Uitspraak
1.Procesverloop in cassatie
2.Beoordeling van het cassatiemiddel
Voortzettingsgedragingen kunnen zich in velerlei vorm voordoen. Het gaat daarbij om iedere gedraging die ten dienste staat aan het voortbestaan van de verboden organisatie. Ter illustratie zij gewezen op: het organiseren van een betoging, evenement of vergadering, het oprichten van een nieuwe (vergelijkbare) organisatie, het voeren van een ledenadministratie, het «in de lucht» houden van een website en het houden van fondsenwervingsacties ten behoeve van een verboden rechtspersoon of een daarmee vergelijkbare opvolger. Een combinatie van dergelijke factoren levert eerder bewijs op van de voortzetting van de activiteiten van een verboden rechtspersoon.
De casuïstiek is hier dermate groot, dat iedere wettelijke opsomming, zelfs een indicatieve, bij voorbaat te kort zou schieten, en voor de rechtsontwikkeling misschien zelfs een onnodig verstarrend effect zou kunnen hebben. Daarom is volstaan met de genoemde verduidelijking in de toelichting. Wel is, overeenkomstig het advies van de Afdeling, het verwarrende bestanddeel «deelneming aan» geschrapt. Daarmee wordt verduidelijkt dat het voor de strafbaarheid ex artikel 140 lid 2 Sr moet gaan om de daadwerkelijke «voortzetting» van de activiteiten van een verboden rechtspersoon. Een aparte bewezenverklaring van «deelneming», zoals de huidige tekst van artikel 140 lid 2 Sr zou kunnen suggereren, is daarbij niet van belang.”
(Kamerstukken II 2019/20, 35366, nr. 4, p. 8-9.)
De aanleiding van die, met de beschikking van de Hoge Raad van 24 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:797 onherroepelijk geworden verbodenverklaring is – kort gezegd – de binnen BMC Holland bestaande cultuur waarin het plegen van (ernstig) geweld wordt gestimuleerd, in welk verband in die procedure is vastgesteld dat de leden van BMC Holland de naam “Bandidos” en hun “colors” (kleding met naar BMC Holland verwijzende uiterlijke kenmerken) gebruiken om hun daden en woorden kracht bij te zetten. In die procedure is verder vastgesteld dat alleen personen die lid zijn van een bij BMC Verenigde Staten, BMC Europe of BMC Australasia aangesloten chapter de (wereldwijd dezelfde) clubkleding van Bandidos mogen dragen – veelal mouwloze leren vesten in de clubkleuren (colors), met daarop de naam “Bandidos MC” en met daarop dezelfde soort symbolen – en dat deze symbolen binnen BMC een zelfde betekenis hebben. Voorts is vastgesteld dat de Bandidos zichzelf typeren als een motorclub (MC) met een cultuur van wetteloosheid, een “outlaw-cultuur” omdat zij zichzelf zien als een “1%”-MC en dat ook expliciet uitdragen: de Bandidos tonen het “1%”-teken – een teken waarmee MC’s en hun leden aan de buitenwereld laten zien dat zij buiten de wet (willen) opereren, dat zij “outlaws” zijn – in het openbaar, bijvoorbeeld op de colors (door middel van de “1%”-patch).
De verbodenverklaring en ontbinding van BMC Holland strekken zich niet uit over de lokale Nederlandse afdelingen (chapters) van de Bandidos motorclub.
3.Beslissing
14 januari 2025.