Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 6 december 2024 in de zaak tussen
[eiser] , uit [woonplaats] (NB), eiser
de heffingsambtenaar van de gemeente Land van Cuijk, de heffingsambtenaar
Inleiding
Feiten
De beoordeling
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep in zaak 23/2267 gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar van 11 januari 2023;
- stelt de waarde van de woning aan de [adres] in [woonplaats] (NB) per waardepeildatum 1 januari 2021, naar de toestandsdatum 1 januari 2022, voor het kalenderjaar 2022, vast op € 650.000;
- draagt de heffingsambtenaar op de daarop gebaseerde aanslag OZB naar evenredigheid te verminderen;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak op bezwaar;
- draagt de heffingsambtenaar op aan eiser het betaalde griffierecht van € 50 te vergoeden;
- verklaart het beroep in zaak 23/539 ongegrond.