ECLI:NL:RBOBR:2014:5203
Rechtbank Oost-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- F.M. Tadic
- Rechtspraak.nl
Gelijkheidsbeginsel en openbaarmaking van vertrekovereenkomsten van directeuren in het ambtenarenrecht
In deze zaak heeft eiser, werkzaam bij de provincie Zeeland, verzocht om een non-activiteitsuitkering op basis van het gelijkheidsbeginsel, gelijk aan het percentage dat twee directeuren ontvangen. De rechtbank heeft op 23 juli 2014 uitspraak gedaan in de enkelvoudige kamer van de Rechtbank Oost-Brabant. Eiser was aangesteld als werknemer en had zich aangemeld voor de Non-activiteitsregeling Zeeland 2013 (NAR), waarbij hij recht had op 70% van zijn salaris. Eiser verzocht om inzage in de vertrekregelingen van de twee directeuren, maar de rechtbank oordeelde dat het belang van de persoonlijke levenssfeer van de directeuren zwaarder weegt dan het belang van openbaarmaking. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van ongelijke behandeling, omdat de vertrekovereenkomsten van de directeuren niet op de NAR zijn gebaseerd. Eiser heeft ook schadevergoeding gevorderd wegens overschrijding van de redelijke termijn, maar de rechtbank oordeelde dat deze termijn niet was overschreden. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.