ECLI:NL:RBOBR:2015:2744
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Toekenning en overgang naar een functie binnen het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie met betrekking tot de rol van Facility Manager
In deze zaak heeft de Rechtbank Oost-Brabant op 11 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, werkzaam als Facility Manager, en de korpschef van politie. De eiser had bezwaar gemaakt tegen de toekenning van de functie van gespecialiseerd medewerker C (schaal 9) binnen het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP). De rechtbank heeft vastgesteld dat de korpschef de uitgangspositie van de eiser voor de overgang naar een LFNP-functie had vastgesteld op de functie van Facility Manager, waarvoor de eiser geen rechtsmiddel had ingesteld. De rechtbank oordeelde dat de keuze van het vakgebied door de korpschef niet onjuist was en dat er geen sprake was van een onhoudbare match naar de functie binnen het vakgebied Gespecialiseerde Ondersteuning. De rechtbank verwierp het beroep van de eiser, die aanvoerde dat de programmadirecteur HRM niet bevoegd was om het bestreden besluit te nemen. De rechtbank concludeerde dat de bevoegdheid toekwam aan de directeur HRM, die ondermandaat had verleend aan de programmadirecteur. De rechtbank oordeelde verder dat de hardheidsclausule niet van toepassing was, omdat de omstandigheden van de eiser geen onbillijkheid van overwegende aard opleverden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.