5.49.Ook in 2017 heeft [gedaagde sub 3 in conventie in de hoofdzaak] nog bemoeienis gehad met bestuurlijke zaken binnen de stichting, zo blijkt onder meer uit een mailwisseling op 16 en 17 februari 2017 (overgelegd door de curator als bijlage 9 bij productie 5), waarin onder meer het volgende valt te lezen in chronologische volgorde:
“ [gedaagde sub 1 in conventie in de hoofdzaak] schrijft:
Ik heb alle contactpersonen die wij kennen of moeten leren kennen binnen de gemeente Groningen op een rij gezet. Willen jullie je eigen contactpersonen die er wellicht niet op staan aan toevoegen? Dan hebben we 1 document met alle relevante contactpersonen en hebben we ook helder wie verantwoordelijk is voor welke contactpersoon. Het is een eerste opzet.
[gedaagde sub 3 in conventie in de hoofdzaak] reageert:
Mooie lijst. Ik zal er morgen naar kijken en aanvullen.
Ter volledigheid: op strategisch niveau zal ik bij alle gesprekken aanwezig zijn. Sinds twee weken geleden heb ik [gedaagde sub 1 in conventie in de hoofdzaak] [rb: [gedaagde sub 1 in conventie in de hoofdzaak] ] aangegeven om ook bij (zoveel mogelijk) sales gesprekken aanwezig te zijn.
In Oost-Groningen, EemsDelta, IWCN, EZ, OTP, provincie, SER ben ik
altijdaanwezig.
[gedaagde sub 1 in conventie in de hoofdzaak] reageert:
Afgelopen maandag zijn wij in het overleg, onder begeleiding van [F] , tot de conclusie gekomen dat:
- [gefailleerde] [rb: de stichting] het verkoopbedrijf is;
- En [handelsnaam onderneming gedaagde sub 3 in conventie in de hoofdzaak] het productie-/ontwikkelbedrijf is.
Dat betekent dat Sales onder de verantwoordelijkheid van [gefailleerde] valt. Indien [gefailleerde] gedurende het Salesproces ondersteuning nodig heeft van [handelsnaam onderneming gedaagde sub 3 in conventie in de hoofdzaak] dan zal zij dit aangeven.
In het overleg daarvoor waren wij ook al tot dezelfde conclusie gekomen. Daarom zit ik vol verbazing naar je mailbericht te kijken en vraag me af wat de waarde is van de afspraken die wij maken.
Mochten er redenen zijn waarom je terugkomt op gemaakte afspraken, dan hoor ik dat graag.
[gedaagde sub 3 in conventie in de hoofdzaak] reageert:
We leven in twee werelden. Er zijn afgelopen maandag VIER entiteiten besproken. Elk van de drie is benoemd en daar zijn activiteiten aan toegekend:
[gefailleerde] is de entiteit van waaruit ‘PR en Events’ wordt gedaan
[gedaagde sub 1 in conventie in de hoofdzaak] doet sales en heeft met [handelsnaam onderneming gedaagde sub 3 in conventie in de hoofdzaak] een agentuurovereenkomst daarvoor
SIB is de (toekomstige) is de financier van projecten
[handelsnaam onderneming gedaagde sub 3 in conventie in de hoofdzaak] doet al het overige werk
Jij hebt me gister aangegeven dat je niet weet hoe jij in jouw inkomen kunt voorzien. Dat had je maandagavond ook al aangegeven aan [D] , [F] , [naam 2] en mij. Ik heb geen idee wat jij nu gaat doen. Je vertelde me gister dat je dat zelf ook niet weet. Ik kan het niet toestaan dat sales dadelijk in het slop geraakt als jij zou besluiten om (voor een deel van je tijd) iets anders te doen.
Ik bewaak de continuïteit van de activiteiten waar ik al ietsje langer mee bezig ben. Dat is wat iedereen van mij mag verwachten – blijvend commitment en actie. Ik werk je niet tegen – ik wil graag
samenmet je werken.”