ECLI:NL:RBOBR:2017:3334
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Y.S. Klerk
- L. Soeteman
- E.L. Benetreu
- Rechtspraak.nl
Administratieve loonsanctie en re-integratieverplichtingen in het bestuursrecht
In deze uitspraak van de Rechtbank Oost-Brabant, gedateerd 22 juni 2017, wordt een administratieve loonsanctie besproken die is opgelegd aan eiseres, een werkgever, door de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (verweerder). De zaak betreft de loondoorbetalingsverplichting van eiseres ten aanzien van een werknemer, W.H.W. Smits, die sinds 23 januari 2015 arbeidsongeschikt is na een bedrijfsongeval. Eiseres had de loondoorbetalingsverplichting met 52 weken verlengd tot 19 januari 2018, maar heeft verzuimd om een volledig re-integratieverslag in te dienen bij verweerder. Eiseres stelde dat de werknemer niet wilde meewerken aan zijn re-integratie, wat volgens haar een verontschuldiging zou moeten zijn voor het ontbreken van het verslag.
De rechtbank oordeelt dat de weigering van de werknemer om mee te werken aan de re-integratie geen geldige reden is voor eiseres om haar verplichtingen niet na te komen. De rechtbank stelt vast dat eiseres niet tijdig de gevraagde documenten heeft aangeleverd, zoals de evaluaties en medische informatie, en dat verweerder terecht de loonsanctie heeft opgelegd. Eiseres heeft in beroep aangevoerd dat verweerder niet voldoende heeft getoetst of haar omstandigheden een verontschuldiging opleverden, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder de argumenten van eiseres wel degelijk heeft meegewogen in zijn besluitvorming.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de beslissing van verweerder. Tevens wordt er geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.