Voor zover verzoekster hiermee wil betogen dat haar geen verwijt kan worden gemaakt, kan die omstandigheid bij de oplegging van een last onder dwangsom geen rol spelen. Er is bij de oplegging van een dergelijke last geen sprake van een bestraffende sanctie, maar van een herstelsanctie, gericht op het herstel van de overtreding.
Uit de brief van verweerder aan verzoekster van 2 augustus 2011 kan worden opgemaakt dat verzoekster bij diverse gelegenheden duidelijk is gemaakt dat permanente bewoning van haar recreatiewoning niet is toegestaan. Ook de verwijzing in de brief naar pagina 2 van de door verzoekster overgelegde koopovereenkomst laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Volgens de brief is op pagina 2 van die overeenkomst helder en duidelijk aangegeven dat de recreatiewoning volgens het geldende bestemmingsplan niet bestemd is voor permanente bewoning, maar uitsluitend als recreatiebedrijf met een recreatief doel, door personen die hun hoofdverblijf elders hebben.
Weliswaar heeft verzoekster, overigens eerst ter zitting, betwist deze brief te hebben ontvangen, maar zij heeft de hierin weergegeven constateringen, die verweerder ook heeft vermeld in zijn verweerschrift, niet gemotiveerd weersproken. Als in de koopovereenkomst de door verweerder bedoelde passage niet zou zijn opgenomen, zou zij dit hebben kunnen weerspreken door de koopovereenkomst te tonen.
De voorzieningenrechter acht het, gelet hierop, niet geloofwaardig dat verzoekster er ten tijde van de aanvang van de bewoning van de recreatiewoning niet van op de hoogte was dat permanente bewoning van deze woning niet was toegestaan.