In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 19 juni 2017 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een beroep dat is ingesteld door de gemachtigde van eisers, A. Öztürk. De eisers hadden eerder in de bezwaarfase een fiscaal compromis gesloten met de heffingsambtenaar van de gemeente Sint Anthonis, waarin zij expliciet hadden aangegeven geen beroep in te stellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de machtigingen die door Öztürk zijn overgelegd, dateren van vóór het sluiten van het compromis, en dat er geen nieuwe machtigingen zijn overgelegd, ondanks de gelegenheid die de rechtbank hiervoor had geboden. Hierdoor heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat niet voldaan is aan de vereisten voor het instellen van beroep zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank heeft de beroepen van eisers niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch.