Uitspraak
RECHTBANK OOST-BRABANT
[werkgever] Nederland B.V.,
Rechtbank Oost-Brabant
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Oost-Brabant, heeft een werknemer, hierna aangeduid als [werknemer], een deelgeschil aangespannen tegen zijn werkgever, [werkgever] Nederland B.V., naar aanleiding van een ongeval dat plaatsvond op 20 juni 2013. De werknemer, die werkzaam was als medewerker houtzagerij, raakte ernstig gewond toen hij over een hek klom om het bedrijfsterrein te verlaten. Het hek was ongeveer 2,30 meter hoog en had scherpe punten aan de bovenkant. De werknemer gebruikte een prullenbak als opstapje om over het hek te klimmen, wat resulteerde in het verlies van zijn ringvinger. De werknemer stelde dat de werkgever aansprakelijk was voor de schade die hij had geleden, omdat deze onvoldoende maatregelen had getroffen om de veiligheid van de werknemers te waarborgen, in strijd met artikel 7:658 van het Burgerlijk Wetboek.
De werkgever verweerde zich door te stellen dat de werknemer bewust roekeloos had gehandeld door over het hek te klimmen en dat de schade niet was geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden. De kantonrechter oordeelde echter dat het ongeval zich had voorgedaan in de directe werkomgeving van de werknemer en dat de werkgever niet had voldaan aan zijn zorgplicht. De rechter concludeerde dat de werkgever had moeten anticiperen op de mogelijkheid dat werknemers over het hek zouden klimmen, vooral gezien het feit dat er eerder incidenten waren geweest. De kantonrechter verklaarde de werkgever aansprakelijk voor de materiële en immateriële schade van de werknemer en begrootte de proceskosten op € 2.422,89, die de werkgever moest vergoeden aan de werknemer.