Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 29 november 2017;
- het proces-verbaal van comparitie (ter plaatse) van 3 april 2018.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
1.086,00(2,0 punten × tarief € 543,00)
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak vordert eiser, die een hoge dwarslaesie heeft opgelopen na een val van een fitness-apparaat in de buitenlucht, schadevergoeding van de Gemeente 's-Hertogenbosch en haar aansprakelijkheidsverzekeraar Achmea. Eiser stelt dat de Gemeente aansprakelijk is op grond van artikelen 6:173, 6:174 en 6:162 van het Burgerlijk Wetboek, omdat het fitness-apparaat gebrekkig zou zijn en de Gemeente nalatig is geweest in het treffen van veiligheidsmaatregelen. De rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van een gebrekkige zaak of opstal, en dat de Gemeente niet nalatig is geweest. De rechtbank wijst de vorderingen van eiser af en veroordeelt hem in de proceskosten. De rechtbank concludeert dat het ongeval te wijten is aan een ongelukkige samenloop van omstandigheden en dat de Gemeente niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de gevolgen van het ongeval.