Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
tussenuitspraak van de enkelvoudige kamer van 8 mei 2025 in de zaak tussen
[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres
Samenvatting
Procesverloop
om kopieën van de volgende documenten:
De verspreidde beschadigde informatie via social media alsmede de persberichten;
De ongefundeerde beschuldigen naar- en de imagoschade aan collega’s;
Het overzicht van de data van de vele gespreken die volgens het wethouders collectief met raadslid mevr. [naam] gehouden zouden zijn alsmede het overzicht met bijbehorende locaties alsmede het overzicht van de aanwezige participanten aan dit gesprek”.
verspreide beschadigde informatie via social media alsmede de persberichten” en “
de ongefundeerde beschuldigen naar- en de imagoschade aan collega’s”heeft het college zich op het standpunt gesteld dat dit al openbare informatie betreft, zodat de Woo daarop niet van toepassing is.
Beoordeling door de rechtbank
artikel 155 van de Gemeentewet, vragen gesteld over de uitlatingen van de wethouders in de betreffende raadsvergadering. Het was daardoor voor het college duidelijk waarop het Woo-verzoek betrekking had. In haar bezwaarschrift heeft eiseres haar verzoek enkel nader gespecificeerd. Volgens eiseres dient het college behulpzaam te zijn bij het preciseren van het Woo-verzoek en had het daarom uit zichzelf om nadere precisering van het verzoek moeten vragen.
documenten die een onderbouwing geven van dit door u gestelde patroon”, “
een afschrift van deze door cliënte ingediende ernstige klachten”, “
onderzoeksverslagen”, “
een gefundeerde onderbouwing”, “
een kostenoverzicht alsmede de bijbehorende kopieën van de facturen van de inhuur van advocaten en mediators”. Deze documenten heeft eiseres niet genoemd in het oorspronkelijke Woo-verzoek en kunnen naar het oordeel van de rechtbank ook niet worden aangemerkt als een specificering van de hiervoor vermelde formulering van dat verzoek. De rechtbank oordeelt dan ook dat eiseres het Woo-verzoek in het bezwaarschrift heeft uitgebreid en dat het college deze uitbreiding bij haar besluitvorming buiten beschouwing kon laten.
verspreidde beschadigde informatie via social media alsmede de persberichten”en “
de ongefundeerde beschuldigen naar- en de imagoschade aan collega’s”. Het gaat volgens het college hierbij immers om berichten en uitlatingen van eiseres, die zij zelf openbaar heeft gemaakt op sociale media of in de pers. Dergelijke berichten vallen volgens het college niet onder de reikwijdte van de Woo. Het college verwijst ter onderbouwing van haar standpunt naar rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling). [2]
artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) betoogt eiseres dat het college gehouden is om de vermeende berichten, foto’s, screenshots, of andere informatie op te slaan en om aan te geven waar deze publicaties te vinden zijn door de betreffende link te verstrekken.
“over het gedrag van een raadslid”.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- draagt het college op binnen twee weken de rechtbank mee te delen of het gebruik maakt van de gelegenheid het onder 17 geconstateerde gebrek te herstellen;
- stelt het college in de gelegenheid om binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak het gebrek te herstellen met inachtneming van de overwegingen en aanwijzingen in deze tussenuitspraak;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
P.L.M.M. Mulders, griffier.