ECLI:NL:RBOBR:2025:3514

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
18 juni 2025
Zaaknummer
11073936 \ CV EXPL 24-2982
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toetsing van de klachtplicht en non-conformiteit bij de aankoop van een televisiemeubel

In deze zaak heeft een consument, hierna te noemen [eiser], een televisiemeubel gekocht bij Table du Sud B.V. in Heeze. Na een jaar meldt hij gebreken aan het meubel, waaronder defecte scharnieren en een slecht sluitend mechanisme, wat schade aan zijn parketvloer heeft veroorzaakt. De verkoper, Table du Sud, betwist de gebreken en beroept zich op een schending van de klachtplicht, zoals vastgelegd in hun algemene voorwaarden. De kantonrechter oordeelt dat het beding in de algemene voorwaarden dat een klacht binnen 14 dagen na ontdekking van een gebrek vereist, onredelijk bezwarend is en daarom vernietigd moet worden. Hierdoor kan [eiser] zijn vordering inhoudelijk laten beoordelen.

De rechter stelt vast dat de vordering van [eiser] niet kan slagen omdat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd dat het meubel non-conform was bij levering. De kantonrechter wijst erop dat de bewijslast bij [eiser] ligt en dat hij niet heeft aangetoond dat de gebreken al bij de levering aanwezig waren. De rechter concludeert dat er geen sprake is van non-conformiteit en wijst de vordering van [eiser] af. Tevens wordt [eiser] veroordeeld in de proceskosten van Table du Sud, die op € 595,00 worden begroot, inclusief wettelijke rente over deze kosten.

Uitspraak

RECHTBANKOOST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Eindhoven
Zaaknummer / rekestnummer: 11073936 \ CV EXPL 24-2982
Beschikking van 5 juni 2025 op grond van Verordening (EG) nr. 861/2007, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2015/2421
in de zaak van
[eiser],
wonende te [plaats] , [land] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [eiser] ,
procederend in persoon,
tegen
TABLE DU SUD B.V.,
gevestigd te Heeze,
verwerende partij,
hierna te noemen: Table du Sud,
gemachtigde: mr. N. Liebregts.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vorderingsformulier A van de verordening (EG) nr. 861/2007 met 9 producties;
- het vorderingsformulier C van de verordening (EG) nr. 861/2007 met 2 producties;
- een e-mailbericht van [eiser] d.d. 28 november 2024 met een videobestand;
- een e-mailbericht van Table du Sud d.d. 18 april 2025 met productie 3 en een videobestand;
- de mondelinge behandeling van 25 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
De beschikking is bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
Op 14 november 2020 heeft [eiser] in de winkelruimte van Table du Sud in Heeze een televisiemeubel model Bjorn (hierna: het Televisiemeubel) gekocht samen met een bankstel en een bijzettafel voor een totaalprijs van € 4.800,- De prijs van het Televisiemeubel is € 1.909,-, zonder in achtneming van een korting van € 119,- op de totaalprijs.
2.2.
Op de koopovereenkomst zijn de “Algemene voorwaarden Table du Sud” van toepassing verklaard, die op de achterzijde van de door [eiser] getekende orderbevestiging zijn opgenomen. Daarin is, voor zover van belang voor deze procedure, het volgende opgenomen:
“Artikel 12 - Garantie
1. Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, staat Table du Sud voor een periode van twaalf maanden na aflevering in voor de deugdelijkheid van de geleverde producten.
[...]
3. De afnemer biedt Table du Sud in alle gevallen gelegenheid om een eventueel gebrek te
herstellen. De aansprakelijkheid van Table du Sud is beperkt tot het kosteloos herstel van een gebrekkig product of tot vervanging van dat product of een onderdeel ervan, een en ander ter beoordeling van Table du Sud.
4. Geen garantie wordt gegeven als gebreken het gevolg zijn van normale slijtage,
onoordeelkundig gebruik, niet of onjuist onderhoud of installatie, (de)montage, wijziging of
reparatie door de afnemer of derden. Geen garantie wordt gegeven op geleverde producten die niet nieuw waren op het moment van levering, showroommodellen, producten of onderdelen waarvoor fabrieksgarantie is verleend, product specifieke eigenschappen waaronder de natuurlijke werking van hout (zie ook hierna). [...]
Artikel 13 - Aansprakelijkheid
1. Het risico van beschadiging berust bij Table du Sud tot het moment van aflevering aan de
afnemer aan de eerste deur/drempel van het afleveradres, tenzij uitdrukkelijk anders is
overeengekomen.
2. Table du Sud is niet aansprakelijk voor schade ontstaan aan muren, kozijnen, vloeren en
andere goederen door de aflevering en/of montage van onze producten.
3. Table du Sud is niet aansprakelijk voor direct of indirect geleden schade ontstaan door
gebreken aan de geleverde producten of anderszins, evenals wegens vertraging in de levering van producten, behoudens opzet of grove schuld aan de zijde van Table du Sud. [...]
Artikel 14 - Klachten
1. Klachten wegens de hoedanigheid van de geleverde producten of materialen of de uitvoering van het werk kunnen door de afnemer bij Table du Sud alleen geldend worden gemaakt door indiening hiervan binnen 14 dagen na aflevering van de producten. Indien indiening binnen deze termijn redelijkerwijs niet mogelijk is, geldt de termijn van 14 dagen vanaf het moment waarop het gebrek is geconstateerd of geconstateerd had kunnen zijn . De klacht moet een duidelijke en volledige omschrijving van de grieven en geconstateerde gebreken bevatten. [...]”
2.3.
Het Televisiemeubel is op 17 mei 2021 door een externe transporteur in de woning van [eiser] aan hem geleverd.
2.4.
Op 7 juni 2022 heeft [eiser] via de website van Table du Sud een klachtformulier ingevuld. In de klacht heeft [eiser] het volgende geschreven:
“Hallo, We hebben een tv meubel gekocht vorig jaar. Bij twee van de kastjes is het magneet niet goed geplaatst waardoor ze niet goed sluiten. Bovendien werkt een van de scharnieren niet goed (dwz de deur valt er steeds uit)”
2.5.
Table du Sud heeft op 9 juni 2022 gereageerd op de klacht van [eiser] en heeft op of omstreeks 16 juni 2022 vervangende scharnieren en magneten (kastsluiting mechanismes) aan [eiser] gezonden. [eiser] heeft de toegezonden scharnieren en magneten niet vervangen en/of gebruikt.
2.6.
Op 1 juli 2022 heeft [eiser] Table du Sud het volgende gemaild:
“Onze hond liep net tegen ons tv meubel aan en alle vier de laden klapten open (ook degene
waarbij het magneet wel correct is geïnstalleerd). We willen graag een oplossing hiervoor want we hebben het gevoel dat het tv meubel niet goed in elkaar is gezet of dat simpelweg de constructie niet goed is.”
Partijen hebben vervolgens over en weer gecorrespondeerd via e-mail.
2.7.
Op 10 juli 2022 heeft [eiser] Table du Sud het volgende gemaild:
“Alle scharnieren van het tv meubel zijn inmiddels kapot. Het is duidelijk dat het systeem simpelweg niet goed functioneert. Bovendien is ook nog eens onze nieuwe visgraat vloer beschadigd. Wat ons betreft kan het tv meubel worden opgehaald want wij zijn er redelijk klaar mee.”
2.8.
Hierna hebben partijen opnieuw over en weer gecorrespondeerd via e-mail. Table du Sud heeft zich in die correspondentie op het standpunt gesteld dat de garantieperiode van 12 maanden is verstreken. [eiser] heeft zich op het standpunt gesteld dat het Televisiemeubel vanaf levering ondeugdelijk was. Table du Sud heeft [eiser] diverse voorstellen gedaan om een oplossing te bereiken, maar tussen partijen is hierover geen overeenstemming bereikt.

3.Het geschil

3.1.
[eiser] vordert – samengevat – veroordeling van Table du Sud tot betaling van € 1.447,68 aan kosten voor het ombouwen met het Televisiemeubel met een liftsysteem en de kosten van herstel van de schade aan de parketvloer geschat op € 1.800,- à € 2.000,-.
3.2.
Hieraan heeft [eiser] – samengevat – ten grondslag gelegd dat het Televisiemeubel sinds het moment van levering gebrekkig was omdat een scharnieren kapot was, de magneten niet juist waren geplaatst en de kleppenhouders niet waren aangedraaid; er stond geen spanning op de kleppen. Doordat de kleppen van het Televisiemeubel hard zijn opengeklapt, zijn inmiddels alle scharnieren kapot. Ook is de parketvloer beschadigd geraakt. [eiser] stelt dat hij een lokale timmerman heeft verzocht om het Televisiemeubel te voorzien van een liftsysteem en dat de kosten hiervoor € 1.447,68 zijn.
3.3.
Table du Sud heeft – samengevat – het volgende verweer gevoerd dat strekt tot afwijzing van de vordering. Zij stelt dat [eiser] niet heeft voldaan aan de klachtplicht zoals is opgenomen in artikel 14 lid 1 van haar algemene voorwaarden omdat [eiser] niet binnen een termijn van 14 dagen nadat hij het gebrek heeft geconstateerd of had moeten constateren bij Table du Sud heeft geklaagd. Aan de wettelijke klachttermijn is volgens Table du Sud daarnaast ook niet voldaan. [eiser] kan daarom geen beroep meer doen op een vermeend gebrek c.q. non-conformiteit. Verder heeft Table du Sud betwist dat er een grondslag voor aansprakelijkheid bestaat. Van een toerekenbare tekortkoming en/of non-conformiteit of een gebrekkige installatie is geen sprake. Daarnaast stelt Table du Sud dat zij niet in verzuim is geraakt omdat [eiser] geen ingebrekestelling heeft gestuurd. Tot slot betwist Table du Sud de hoogte van de schade en doet zij een beroep op rechtsverwerking.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De vordering valt binnen het toepassingsbereik van de Europese procedure voor geringe vorderingen. De kantonrechter is bevoegd van de vordering kennis te nemen en stelt tevens vast dat het Nederlands recht op de procedure van toepassing is.
Heeft [eiser] voldaan aan de klachtplicht?
4.2.
Table du Sud heeft als meest verstrekkend verweer aangevoerd dat [eiser] niet tijdig heeft geklaagd, met als gevolg dat hij geen beroep meer kan doen op non-conformiteit. Vaststaat dat in deze zaak sprake is van consumentenkoop gesloten tussen een handelaar en een consument. In dat geval gaat de klachttermijn als bedoeld in artikel 7:23 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) lopen op het moment dat de consument heeft ontdekt dat hetgeen is afgeleverd niet aan de overeenkomst beantwoordt en niet al op het moment waarop de koper dit redelijkerwijs had behoren te ontdekken. Verder geldt dat een kennisgeving binnen een termijn van twee maanden na ontdekking tijdig is (zie de slotzin van dat artikel). Table du Sud heeft een beroep gedaan op artikel 14 lid 1 van haar algemene voorwaarden waarin – kort gezegd – is bepaald dat de consument moet klagen binnen 14 dagen na ontdekking van het gebrek of het moment dat hij het gebrek had moeten constateren. De contractueel bedongen klachttermijn is daarmee dus aanzienlijk korter dan de termijn van artikel 7:23 lid 1 BW.
4.3.
Omdat sprake is van een overeenkomst tussen een handelaar en een consument moet de kantonrechter over ieder onderdeel van de vordering of het verweer beoordelen of daarover in de overeenkomst en de daarop van toepassing verklaarde algemene voorwaarden afspraken zijn gemaakt en of die afspraken al dan niet eerlijk zijn ten opzichte van de consument in de zin van artikel 3 van de Richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn). Artikel 3 van de richtlijn is in het Nederlandse recht tot uitdrukking gebracht in artikel 6:233 onder a BW waarin – kort gezegd – is bepaald dat een beding dat onredelijk bezwarend is, vernietigbaar is. Bij de beoordeling van het oneerlijke karakter van een beding gaat het erom of dat beding, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Indien een beding als oneerlijk wordt aangemerkt, wordt de vordering of het verweer gegrond op dat beding afgewezen. Daarnaast kan een handelaar geen aanspraak meer maken op de wettelijke regeling die zonder dat beding van toepassing zou zijn geweest. Dat volgt uit de uitspraken van het Europese Hof van Justitie van 27 januari 2021, C-229/19, ECLI:EU:C:2021:68 (Dexia) en de Hoge Raad van 10 februari 2023, ECLI:NL:HR:2023:198.
4.4.
Voor overeenkomsten met consumenten geven de artikelen 6:236 BW (zwarte lijst) en 6:237 BW (grijze lijst) een opsomming van bedingen die onredelijk bezwarend zijn of vermoed worden onredelijk bezwarend te zijn. Meer in het bijzonder bepaalt artikel 6:236 sub g BW dat een beding waarin een wettelijke verjarings- of vervaltermijn waarbinnen de wederpartij enig recht moet geldend maken, tot een verjarings- onderscheidenlijk vervaltermijn van minder dan een jaar verkort onredelijk bezwarend is. Uit vaste rechtspraak van de Hoge Raad volgt dat bedingen die een wettelijke vervaltermijn verkorten tot een vervaltermijn van één jaar of meer niet vallen onder artikel 6:236 sub g BW (zie Hoge Raad, 27 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:531 en Hoge Raad, 8 september 2023, ECLI:NL:HR:2023:1197). Uit de parlementaire geschiedenis van artikel 6:236 sub g BW blijkt dat bedingen die betrekking hebben op gevallen waarin de wet het verval van rechten verbindt aan een door een partij binnen een ‘redelijke’ of ‘korte’ termijn of ‘binnen bekwame tijd’ te verrichten handeling, zoals de klachtplicht van artikel 7:23 BW en 6:89 BW, worden bestreken door artikel 6:237 sub h BW. In dit artikel is – kort gezegd – bepaald dat wordt vermoed onredelijk bezwarend te zijn een beding dat op gedragingen of nalaten van de wederpartij, als sanctie verval stelt van de haar toekomende rechten of verweren, behoudens voor zover die gedragingen dit verval rechtvaardigen. Dat van die uitzondering sprake is, is niet althans onvoldoende door Table du Sud gesteld. Evenmin is door Table du Sud voldoende gesteld om het wettelijke vermoeden van onredelijke bezwarendheid te weerleggen. Table du Sud heeft desgevraagd slechts aangevoerd dat de vervaltermijn ertoe dient om de rechtszekerheid te beschermen, zodat zij niet nog jaren na de levering wordt geconfronteerd met een vordering. Zij heeft daarbij in het geheel geen rechtvaardiging gegeven voor de substantieel veel kortere bedongen klachttermijn, die bovendien inhoudelijk afwijkt van artikel 7:23 lid 1 BW ten nadele van de consument. Dit leidt tot de conclusie dat artikel 14 lid 1 van de algemene voorwaarden onredelijk bezwarend is en daarom ambtshalve moeten worden vernietigd. Zoals hiervoor is overwogen kan Table du Sud na vernietiging van een oneerlijk beding geen beroep (meer) doen op de wettelijke regeling van artikel 7:23 BW en/of 6:89 BW. De slotsom is dat het beroep op schending van de klachtplicht wordt verworpen, zodat de vordering van [eiser] inhoudelijk kan worden beoordeeld.
Is sprake van een gebrek; non-conformiteit?
4.5.
[eiser] doet een beroep op non-conformiteit (zie artikel 7:17 BW). Kort gezegd moet een afgeleverde zaak (in dit geval het Televisiemeubel) aan de overeenkomst beantwoorden. Een koper mag verwachten dat een gekochte zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen. De bewijslast van non-conformiteit ligt bij de koper. De koper moet bewijzen dat de schade of het gebrek al tijdens de koop aanwezig was. Bij een consumentenkoop geldt dat als een gebrek zichtbaar wordt binnen zes maanden na aflevering van een zaak, wordt aangenomen dat dit gebrek al bij de aflevering aanwezig was. Dit volgt uit artikel 7:18 lid 2 BW (oud), geldend voor overeenkomsten die zijn gesloten tot en met 26 april 2022. [eiser] heeft gesteld dat de gebreken zich een jaar na levering hebben geopenbaard toen hij het Televisiemeubel ging inruimen. [eiser] kan om die reden geen beroep doen op het bewijsvermoeden. Table du Sud heeft gemotiveerd betwist dat het Televisiemeubel gebrekkig is en ook betwist dat dit al vanaf aanvang zo is geweest. Het is dus aan [eiser] om voldoende feiten en omstandigheden te stellen (en zo nodig te bewijzen) waaruit blijkt dat het Televisiemeubel non-conform is. Dat heeft [eiser] niet, althans onvoldoende gedaan. Nergens uit blijkt dat de scharnieren en magneten gebrekkig waren en dat de kleppen niet waren aangedraaid. Daarnaast heeft [eiser] verklaard dat zijn dochter op enig moment op de klep heeft geleund waarna deze verder opviel en dat zijn hond op een ander later moment tegen het Televisiemeubel is aangelopen waardoor de kleppen openvielen, ook die kleppen waarvan de scharnieren niet kapot waren. Daaruit blijkt dat er andere oorzaken zijn die ervoor hebben gezorgd dat de kleppen opvielen. Hetzelfde geldt voor de video die [eiser] heeft ingebracht, waarop te zien is dat de kleppen openvallen als zijn partner met kracht tegen het Televisiemeubel trapt. Dit valt niet onder normaal gebruik. Tegen die achtergrond is niet vast komen te staan dat het Televisiemeubel niet de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn. Voor zover de scharnieren na verloop van tijd opnieuw gesteld moesten worden, is dat als zodanig onvoldoende om te spreken van een gebrek. Tot slot geldt dat Table du Sud uit coulance vervangende onderdelen heeft verstrekt naar aanleiding van [eiser] ’s meldingen, maar dat [eiser] er om hem moverende redenen voor heeft gekozen om deze niet te monteren. De slotsom is dat van non-conformiteit geen sprake is. Daarom bestaat er geen grondslag voor de vordering van [eiser] en zal deze worden afgewezen. Aan de beoordeling van de overige verweren van Table du Sud wordt niet meer toegekomen.
De proceskosten
4.6.
[eiser] is in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten (inclusief nakosten) worden veroordeeld. De proceskosten van Table du Sud worden begroot op:
- salaris gemachtigde
476,00
(2 punten × € 238,00)
- nakosten
119,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
595,00
De gevorderde wettelijke rente over de proceskosten wordt toegewezen zoals vermeld in de beslissing.

5.De beslissing

De kantonrechter
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten van € 595,00, te vermeerderen met de kosten van betekening als deze beschikking wordt betekend;
5.3.
veroordeelt [eiser] tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald;
5.4.
verklaart de beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A.M. van den Berk en in het openbaar uitgesproken op 5 juni 2025.