1.1De rechtbank gaat uit van de volgende feiten. Vergunninghoudster is gevestigd op de locaties [adres 1] en [adres 2] in [woonplaats] . Voor de locatie [adres 1] is een omgevingsvergunning voor de activiteit milieu verleend op 3 december 2013. In de aanvraag voor deze omgevingsvergunning van 20 juli 2012 staat vermeld dat de activiteit in overeenstemming is met het bestemmingplan. De omgevingsvergunning van 3 december 2013 heeft betrekking op de volgende activiteiten:
- de maximale opslag van 90.000 ton puin en recyclinggranulaat;
- het overslaan en breken van 90.000 ton puin per jaar;
- het op- en overslaan en sorteren van 9.000 ton bouw- en sloopafval en 1.000 ton grof huishoudelijk afval;
- het op- en overslaan en zeven van niet-verontreinigde grond en grond van onbekende kwaliteit tot 30.000 ton per jaar;
- het samenstellen van 90.000 ton zand/grind/granulaten/cement/kalk/slakken per jaar;
- het overslaan van 54.000 ton toeslagstoffen en 27.000 ton cement, kalk en hydraulische slakken per jaar en de opslag tot 1.000 ton zand, 1.000 ton grind en 1.100 ton cement, kalk, hydraulische slakken en soortgelijke middelen;
- de op- en overslag van 350 ton asbest per jaar;
- de op- en overslag van 800 ton kunststoffen per jaar;
- de op- en overslag van 3.000 ton metalen per jaar;
- de op- en overslag van 1.250 ton bouw- en sloopafval-hout per jaar;
- de op- en overslag van 150 ton grof snoeihout per jaar;
- de op- en overslag van 500 ton bouwmaterialen per jaar;
- exploiteren aannemersbedrijf.
De inrichting bevat een IPPC-installatie. Bij de vergunningverlening heeft verweerder getoetst aan de BREF op- en overslag bulkgoederen. Verweerder heeft beoordeeld of voor de verlening van de vergunning een milieueffectrapportage moest worden opgesteld en heeft overwogen dat dit niet noodzakelijk wordt geacht.