3.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.
- [appellant] woont aan de [adres] te [woonplaats] . In de woning bevindt zich een verwarmd binnenzwembad. Voorts exploiteert [appellant] op dat adres een siersmederij.
- Vanaf 16 mei 2002 tot 17 april 2014 heeft tussen Enexis en [appellant] een overeenkomst bestaan op grond waarvan Enexis aan [appellant] ten behoeve van het adres [adres] te [woonplaats] onder meer een elektriciteitsaansluiting en een kWh-meter ter beschikking heeft gesteld en meetdiensten heeft geleverd. Via de elektriciteitsaansluiting is elektriciteit geleverd aan het adres.
- [appellant] heeft bij de conclusie van antwoord een aan hem gerichte factuur van 22 oktober 2013 van Wedo4U ten bedrage van € 425,20 overgelegd, met daarop de volgende werkomschrijving:
‘Uitbreiding groepenkast t.b.v. nieuwe kraanbalk. Monteren van nieuwe achterwand in meterkast werkplaats.’
- In het door [appellant] in het geding gebrachte proces-verbaal van de politie van 3 juli 2014 staat onder meer het volgende:
‘Op 20 maart 2014 is er een MMA melding binnengekomen die luidt:
dhr. [appellant] , [adres] (…) in [woonplaats] houdt zich bezig met hennepteelt.
Bekend is dat hij eerder hennep heeft gekweekt in een koelwagen op zijn terrein.
Door Enexis werd een codameting verricht op het perceel [adres] [woonplaats] .
Hierbij werd een positief patroon waargenomen dag en nacht van 18.00 uur tot 06.00
uur. Er zouden dan 12 lampen in werking zijn. Tussen 06.00-18.00 uur zouden er 20
lampen branden.
Op de gemeten kabel met henneppatroon zitten twee woningen en een melkkast verderop in het terrein. De gemeten woningen betreffen het pand van [appellant] en de daar tegenover gelegen boerderij aan [straat 1] .
Naar aanleiding van vorenstaande werd op 17 april 2014 te 13.10 uur een onderzoek ingesteld op de [adres] te [woonplaats] naar aanleiding van een vermoeden van een overtreding van de Opiumwet. Er is ter plaatse geen hennepkwekerij aangetroffen en er zijn ook geen sporen aangetroffen dat er in het verleden een hennepkwekerij gezeten heeft.
Terwijl een onderzoek is ingesteld naar de eventuele aanwezigheid van een hennepkwekerij (…) werd door Enexis een onderzoek ingesteld in de meterkast welke staat in de loods staande op het terrein [adres] te [woonplaats] .
De fraude-inspecteur (…) deelde ter plaatse mede dat de zegels niet in orde waren en dat de meter open geweest was. Er zou maar 1/3 van de stroom geregistreerd worden. De stroom zou maar over één fase gaan in plaats van 3 fases.
Op 2 juli 2014 heb ik, verbalisant, de door Enexis gedane aangifte van diefstal van
elektriciteit verwerkt tot een proces-verhaal. (…)
De verdachte [appellant] is na ontbieding vrijwillig aan het bureau van politie (…) verschenen voor het afleggen van een verklaring.
De verdachte [appellant] ontkende enige verboden handeling in de meterkast verricht te
hebben. Volgens [appellant] zou de meter defect zijn.’
- Enexis heeft een rapport van een tot Enexis behorende gecertificeerde onderzoeksafdeling van 24 juni 2014 in het geding gebracht. In dit rapport staat onder meer het volgende:
‘Resultaten:
De meter werd aangeboden met aan de linkerkant van de metergeen verzegelingen aan de rechterkant eenbedrijfsverzegeling.
De bovenkap kon gemakkelijk los van de onderkap, dit duidt erop dat de bovenkap eerder los is geweest van de onderkap.
Men heeft dan demogelijkheidde meter in zijnregistratietebelemmeren.
Er zijnbeschadigingenaan het telwerk.
Op locatie trof men de meter aan met de “shunten” open van L2+L3, er is dangeen registratiemeer mogelijk. Er is dan maar voor33% registratiemogelijk indien over de
3 fase de belasting gelijk is verdeeld.
Conclusie:
Aan de hand van de bevindingen van het onderzoek valt niet anders te concluderen dat de registratie van de afgenomen energie niet juist kan worden vastgesteld.’
- Bij factuur van 26 juni 2014 heeft Enexis aan [appellant] € 28.487,86 in rekening gebracht. Het bedrag is opgebouwd uit tien op de factuur weergegeven posten. De eerste acht posten hebben betrekking op diverse kosten en belopen tezamen € 783,88. De negende post bedraagt € 611,82 en ziet op het verbruik van 8.867 kWh elektriciteit. De tiende post bedraagt € 27.092,16 en heeft betrekking op het verbruik van 392.640 kWh elektriciteit.
- [appellant] heeft op 28 juli 2014 ten titel van schadevergoeding € 1.395,70 (het totaal van de hiervoor genoemde bedragen van € 783,88 en € 611,82) betaald aan Enexis.
- Bij brief van 5 december 2014 heeft de officier van justitie aan [appellant] meegedeeld dat [appellant] niet wordt vervolgd en dat de op 26 september 2014 aan [appellant] (ter zake diefstal van elektriciteit) opgelegde strafbeschikking wordt ingetrokken.
- [appellant] heeft bij de conclusie van antwoord een schriftelijke verklaring van dhr. [getuige] van Wedo4U van 28 november 2014 overgelegd, waarin met betrekking tot de op de factuur van 22 oktober 2013 vermelde werkzaamheden onder meer het volgende staat:
‘Tijdens deze werkzaamheden heb ik geen afwijkende situatie aangetroffen in de meterkast, alle zegels waren aanwezig en naar mijn mening was alles in orde.
Nadat alles weer gemonteerd was heb ik alles getest voor zover het mogelijk was. Visueel zijn er na montage geen defecten aangetroffen.
Ik heb later vernomen dat er problemen waren met de meter. Deze problemen kunnen zijn veroorzaakt door het neerleggen van de meter. Doordat deze naar voren op de grond is geplaatst, kunnen er shunts los geraakt zijn die niet meer op hun plaats terug komen bij terug monteren van de meter.”
- Op de website van Wedo4U wordt voor hekwerken, poorten, naambordjes en soorgelijke items verwezen naar de Siersmederij van [appellant] .
3.2.1.In de onderhavige procedure vordert Enexis veroordeling van [appellant] tot betaling van het onbetaald gebleven factuurbedrag van € 27.092,16 vermeerderd met de wettelijke rente zoals in de inleidende dagvaarding aangegeven en met veroordeling van [appellant] in de proceskosten.
3.2.2.Aan deze vordering heeft Enexis, kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.
Op 17 april 2014 is geconstateerd dat er is gemanipuleerd en gefraudeerd met de kWh-meter in het pand van [appellant] door bij twee van de drie fasen de “shunts” open te draaien. Dat heeft tot gevolg gehad dat slechts 1/3e deel van de verbruikte elektriciteit op de meter is geregistreerd. Omdat [appellant] op geen enkele aannemelijke wijze heeft gesteld wanneer de shunts zijn opengezet, kan er in redelijkheid vanuit worden gegaan dat de shunts gedurende de hele contractperiode, dus vanaf 16 mei 2002 tot 17 april 2014, open hebben gestaan. Gedurende de hele contractperiode is een verbruik van 196.320 kWh geregistreerd. Omdat slechts 1/3e deel van het verbruik werd geregistreerd, is er in de contractperiode (2 x 196.320 =) 392.640 kWh aan verbruikte elektriciteit niet geregistreerd.
Daarnaast is geconstateerd dat de meter is verdraaid, zodat ook om die reden niet de juiste meterstanden konden worden afgelezen. Er kan in redelijkheid van worden uitgegaan dat als gevolg daarvan in de periode tussen 14 mei 2013 en 17 april 2014 8.867 kWh te weinig is geregistreerd (naast de fraude die veroorzaakt is door het opendraaien van de shunts).
[appellant] was op grond van de door hem met Enexis gesloten overeenkomst verplicht om als “goed huisvader” voor de elektriciteitsaansluiting en de meetinrichting te zorgen. [appellant] is in de nakoming van die zorgplicht tekortgeschoten, en moet daarom de door Enexis geleden schade vergoeden. Subsidiair is [appellant] op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk voor de schade. Enexis heeft de door haar geleden schade gespecificeerd in haar factuur van 26 juni 2014. Omdat [appellant] van de op de factuur genoemde posten de kosten van in totaal € 783,88 en het niet geregistreerde verbruik ter zake het verdraaien van de meter (€ 611,82 ter zake 8.867 kWh elektriciteit) al heeft voldaan, moet hij het bedrag van € 27.092,16 ter zake de gedurende de contracperiode ten onrechte niet geregistreerde 392.640 kWh elektriciteit alsnog voldoen.
3.2.3.[appellant] heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Dat verweer zal, voor zover in hoger beroep van belang, in het navolgende aan de orde komen.
3.2.4In het tussenvonnis van 14 oktober 2015 heeft de rechtbank een comparitie van partijen gelast.
3.2.5.In het eindvonnis van 29 juni 2016 heeft de rechtbank, samengevat, als volgt geoordeeld.
- De rechtbank gaat uit van de juistheid van de bevindingen van de fraude-inspecteur van Enexis en van de onderzoeksafdeling van Enexis zoals neergelegd in het rapport van 24 juni 2014 (rov. 4.3).
- Het verweer van [appellant] dat de beschadigingen kunnen zijn ontstaan tijdens de werkzaamheden van oktober 2013 moet worden verworpen (rov. 4.4).
- Het verweer van [appellant] dat zijn voorganger (hof: vóór 16 mei 2002) de meter heeft gemanipuleerd, gaat niet op (rov. 4.6).
- Het verweer van [appellant] dat hij niet op de hoogte was van de manipulatie van de meter kan hem niet baten, omdat hij in dat geval kennelijk te weinig controlemaatregelen heeft genomen jegens andere in zijn pand aanwezige personen en dan dus in zoverre in zijn zorgplicht tekortgeschoten is (rov. 4.7, eerste deel).
- [appellant] is dus tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst en zijn handelen kan bovendien worden aangemerkt als onrechtmatig. [appellant] moet daarom de door Enexis geleden schade vergoeden (rov. 4.8).
- De bewijslast van de omvang van de afgenomen elektriciteit rust op Enexis. Aan dat bewijs mogen echter in dit geval, waarin het enige controlemiddel van Enexis is gemanipuleerd, geen al te zware eisen worden gesteld (rov. 4.9, eerste deel).
- De door Enexis gemaakte berekening van het geschatte verbruik die enerzijds is gebaseerd op het verbruik in de voorlaatste registratieperiode en anderzijds op de omstandigheid dat twee van de drie shunts buiten werking waren gesteld, komt niet onredelijk voor, en kan gevolgd worden (rov. 4.9).
- De schade als gevolg van het openstaan van de twee shunts kan dus begroot worden op het door Enexis gevorderde bedrag van € 27.092,16. De vordering van Enexis wordt daarom toegewezen (rov. 4.10).
Op grond van deze oordelen heeft de rechtbank [appellant] veroordeeld om aan Enexis € 27.092,16 te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van 17 april 2014. De rechtbank heeft [appellant] voorts in de proceskosten veroordeeld.