubkleding met de naam en het logo van de Hells Angels, zich op de openbare weg bevonden. Dit gedrag werd gekwalificeerd als een voortzetting van de activiteiten van een organisatie die bij onherroepelijke rechterlijke beslissing verboden was verklaard. De rechtbank legde aan elke verdachte een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren op, met een proeftijd van één jaar, en beval de onttrekking aan het verkeer van de in beslag genomen clubkleding. De rechtbank overwoog dat het dragen van de clubkleding bijdraagt aan het voortbestaan van de verboden organisatie en dat de verdachten zich bewust waren van de strafbaarheid van hun handelen. De verdediging had aangevoerd dat de tenlastelegging onduidelijk was en dat de verdachten geen schuld hadden aan het ten laste gelegde, maar de rechtbank verwierp deze verweren. De uitspraak is gedaan na een onderzoek ter terechtzitting op 23 juni 2025, waarbij de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie en de argumenten van de verdediging.