3.2 De kantonrechter oordeelde na bewijslevering dat [verweerster] genoegzaam heeft aangetoond dat zij de in artikel 7:658 lid 1 BW genoemde verplichtingen is nagekomen, en heeft de hiervoor onder 1 vermelde vordering van [eiser] afgewezen. De rechtbank heeft de vonnissen van de kantonrechter onder aanvulling van gronden bekrachtigd. Hetgeen de rechtbank daartoe overwoog, voorzover in cassatie van belang, kan als volgt worden samengevat.
a. Artikel 7:658 BW beoogt niet een absolute waarborg te scheppen voor de bescherming tegen gevaar. De werkgever dient ingevolge dit artikel die maatregelen te nemen die redelijkerwijs nodig zijn om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt. Wat van de werkgever in redelijkheid mag worden verwacht, hangt af van de omstandigheden van het geval. (rov. 4.6)
b. Volgens [verweerster] heeft [eiser] de machine verkeerd bediend. Zij heeft gesteld dat "Hetgeen [eiser] heeft gedaan - zijn hand steken in een onmogelijk kleine opening - (...) als zo onvoorzienbaar (werd) gehouden dat niemand daarop anders heeft kunnen anticiperen dan dat [verweerster] door middel van de instructies, de gebruiksaanwijzing en de sticker afdoende meende te hebben gedaan". De enkele omstandigheid dat het ten tijde van het ongeval voor [eiser] mogelijk was zijn hand in de desbetreffende richel te duwen, waarna zijn vingers in aanraking konden komen met de (bewegende) pers, levert volgens de rechtbank tegen deze achtergrond onvoldoende grond op voor aansprakelijkheid van [verweerster] ingevolge artikel 7:658 BW. De rechtbank verwierp daarom de eerste grief van [eiser], waarin deze betoogde dat [verweerster] niet aan haar verplichtingen had voldaan nu de machine ten tijde van het ongeval onveilig was omdat het op dat moment voor [eiser] mogelijk was zijn hand in de betreffende richel te duwen, waarna zijn vingers in aanraking konden komen met de (bewegende) pers. (rov. 4.6)
c. De rechtbank verwierp ook het betoog van [eiser], dat het "aspect van een onveilig werktuig (...) een risico (is) voor de werkgever, los van de vraag of hij een dergelijk gevaar had kunnen voorzien". Artikel 7:658 BW bevat in opzet een contractuele schuldaansprakelijkheid en geen risico-aansprakelijkheid. De omvang van de op de werkgever rustende verplichtingen is (derhalve) afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de voorzienbaarheid dat iemand zijn hand in de desbetreffende richel zou kunnen duwen. (rov. 4.8)
d. Anders dan [eiser] in zijn vierde grief mogelijk betoogt, heeft de kantonrechter niet geoordeeld dat [verweerster] heeft bewezen dat werknemers niet in contact konden komen met draaiende onderdelen, maar (slechts) dat de inrichting van de machine zodanig was dat het tenminste niet voorzienbaar was dat iemand zijn hand in de desbetreffende richel zou duwen. (rov. 4.9)
e. Uit de verklaringen van de in eerste aanleg gehoorde getuigen, bezien in samenhang met de overgelegde foto's van de machine, volgt dat de inrichting van de machine zodanig was dat niet voorzienbaar was dat iemand zijn hand in de desbetreffende richel zou kunnen duwen. De machine was voorzien van vele beschermkappen, een duidelijk aanwezige nood(stop)knop en waarschuwingsstickers. Zelfs indien men de op die stickers in letters gestelde waarschuwing niet, dan wel onvoldoende kon lezen, was de afbeelding op die stickers zodanig dat de bedoeling voor eenieder duidelijk moet zijn geweest.
f. Dat na het ongeval nog een extra beveiligingsstrip is aangebracht, betekent nog niet dat voor of ten tijde van het ongeval voorzienbaar was dat iemand zijn hand in de desbetreffende richel zou kunnen duwen.
g. Of al dan niet voorzienbaar was dat, áls iemand zijn hand in de litigieuze richel zou steken, dit zou leiden tot amputatie van vingers, is, anders dan [eiser] kennelijk meent, in dit kader niet relevant.
h. Uit de door [eiser] ter toelichting op de vierde grief aangevoerde omstandigheden volgt niet dat het voor [verweerster] voorzienbaar was dat iemand zijn hand in de richel zou kunnen duwen. (rov. 4.10)
i. Nu het voor [verweerster] niet voorzienbaar was dat iemand zijn hand in de desbetreffende richel zou kunnen duwen, kan in het midden blijven of [verweerster] [eiser] op zodanige wijze heeft geïnstrueerd dat deze wist, althans behoorde te weten, dat storingen aan machines alleen in samenwerking met de afdelingschef mochten worden verholpen, en dat hij nimmer zelfstandig, laat staan in een draaiende machine, mocht ingrijpen. (rov. 4.11)