ECLI:NL:RBOBR:2022:4823

Rechtbank Oost-Brabant

Datum uitspraak
3 november 2022
Publicatiedatum
4 november 2022
Zaaknummer
C/01/384508 / KG ZA 22-421
Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot heraansluiting na afsluiting elektriciteit in verband met diefstal stroom ten behoeve van hennepkwekerij

In deze zaak vorderden eisers, wonende in een woning met een elektriciteitsaansluiting van Enexis, heraansluiting van de elektriciteit na afsluiting door Enexis wegens illegale stroomafname ten behoeve van een hennepkwekerij. De politie had op 13 april 2022 een doorzoeking uitgevoerd in de woning van eisers, waar een hennepkwekerij met 150 planten werd aangetroffen. De elektriciteitsaansluiting werd door Enexis verwijderd, waardoor de woning niet meer van stroom kon worden voorzien. Eisers betwistten de hoogte van de schade die Enexis hen toerekende, die was gebaseerd op 19 voorafgaande teelten, en stelden dat slechts twee teelten hadden plaatsgevonden. In het kort geding vorderden eisers de heraansluiting van de elektriciteit en betaling van een bedrag van € 3.068,54. De voorzieningenrechter oordeelde dat Enexis rechtmatig had gehandeld door de elektriciteit af te sluiten en dat de schade die Enexis had geleden niet was vergoed met het aangeboden bedrag. De vorderingen van eisers werden afgewezen en zij werden veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Civiel Recht
Zittingsplaats 's-Hertogenbosch
zaaknummer / rolnummer: C/01/384508 / KG ZA 22-421
Vonnis in kort geding van 3 november 2022
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

wonende te [woonplaats] (gemeente [plaats] ),
2.
[eiser 2],
gevestigd te [woonplaats] (gemeente [plaats] ),
eisers,
advocaat mr. A.P.E. de Brouwer te Roosendaal,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ENEXIS NETBEHEER B.V.,
gevestigd te 's-Hertogenbosch,
gedaagde,
advocaat mr. G.E.M.C. Reinartz te Eindhoven.
Partijen zullen hierna [eisers] en Enexis genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 augustus 2022 met prod. 1 tot en met 13;
  • de brief van mr. Reinartz van 6 oktober 2022 met prod. 1 tot en met 4;
  • de mondelinge behandeling van 10 oktober 2022 te 11.00 uur;
  • de pleitnota van mr. De Brouwer namens [eisers] ;
  • de pleitnota van mr. Reinartz namens Enexis;
  • de akte uitlaten producties van mr. De Brouwer van 14 oktober 2022;
1.2.
Na inventarisatie van de binnengekomen stukken bij aanvang van de mondelinge behandeling merkt mr. De Brouwer op dat hij geen afschrift van de brief van mr. Reinartz aan de rechtbank met daarbij de vier daarin genoemde producties heeft ontvangen. Mr. Reinartz verklaart dat hij vanochtend heeft ontdekt dat de brief met producties niet verzonden is; dit zou te maken hebben met een onlangs in gebruik genomen nieuw mailingsysteem. Mede gelet op de beperkte omvang van de stukken heeft de voorzieningenrechter een leespauze ingelast om mr. De Brouwer en zijn cliënten in staat te stellen om de stukken te lezen.
Voorts is bepaald dat na afloop van de mondelinge behandeling zo nodig gelegenheid zal worden geboden aan [eisers] om zich in een korte akte nog nader over de stukken uit te laten.
Bij het afsluiten van de mondelinge behandeling is [eisers] gelegenheid gegeven om zich middels een akte nog nader over de namens Enexis ingebrachte stukken uit te laten.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eisers] zijn woonachtig in een aan hen in eigendom toebehorende woning aan de [adres] te [plaats] . De woning beschikt over een elektriciteitsaansluiting van Enexis; deze aansluiting en de energiecontracten staan op naam van eiser sub 1.
2.2.
Op 13 april 2022 heeft de politie een doorzoeking gehouden in de woning van [eisers] in verband met aanwijzingen dat in de woning een hennepkwekerij werd geëxploiteerd. Tijdens deze doorzoeking was ook aanwezig de heer [A] , als fraude-inspecteur werkzaam bij Enexis. Tijdens deze doorzoeking werd in de kelder van de woning een hennepkwekerij aangetroffen, met in totaal 150 planten verdeeld over twee ruimtes. In ‘ruimte 1’ zijn 125 hennepplanten aangetroffen en in ‘ruimte 2’ waren 25 hennepplanten aanwezig. Door [A] werd geconstateerd dat de kwekerij van stroom werd voorzien via een illegale aansluiting aan de bovenzijde van de hoofdzekeringen, zodanig dat de afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij niet werd geregistreerd door de elektriciteitsmeter. In verband hiermee heeft Enexis de elektriciteitsaansluiting verwijderd, waardoor de woning thans niet van elektriciteit kan worden voorzien.
2.3.
In verband met de aangetroffen hennepkwekerij zijn in opdracht van de politie op diezelfde dag alle met de inrichting en exploitatie ervan aangetroffen roerende zaken afgevoerd. Van de aangetroffen en afgevoerde zaken is door de politie een zogenaamde ‘ruimlijst’ opgemaakt [1] . Volgens deze ruimlijst zijn op 13 april 2022 – onder meer – 22 (lege) jerrycans aangetroffen voor de opslag van groeimiddelen ten behoeve van het telen van hennepplanten.
2.4.
In een op 14 april 2022 opgemaakt proces-verbaal van bevindingen van de politie wordt ter zake de op 13 april 2022 in de woning aangetroffen zaken onder meer het volgende gerelateerd:
“Lege jerry-cans met voedingsmiddelen
Bij de hennepkwekerij zijn lege jerrycans aangetroffen waarin bloeimiddel heeft gezeten.
  • 15 jerrycans Hy-pro Hydro A van 10 liter leeg
  • 6 jerrycans Hy-pro Hydro A van 5 liter leeg
  • 15 jerrycans Hy-pro Hydro B van 10 liter leeg
  • 3 jerrycans Hy-pro Hydro B van 5 liter leeg”
2.5.
Enexis heeft [eisers] bij brief van 19 april 2022 aansprakelijk gesteld voor de door Enexis geleden schade op het adres van [eisers] , verband houdende met de illegale en niet-geregistreerde afname van elektriciteit ten behoeve van de kwekerij en de kosten in verband met de (administratieve) lasten waartoe de illegale stroomaansluiting aanleiding had gegeven. Enexis heeft de schade in die brief becijferd op een bedrag van
€ 27.283,03. Dat bedrag is als volgt opgebouwd:
Omschrijving Aantal Eh Prijs/Eh Bedrag in EUR
Verbruik elektriciteit 191185,0 KWH 0,13935 26641,63
Afhandelingskosten 1,0 PE 128,65000 128,65
Opmaken factuur 1,0 PE 85,78000 85,78
Dossierverwerking en aangifte 1,0 PE 128,65000 128,65
Vooronderzoek en dossieraanleg 1,0 PE 64,32000 64,32
Uurtarief inspecteur (dag) 3,0 UUR 78,00000 234,00
Subtotaal excl. BTW 27283,00
(vrij van BTW) 0,00
Totaal 27283,03
In voornoemde brief wordt het verbruik van 191.185,056 kWh berekend als het totale verbruik van de elektriciteit op basis van de bij de inval aangetroffen (circa 5 dagen oude) teelt in de twee ruimtes alsmede het berekende stroomverbruik dat nodig is voor 19 voorafgaande teelten van dezelfde hoeveelheid planten als die bij de inval werd aangetroffen, welk verbruik als volgt is gespecificeerd [2] :
Berekend verbruik voor de aangetroffen teelt
Ruimte 1: Kelder ruimte 1 813,180 kWh
Ruimte 2: Kelder ruimte 2 135,060 kWh
Berekend verbruik voorgaande teelt(en)
Ruimte 1: Kelder ruimte 1 166.330,332 kWh
Ruimte 2: Kelder ruimte 2
23.906,484 kWh
TOTAAL BEREKEND VERBRUIK PLANTAGE 191.185,056 kWh
2.6.
In reactie op de brief van Enexis laten [eisers] weten bij brief van 1 juli 2022 dat zij de vordering van Enexis en de onderliggende specificatie betwisten. Zij stellen – onder meer – dat slechts sprake is van één voorafgaande (mislukte) teelt en dat de kweekruimte met de 25 plantjes regulier op de meterkast was aangesloten (en waarvan het stroomverbruik dus ook gewoon was geregistreerd). [eisers] verklaarden zich bereid om het door hen berekende verbruik van 16.919 kWh – na ontvangst van een aangepaste specificatie - te vergoeden en sommeren Enexis om de elektriciteitsaansluiting uiterlijk op 25 juli 2022 te herstellen.
2.7.
Nadat Enexis bij e-mailbericht van 8 juli en 20 juli 2022 een nadere toelichting heeft gegeven op de door haar gehanteerde aanname dat 19 voorafgaande teelten hebben plaatsgevonden, erkennen [eisers] inmiddels – in verband met de door Enexis voorafgaand aan de politie-inval uitgevoerde netwerkmeting van 7 december 2021 tot 13 april 2022 – dat er twee teelten hebben plaatsgevonden voorafgaand aan de op 13 april 2022 aangetroffen teelt.
2.8.
In de e-mail van [eisers] van 26 juli 2022 hebben zij zich bereid verklaard het stroomverbruik te vergoeden op basis van een berekend verbruik van – in totaal – 32.458 kWh in ruil voor heraansluiting.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vorderen samengevat - bij vonnis in kort geding voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad de veroordeling van Enexis tot het aanbrengen van een digitale niet-slimme elektriciteitsmeter en tot herstel van de energievoorziening in de woning van [eisers] binnen twee werkdagen nadat betekening van dit vonnis aan Enexis heeft plaatsgevonden én Enexis een bedrag van € 3.068,54 van [eisers] heeft ontvangen, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag dat door Enexis niet aan deze veroordelingen wordt voldaan met een maximum van € 100.000,00, onder veroordeling van Enexis in de kosten van deze procedure.
3.2.
[eisers] leggen daaraan het volgende ten grondslag.
Enexis schendt haar verplichtingen op grond van de Elektriciteitswet 1998, in het bijzonder art. 23 lid 1 en art. 24 nu zij weigert [eisers] aan te sluiten. Bovendien maakt Enexis misbruik van haar positie als netbeheerder door op geen enkel argument van [eisers] in te gaan met betrekking tot het door Enexis berekende stroomverbruik. De berekening van Enexis is onjuist want deze gaat ongefundeerd uit van 19 voorafgaande teelten. Enexis handelt onrechtmatig door heraansluiting te weigeren zolang [eisers] niet bereid zijn om de kosten voor het veel te hoog berekende stroomverbruik te betalen, althans daarop een aanzienlijk voorschot van € 13.000,00 te betalen en ter zake het restant een betalingsregeling te treffen van € 1.000,00 per maand.
3.3.
Enexis voert verweer.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het spoedeisend belang blijkt uit de aard van de vordering en is door Enexis ook niet weersproken, zodat dit vaststaat.
4.2.
Niet in geschil is dat Enexis als netbeheerder in beginsel contractueel gehouden is een ieder die daarom vraagt een aansluiting op het elektriciteitsnet aan te bieden. Vast staat dat eiser sub 1 ter zake de elektriciteitsaansluiting van zijn woning de contractant is van Enexis en uit dien hoofde om nakoming kan vragen van de ter zake de aansluiting tussen hem en Enexis gesloten overeenkomst. De omstandigheid dat eiseres sub 2 geen contractant is van Enexis laat onverlet dat ook zij, als huisgenoot van contractant eiser sub 1 én mede geconfronteerd met de feitelijke gevolgen van de afsluiting, voldoende recht en belang heeft om in dit kort geding als eiseres op te treden ter verkrijging van een voorziening om hun woning weer van stroom te voorzien, mede ook gelet op de stellingen in de inleidende dagvaarding volgens welke Enexis als netbeheerder gehouden is om op grond van de Elektriciteitswet eenieder die zulks verlangt een aansluiting aan te bieden en dat de weigering van Enexis om aan die wens van [eisers] gehoor te geven onrechtmatig is.
4.3.
Op grond van voornoemde overeenkomst is eiser sub 1 verantwoordelijk voor de elektriciteitsaansluiting en dient hij er op toe te zien dat deze aansluiting niet zodanig wordt gemanipuleerd dat deze daardoor de afgenomen elektriciteit niet langer (volledig) registreert.
Onbestreden staat vast dat door de op 13 april 2022 aangetroffen illegale aftakking op de elektriciteitsmeter elektriciteit is afgenomen ten behoeve van de door [eisers] in hun woning ingerichte en geëxploiteerde hennepkwekerij. Niet weersproken is dat [eisers] daarvoor verantwoordelijk zijn. De voorzieningenrechter acht eveneens aannemelijk geworden dat beide kweekruimtes in de kelder van de woning van [eisers] via deze illegale aansluiting van elektriciteit werden voorzien. Hetgeen [eisers] met betrekking tot de kleine kweekruimte (‘ruimte 2’) hebben aangevoerd kan naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter niet afdoen aan hetgeen de fraude-inspecteur aangaande zijn bevindingen op 13 april 2022 in zijn door Enexis als productie 4 overgelegde verklaring heeft gerelateerd. De omstandigheid dat op de foto’s te zien zou zijn dat de apparatuur in de kleine kweekruimte via stopcontacten in die ruimte is aangesloten op het reguliere (bemeterde) elektriciteitsnetwerk acht de voorzieningenrechter niet van belang, nu dit niet afdoet aan de constatering van de fraude-inspecteur dat hij visueel heeft vastgesteld dat de illegaal aangesloten kabel beide kweekruimtes van stroom voorzag, welke bevinding bevestiging vond in de constatering dat na het verbreken van de illegale aansluiting de apparatuur in de beide kweekruimtes niet werkten omdat ze niet meer van stroom werden voorzien.
4.4.
In geval van geconstateerde fraude met de elektriciteitsafname heeft Enexis op grond van artikel 8 lid 1 sub b van de Regeling afsluitbeleid voor kleinverbruikers van elektriciteit en gas [3] het recht om de levering van stroom te beëindigen. Van een onrechtmatige afsluiting is gelet hierop geen sprake.
4.5.
Enexis heeft als netbeheerder een bijzondere, in de wet verankerde positie op grond waarvan zij in beginsel gehouden is om eenieder die daarom vraagt aan te sluiten en aangesloten te houden op het elektriciteitsnet. In dit kort geding staat niet ter discussie de vraag óf Enexis het recht heeft om herstel van de elektriciteitsvoorziening van de woning van [eisers] op te schorten zolang de schade als gevolg van de illegale afname niet is vergoed; dat ook [eisers] daarvan uitgaan ligt (impliciet) besloten in het petitum van de dagvaarding. De discussie spitst zich toe op de vraag hoe hoog de schade is die Enexis heeft geleden. Enexis gaat in haar schadeopstelling uit van 19 voorafgaande teelten; volgens [eisers] is sprake van 2 voorafgaande teelten.
4.6.
Bij de beoordeling stelt de voorzieningenrechter het navolgende, aan het arrest van het hof ’s-Hertogenbosch van 9 december 2014 [4] ontleende uitgangspunt voorop:
“3.3.6 (…)
De bewijslast van de omvang van de niet door de meter geregistreerde afgenomen elektriciteit berust volgens de hoofdregel van artikel 150 Rv. in beginsel op Enexis. Daarnaast geldt in zaken als de onderhavige het volgende.
Het is een feit van algemene bekendheid dat in Nederland energie door middel van verrekening achteraf wordt betaald. Energieleveranciers en netwerkbedrijven maken hiertoe gebruik van (geijkte) meters waarmee de omvang van de energieafname in beginsel wordt bepaald. Deze meters scheppen daarmee een bewijsvermoeden ten gunste van de netwerkbedrijven en elektriciteitsleveranciers. In het geval dat, zoals hier, het enige controlemiddel van Enexis (de meetinrichting) niet meer betrouwbaar is ten gevolge van een illegale aftakking op de aansluitkabel vóór de kWh-meter en correcte meting dan onmogelijk is gemaakt, mag aan het bewijs van de omvang van de energieafname geen al te zware eisen worden gesteld en kan Enexis volstaan met het leveren van bewijs van feiten en/of omstandigheden die de afgenomen hoeveelheid energie voldoende aannemelijk maken.
Indien een gebruiker of degene op wiens naam de elektriciteitsmeter staat geregistreerd de aldus aannemelijk gemaakte energieafname betwist, zal deze daar concrete feiten en gegevens tegenover moeten stellen waaruit blijkt dat van een andere berekening moet worden uitgegaan. Stelt een afnemer of contractant onvoldoende concrete feiten en gegevens, dan blijft in situaties waarin de meter is gemanipuleerd de omstandigheid dat niet precies kan worden vastgesteld over welke periode is geteeld voor rekening en risico van de afnemer/contractant en wordt aan het leveren van tegenbewijs niet toegekomen, omdat niet aan de stelplicht is voldaan”.
4.7.
Enexis heeft haar vordering gebaseerd op haar aanname dat voorafgaand aan de op 13 april 2022 aangetroffen teelt van 5 dagen tenminste 19 teelten in de kwekerij hebben plaatsgevonden. Deze aanname doet zij steunen op een aantal indicatoren, gedocumenteerd middels de ter plaatse gemaakte foto’s, de op 13 april 2022 opgemaakte ruimlijst, de resultaten van de netwerkmeting alsmede het proces-verbaal van bevindingen van 14 april 2022.
4.7.1.
Om te beginnen wijst Enexis op de mate van vervuiling in de kweekruimtes en op de apparatuur, de sterke kalkafzetting op het aangetroffen grondzeil en aanzienlijke harsafzetting op het knipstoeltje, de knipscharen en de cannacutter, welke sporen volgens Enexis duiden op een langdurig gebruik in het kader van de kweekactiviteiten.
4.7.2.
Verder wijst Enexis op de mate van vervuiling van de koolstoffilterdoeken; meer in het bijzonder wijst Enexis op het koolstoffilterdoek in ‘ruimte 2’ dat bijna zwart is uitgeslagen terwijl dit normaliter na 5-6 teeltronden pleegt te worden vervangen.
4.7.3.
Een derde indicator voor een groot aantal eerdere oogsten ligt volgens Enexis besloten in het aantal lege jerrycans groeimiddel dat ten tijde van de inval in de kwekerij werd aangetroffen. Uitgaande van de aantallen lege jerrycans genoemd in het proces-verbaal van bevindingen en de voorgeschreven dosering, onder meer blijkend uit het bij de inval eveneens aangetroffen teelschema, heeft Enexis berekend dat de jerrycans voldoende groeimiddel hebben bevat (180 liter Hy-pro Hydro A en 165 liter Hy-pro Hydro B) voor (tenminste) 19 oogsten.
4.8.
[eisers] hebben aanvankelijk gesteld dat slechts één voorafgaande teelt had plaatsgevonden. Na kennisneming van de resultaten van de door Enexis uitgevoerde netwerkmeting vanaf 7 december 2021 en het uit die meting blijkende, voor hennepteelt karakteristieke verbruikpatroon erkenden [eisers] dat sprake was van twee voorafgaande teeltperioden.
Met betrekking tot de – op zichzelf niet weersproken – forse gebruiks- en vervuilingssporen van de inrichting van de kwekerij zoals waargenomen en met foto’s gedocumenteerd hebben [eisers] gesteld dat zij een oude en complete hennepkwekerij van een derde hebben overgenomen, inclusief oude filters en lampen.
Zij stellen dat ze de kwekerij derhalve met inbegrip van de aangetroffen vervuilings- en gebruikssporen hebben overgenomen en dat die vervuilings- en gebruikssporen derhalve niet indicatief zijn voor het aantal door hen in hun woning gerealiseerde teelten, daargelaten dat die vervuilings- en gebruikssporen geen goede maatstaf opleveren om de eerdere teelten te kwantificeren.
Met betrekking tot de aangetroffen lege jerrycans groeimiddel stellen [eisers] dat zij bij de overname van de kwekerij naast een aantal volle ook een aantal lege jerrycans groeimiddel hebben overgenomen. Zij moesten alles meenemen, ook de lege jerrycans. Een aantal jerrycans bevatten bovendien geen groeimiddel maar hoogstwaarschijnlijk urine, afkomstig van de beheerder die de kwekerij op een andere locatie had beheerd. [eisers] betwisten dat 20 lege jerrycans Hypo A zijn aangetroffen.
4.9.
Ter zitting is uitvoerig gesproken over het aantal aangetroffen lege jerrycans groeimiddel aangezien de aantallen genoemd in het proces-verbaal van bevindingen (39 stuks, 30 van 10 liter en 9 van 5 liter) niet overeenstemmen met de aantallen genoemd in de ruimlijst (21 + 1). Daarop bevraagd kon ook mr. Reinartz voor dit verschil geen verklaring geven. Vast staat echter wel dat een aanzienlijk aantal (tenminste 22) lege jerrycans groeimiddel in de hennepkwekerij van [eisers] is aangetroffen. Gelet op het fotomateriaal valt aan te nemen dat het overgrote deel van de jerrycans 10-liter jerrycans betrof; op de foto’s heeft de voorzieningenrechter zelfs in het geheel geen 5-literverpakkingen kunnen ontwaren. Onder handhaving van hun stelling dat slechts sprake is van twee voorafgaande teelten hebben [eisers] in hun akte uitlating producties berekend dat, uitgaande van 22 jerrycans en aannemende dat het niet allemaal 10-liter verpakkingen betrof, 22 jerrycans groeimiddel voldoende is voor (ruim) 8 teelten.
4.10.
De voorzieningenrechter is van oordeel dat Enexis met gebruikmaking van de objectieve, haar ten dienste staande gegevens een deugdelijke onderbouwing heeft gegeven van haar stelling dat er (in ieder geval) een aanzienlijk groter aantal voorafgaande teelten heeft plaatsgevonden dan de twee die [eisers] te langen leste hebben erkend en dat die voorafgaande teelten aanzienlijk méér – niet door de meter geregistreerd – stroomverbruik hebben gevergd dan het stroomverbruik dat toegerekend kan worden aan de twee door [eisers] erkende teelten. Gegeven de discrepantie tussen de aantallen lege jerrycans genoemd in de ruimlijst en het proces-verbaal van bevindingen kan het aantal teelten (uitgaande van de aantallen genoemd in de ruimlijst) op – tenminste – 8 worden gesteld, zo hebben ook [eisers] berekend. Aan [eisers] kan op zichzelf worden toegegeven dat de aangetroffen vervuilings- en gebruikssporen op zichzelf niet bruikbaar zijn om het aantal voorafgaande teelten te kwantificeren, maar daar staat tegenover dat die aangetroffen vervuilings- en gebruikssporen zonder meer consistent zijn te achten met het vermoedelijk grote aantal voorafgaande teelten dat kan worden ontleend aan de aangetroffen lege verpakkingen groeimiddel.
4.11.
Tegenover de beredeneerde en op objectieve indicatoren gebaseerde berekening van Enexis stellen [eisers] slechts een groot aantal stellingen en beweringen die op generlei wijze zijn onderbouwd met concrete en verifieerbare feiten en gegevens en die daarom die beredeneerde en onderbouwde berekening van Enexis niet terzijde kunnen stellen. Ter zitting is [eisers] nadrukkelijk bevraagd omtrent het bestaan van dergelijke concrete en verifieerbare feiten en gegevens, bijvoorbeeld omtrent de persoon of personen van wie de kwekerij werd gekocht en de omstandigheden waaronder een en ander had plaatsgevonden. [eisers] gaven evenwel aan dat zij – uit lijfsbehoud – onder geen beding nadere informatie wilden verstrekken omtrent de persoon van wie zij de kwekerij hadden gekocht. Het moge zo zijn dat [eisers] wellicht op goede gronden geen concrete informatie omtrent de aankoop van de kwekerij willen delen, maar die keuze heeft in deze zaak dan wel tot gevolg dat [eisers] daarmee niet voldoen aan hun verzwaarde stelplicht en waarvan de gevolgen dan ook voor hun rekening dienen te blijven.
Daar komt nog bij dat – ook zonder flankerende concrete feiten en gegevens – de bewering van [eisers] dat zij tegelijk met de kwekerij een groot aantal lege verpakkingen voor groeimiddel hebben overgenomen de voorzieningenrechter weinig geloofwaardig voorkomt. [eisers] hebben niet uitgelegd waarom zij die lege verpakkingen niet direct hebben weggegooid maar zich de niet-onaanzienlijke moeite hebben getroost om deze verpakkingen (waarvan een deel kennelijk gevuld met urine) in de kelder van hun woning op te slaan. De door Enexis aan de aanwezigheid van lege verpakkingen verbonden conclusie komt, daartegen afgezet, dan beduidend aannemelijker voor.
4.12.
Op grond van het voorgaande concludeert de voorzieningenrechter dat voldoende aannemelijk is geworden dat er voorafgaand aan de op 13 april 2022 aangetroffen teelt een aanzienlijk groter aantal hennepteelten in de woning van [eisers] hebben plaatsgevonden dan de twee teelten die [eisers] tot uitgangspunt hebben genomen in hun vordering tot heraansluiting. Gelet op de formulering van het petitum kan hier in het midden blijven of dat 19 teelten zijn geweest (zoals Enexis dat in haar e-mail van 8 juli 2022 heeft berekend op basis van het proces-verbaal van bevindingen), 8 teelten zoals door [eisers] dat in hun akte uitlating producties hebben berekend (uitgaande van de aantallen jerrycans genoemd in de ruimlijst) of een aantal daar ergens tussenin. Dit kort geding is niet geschikt om daarover duidelijkheid te scheppen. Voor nu is van belang dat voldoende aannemelijk is geworden dat de schade die Enexis heeft geleden als gevolg van het manipuleren van de elektriciteitsmeter door [eisers] (bij lange na) niet vergoed is met betaling van het door [eisers] aangeboden bedrag van € 3.068,54, weshalve ook niet van haar gevergd kan worden dat zij tegen betaling van dit bedrag de elektriciteitsvoorziening in de woning van [eisers] hersteld. Dat betekent dat de daartoe strekkende vordering van [eisers] moet worden afgewezen.
4.13.
[eisers] zullen als de in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Enexis worden begroot op:
- griffierecht 676,00
- overige kosten 0,00
- salaris advocaat
1.016,00a
Totaal € 1.692,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af
5.2.
veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Enexis tot op heden begroot op € 1.692,00
5.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskosten uitvoerbaar bij voorraad,
Dit vonnis is gewezen door mr. W. Schoorlemmer en in het openbaar uitgesproken op 3 november 2022.

Voetnoten

1.Productie 1 Enexis
2.Zie productie 1A [eisers]
3.Zoals die gold ten tijde van de afsluiting op 13 april 2022
4.ECLI:NL:GHSHE:2014:5166, nadien meermalen herhaald door dit hof, onder meer bij arresten van 25 april 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:1758 en 7 juli 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2025