Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 juli 2019 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de heffingsambtenaar van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
7. De rechtbank overweegt dat eiser de woning kort voor de waardepeildatum heeft gekocht (circa vijf maanden). Verder kan worden uitgegaan van een koop tussen niet gelieerde partijen onder zakelijke voorwaarden. Het feit dat na aankoop verbeteringen aan de woning hebben plaatsgevonden, staat niet aan het hanteren van het eigen verkoopcijfer in de weg; daarmee kan in de waardering vanuit het eigen verkoopcijfer rekening worden gehouden. Hoewel eiser zich enerzijds beroept op het eigen verkoopcijfer als uitgangspunt voor de waardering, stelt hij anderzijds dat hij achteraf gezien te veel voor de woning heeft betaald. Het dak bleek rot te zijn en had eiser dit bij aankoop geweten, dan had hij minder voor de woning betaald, zo stelt hij. Het koopinlichtingen formulier vermeldt een bedrag van € 30.000. De rechtbank volgt eiser niet in die stelling. Die stelling heeft daarvoor onvoldoende onderbouwing gekregen.