Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
Uitspraak van de enkelvoudige kamer van 28 juni 2017 in de zaak tussen
het bestuur van de raad voor rechtsbijstand, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
.
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 28 juni 2017 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door mr. J.J.M. Boot, had beroep ingesteld tegen het besluit van het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, dat zijn aanvraag voor een toevoeging voor rechtsbijstand had afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de Raad voor Rechtsbijstand niet was uitgenodigd voor de hoorzitting, wat in strijd is met artikel 7:13, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Centrale Raad van Beroep en concludeert dat de werkwijze van de bezwaarschriftencommissie om het bestuur niet uit te nodigen voor de hoorzitting onterecht is. Het beroep van eiser wordt gegrond verklaard, maar de rechtbank laat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand, omdat eiser en zijn gemachtigde ervoor hebben gekozen niet ter zitting te verschijnen. De rechtbank oordeelt dat de zaak niet juridisch complex genoeg is om een toevoeging voor rechtsbijstand te rechtvaardigen, en dat eiser in staat is om zijn belangen zelf te behartigen. De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten en het griffierecht aan eiser.