ECLI:NL:RBOBR:2024:1826
Rechtbank Oost-Brabant
- Raadkamer
- Rechtspraak.nl
Heropening van de behandeling van een klaagschrift inzake beslag in het kader van een Europees onderzoeksbevel
Op 16 april 2024 heeft de rechtbank Oost-Brabant een heropeningsbeslissing genomen in een klaagschrift dat was ingediend door de klager, die verdacht wordt van betrokkenheid bij de handel in verdovende middelen. Het klaagschrift was eerder op 25 september 2023 ingediend en had betrekking op een doorzoeking die op 6 september 2023 had plaatsgevonden in de woning en bedrijfsruimte van de klager, uitgevoerd op basis van een Europees onderzoeksbevel (EOB) uit Italië. Tijdens de behandeling op 19 januari 2024 werd de zaak geschorst om de officier van justitie de gelegenheid te geven nadere informatie te verstrekken over de geheimhoudersprocedure. De behandeling werd op 2 april 2024 voortgezet, waarbij de raadsman van de klager en de officier van justitie in raadkamer werden gehoord, maar de klager zelf niet aanwezig was.
De klager betwistte de rechtmatigheid van het beslag en voerde aan dat er geheimhouderstukken aanwezig waren in de in beslag genomen digitale gegevensdragers. De rechtbank oordeelde dat de beoordeling van geheimhoudersinformatie door de Nederlandse autoriteiten diende te worden verricht voordat het EOB werd uitgevoerd. De rechtbank hield de behandeling van het klaagschrift aan en verwees de zaak naar de rechter-commissaris voor een beschikking over het beroep op het verschoningsrecht. De beslissing van de rechtbank werd openbaar uitgesproken op 30 april 2024.