Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 15 februari 2023 in de zaken tussen
2. IVN Groene Zoom, natuurvereniging Namiro, Stichting De Brabantse Wal, milieuvereniging Benegora en Stichting tot Behoud van het Halsters Laag en het
SABIC Innovative Plastics B.V.(SABIC), uit Bergen op Zoom,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.SABIC heeft aangegeven welke alternatieven door haar zijn bestudeerd zoals elektrificatie van de stoomvoorziening, waterstof en geothermie. In de aanvraag is een uitvoerige beschrijving opgenomen van de emissiebeperkende maatregelen per component. Ook is aangegeven dat het gedetailleerde ontwerp van de rookgasreinigingsinstallatie nog niet is vastgelegd. Dit zal mede afhankelijk zijn van het leveringspakket en de ervaringen van de leverancier. Uitgangspunt is een combinatie van een droog systeem en een SCR-installatie (Selectieve Katalytische Reductie). Deze technieken zijn als BBT aangewezen. Het college vindt het niet noodzakelijk dat het exacte ontwerp van de rookgasreinigingsinstallatie bij de aanvraag wordt gevoegd. In de toelichting bij het milieudeel wordt uitgebreid ingegaan op het meten en controleren van de emissies. De beoogde brandstoffen zijn uitgebreid in de aanvraag beschreven en het ontgaat het college wat de toegevoegde waarde van een lijst is. Het college stelt verder dat in de aanvraag wel is ingegaan op de toe te passen biomassa. Met betrekking tot het standpunt van eiseres dat in de aanvraag een bespreking van de effecten op het milieu, op de (bredere) leefomgeving (dan alleen de woonhuizen), op de gezondheid van omwonenden en op de natuur (waaronder omliggende gebieden uit het Natuur Netwerk Nederland) ontbreekt, stelt het college dat is voldaan aan artikel 4.1, eerste lid, aanhef en onder e, van de Regeling omgevingsrecht (Mor). Verder zijn de lozingen naar het water, bodemaspecten, afvalstoffen en de aspecten geluid, (externe) veiligheid en energie aan de orde gekomen. Inzichtelijk is gemaakt dat de aangevraagde installatie aan de normen zal kunnen voldoen.
Deze oplegnotitie grote stookinstallaties is een hulpmiddel voor het bevoegd gezag bij de implementatie van de Europese BBT conclusies voor grote stookinstallaties. De oplegnotitie is geen aangewezen BBT-document zoals in het verleden het geval was. Het is uitsluitend een hulpmiddel voor het bevoegd gezag om een inschatting te maken over mogelijkheden tot het aanscherpen van emissie-eisen. Het bevoegd gezag gebruikt de oplegnotitie bij een individuele BBT-afweging. Deze afweging op basis van een integrale afweging kan leiden tot een andere conclusie dan in deze oplegnotitie is aangegeven”.
Ter indicatie: het jaargemiddelde van de CO-emissieniveaus zal doorgaans met de volgende waarden overeenstemmen.”De rechtbank stelt vast dat de BBT-GS conclusie niet voorziet in een harde grenswaarde. Eiseres heeft niet betwist dat technieken om stikstofemissie te beperken helaas kunnen leiden tot hogere emissies van koolmonoxide. Het college moet dus kiezen tussen twee kwaden. De rechtbank is van oordeel dat het college onder deze omstandigheden heeft kunnen volstaan met een richtwaarde voor koolmonoxide die niet afwijkt van de indicatieve waarde in de BBT-GS conclusie.
Beslissing
Beslissing
mr. R.H.W. Frins, leden, in aanwezigheid van mr. A.F. Hooghuis, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 15 februari 2023.