In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant op 6 november 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om kwijtschelding van haar studieschuld van € 12.507,78 behandeld. Eiseres had studiefinanciering aangevraagd met haar DigiD, maar dit bleek onderdeel van een identiteitsfraude waarbij 48 personen betrokken waren. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap weigerde kwijtschelding, stellende dat de fraude in de risicosfeer van eiseres lag. De rechtbank oordeelt echter dat de minister onterecht in deze strenge lijn is blijven hangen. De minister had de studiefinanciering verstrekt zonder bewijs van inschrijving van een onderwijsinstelling en had onvoldoende controle uitgevoerd op de aanvraag. De rechtbank concludeert dat de minister niet had mogen besluiten om de schuld niet kwijt te schelden, gezien de omstandigheden van de fraude en het feit dat de minister geen stappen heeft ondernomen om de schuld op de werkelijke misdadigers te verhalen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verleent eiseres volledige kwijtschelding van haar studieschuld.