In deze zaak vordert eiseres, die letselschade heeft geleden door het gebruik van een PIP-implantaat, een verklaring voor recht dat het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) aansprakelijk is voor de door haar geleden schade. Eiseres heeft in het verleden verschillende borstvergrotingsoperaties ondergaan, waarbij PIP-implantaten zijn gebruikt. Na klachten en complicaties heeft zij uiteindelijk haar implantaten moeten laten verwijderen. De rechtbank moet beoordelen of JBZ aansprakelijk is voor de schade die eiseres heeft geleden door het gebruik van de PIP-implantaten, die bekend staan om hun verhoogde kans op scheuren en lekken. JBZ betwist de aansprakelijkheid en stelt dat het gebruik van de PIP-implantaten niet ongeschikt was op het moment van inbrengen, en dat zij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de gebreken die later aan het licht kwamen. De rechtbank oordeelt dat het niet redelijk is om de tekortkoming toe te rekenen aan JBZ, omdat de zorgverlener niet bekend was met de gebreken van de PIP-implantaten en er geen onzorgvuldig handelen kan worden aangetoond. De vorderingen van eiseres worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.