In deze zaak vorderden de indirecte aandeelhouders van een aannemer, [V] c.s., schadevergoeding van Enexis Netbeheer B.V. naar aanleiding van het faillissement van de aannemer, [aannemer W] B.V. De aandeelhouders stelden dat het faillissement het gevolg was van onrechtmatig handelen door Enexis, die onjuiste mededelingen had gedaan over de te verwachten werkopdrachten. De rechtbank onderzocht de feiten en oordeelde dat Enexis inderdaad onrechtmatig had gehandeld door een krimp van 25% in de opdrachten te voorspellen, terwijl er in werkelijkheid een groei van 10% werd verwacht. Deze onjuiste mededeling had de aandeelhouders ertoe gebracht het faillissement aan te vragen. De rechtbank concludeerde dat er een causaal verband bestond tussen het onrechtmatig handelen van Enexis en het faillissement van [aannemer W]. De rechtbank hield echter de beslissing over de schadevergoeding aan, omdat [V] c.s. nog aanvullende informatie moest verstrekken over de financiële situatie van [aannemer W] en de gevolgen van het faillissement voor de schuldeisers. De zaak werd aangehouden voor verdere conclusies.