Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 10 april 2024;
- de akte overlegging producties 4 t/m 30 aan de zijde van [eiseres];
- de akte overlegging producties 4 t/m 22 aan de zijde van BML.
2.De feiten
Maltese Gaming Authorityvoor het aanbieden van onlinekansspelen. BML beschikt niet over een dergelijke vergunning in Nederland.
Terms and Conditions (V.2 DATED 22nd March 2017)”. Deze luiden (voor zover van belang) als volgt:
not resident in Afghanistan, Algeria, Angola, Australia, Austria, Bahrain, Belgium,
6.How you can play
27.Applicable law, jurisdiction and language
3.Het geschil
primair: dat de rechtbank voor recht verklaart dat de kansspelovereenkomst die is gesloten tussen [eiseres] en BML nietig is dan wel dat de rechtbank deze vernietigt, en dat BML zal worden veroordeeld om aan [eiseres] een bedrag van € 119.634,36 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de data van storting;
subsidiair: dat de rechtbank voor recht verklaart dat BML onrechtmatig heeft gehandeld jegens [eiseres], althans toerekenbaar is tekortgeschoten jegens [eiseres], althans zich schuldig heeft gemaakt aan oneerlijke handelspraktijken wegens de in het lichaam van de dagvaarding genoemde gedragingen, dat de rechtbank voor recht verklaart dat BML verplicht is om de door deze gedragingen geleden schade te vergoeden aan [eiseres], en dat de rechtbank BML veroordeelt tot betaling van € 119.634,36;
meer subsidiair: dat de rechtbank BML veroordeelt tot vergoeding van schade, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
nog meer subsidiair: dat de rechtbank voor recht verklaart dat de kansspelovereenkomst door dwaling aan de zijde van [eiseres] tot stand is gekomen, dat de rechtbank de kansspelovereenkomst vernietigt en dat de rechtbank BML veroordeelt tot ongedaanmaking van de gevolgen door betaling van € 119.634,36 aan [eiseres], althans om het door [eiseres] geleden nadeel op te heffen door terugbetaling van de geleden verliezen alsook ander nadeel.
4.De beoordeling
Formele kwesties
nietis toegestaan. Uit het voorgaande blijkt dat BML kennelijk onderscheid heeft gemaakt tussen landen waarop zij zich niet richt en landen waarop zij zich juist wel richt, en dat Nederland kennelijk tot de laatstgenoemde behoort.
zonder vergunning. Van enige beperking tot bepaalde vormen van kansspelen blijkt niet uit de bepaling, uit jurisprudentie van de Hoge Raad [3] blijkt dat doel en strekking van artikel 1 van de Wok nopen tot een ruime uitleg van het begrip “gelegenheid geven” en dat dit ook omvat -kort gezegd- het aanbieden van kansspelen in Nederland via internet, waarbij het reeds voldoende is dat de deelname vanuit Nederland niet middels software (zgn.
geoblocking) onmogelijk wordt gemaakt.
verbodom gelegenheid te bieden voor kansspelen wanneer daarvoor geen vergunning is verleend. En uit artikel 36 Wok volgt dat overtreding van artikel 1 lid 1 onder a van de Wok bovendien een strafbaar feit oplevert in de zin van de Wet op de Economische Delicten.
het reguleren en beheersen van kansspelen, met bijzondere aandacht voor het tegengaan van gokverslaving, het beschermen van de consument en het tegengaan van illegaliteit en criminaliteit”. Later wordt dit herhaald [7] : “
Sinds jaar en dag beoogt het kansspelbeleid – door het reguleren en beheersen van kansspelen – het tegengaan van kansspelverslaving, het beschermen van de consument en het tegengaan van illegaliteit en criminaliteit”. In de Memorie van Toelichting bij de wetswijziging van de Wok waarbij de Ksa is opgericht [8] wordt eveneens verwezen naar deze hoofddoelen.
De Wet op de kansspelen strekt ertoe een legaal alternatief te bieden voor illegale kansspelen en zo de goklust in goede banen te leiden. Verwacht wordt dat de potentiële deelnemer zich door het betrouwbare karakter naar verwachting primair zal richten op het legale aanbod, in plaats van het illegale en/of buitenlandse aanbod van kansspelen. De speler heeft bij het legale aanbod de garantie dat sprake is van een eerlijk spelverloop en dat in geval van winst de prijs uitgekeerd zal worden”.
zondervergunning kennelijk zonder rechtsgevolg heeft willen laten. Deze gedachte wordt bovendien versterkt door het volgende. Bij de invoering van het nieuwe (huidige) Boek 7 BW was aanvankelijk het voornemen om het toenmalige titel 16 van Boek 7A (waar artikel 7A:1825 BW deel van uitmaakte) onder te brengen in een titel 16 inzake kansspelen en andere spelen in het nieuwe Boek 7, maar dat werd niet nodig geacht met het oog op de herziening van de Wet op de kansspelen. De toenmalige Minister van Justitie gaf op vragen van het CDA aan [10] : “
Hierbij is van belang dat kansspelen ingevolge de Wet op de kansspelen verboden zijn, tenzij een vergunning is verleend. Van dit verbod zijn ingevolge artikel 2, aanhef en onder a, van de wet uitgezonderd kansspelen die noch voor het publiek zijn opengesteld, noch bedrijfsmatig worden gegeven. Hieruit volgt enerzijds dat in afwijking van artikel 7.16.1 lid 1 verbintenissen uit krachtens de Wet op de kansspelen toegestane kansspelen in rechte afdwingbaar zijn. Anderzijds volgt daaruit dat krachtens deze wet verboden overeenkomsten van kansspelen ingevolge artikel 3:40 lid 2 BW nietig zijn, zodat ook weer in afwijking van artikel 7.16.1 lid 1 hetgeen vrijwillig is voldaan wel teruggevorderd kan worden. Omdat thans alle kansspelen onder de werking van de Wet op de kansspelen vallen, heeft titel 7.16 dan ook geen betekenis”. De wetgever is er derhalve kennelijk vanuit gegaan dat een kansspelovereenkomst zonder vergunning nietig is [11] .
verliesals gevolg van latere maatschappelijke ontwikkelingen. Hier zal de rechtbank verderop in dit vonnis nader op ingaan. De andere zaken waar BML onder randnummers 98 en 108 van de Conclusie van Antwoord aan refereert [13] gingen over aandelenlease, waarbij werd aangevoerd dat leaseovereenkomsten nietig zijn op grond van strijdigheid met de Wok, welk beroep (in een reeks van arresten in vergelijkbare zaken) telkens door het gerechtshof is verworpen omdat het bij dergelijke overeenkomsten niet ging om het mededingen naar prijzen als bedoeld in de Wok maar om huurkoop van certificaten. In 2015 heeft het gerechtshof daar als overweging ten overvloede aan toegevoegd dat de Wet op de kansspelen bovendien niet de strekking heeft om de geldigheid aan te tasten van met die wet strijdige rechtshandelingen, zodat art. 3:40 lid 2 BW daarop niet van toepassing is. Deze overweging wordt in de latere arresten in aandelenleasezaken steeds weer meegenomen in het rijtje met “vaste” uitgangspunten bij de beoordeling van aandelenleasezaken, terwijl in geen van de arresten wordt gemotiveerd hoe het gerechtshof tot zijn overweging op dit punt is gekomen en het klaarblijkelijk ook niet de dragende overweging was om te oordelen dat aandelenleaseovereenkomsten niet onder de Wok vallen. Tot slot heeft BML nog verwezen naar een uitspraak van de rechtbank Amsterdam [14] , maar ook daarin gaat de rechtbank niet mee omdat deze uitspraak geen betrekking heeft op artikel 1 lid 1 onder a Wok maar op een andere bepaling uit de Wok van een wezenlijk andere aard.
niette delen.
het aanbieden van kansspelen via internetin brede lagen van de samenleving niet meer als maatschappelijk onwenselijk, illegaal of strafwaardig wordt ervaren en dan ook door de overheid wordt
zonder vergunning van de Ksa. Het is immers de afwezigheid van een vergunning die bepalend is voor de vraag welke rechtshandelingen strijdig zijn met artikel 1 lid 1 onder a Wok, zodat een eventueel strekkingsverlies ook op dat aspect betrekking moet hebben.
dat het aanbieden van kansspelen op internet zonder vergunning naar algemeen aanvaarde professionele of maatschappelijke normen toelaatbaar of juist wordt geacht, ook niet als de prioriteringscriteria van de Ksa in acht zouden worden genomen”. Zonder dit arrest uit zijn strafrechtelijke context in één specifieke strafzaak te tillen, levert dit naar het oordeel van de rechtbank wel een aanwijzing op dat het aanbieden van onlinekansspelen zonder vergunning nog wel maatschappelijk onwenselijk, illegaal en strafwaardig wordt ervaren.
nietprioriteren nog altijd illegaal handelen. Die externe communicatie vond plaats zowel in het gepubliceerde handhavingsbeleid als in brieven die rechtstreeks aan kansspelaanbieders werden verstuurd, zoals bijvoorbeeld in de brief van 17 juni 2017 aan BML.
“Het feit dat aanbieders niet aan de prioriteringscriteria voldoen, betekent niet dat deze aanbieders per definitie vrijgesteld zijn van handhavend optreden van de kansspelautoriteit. Zo heeft de kansspelautoriteit in samenwerking met de landelijke divisie recherche al opgetreden tegen een aanbieder die niet onder de prioriteringscriteria viel.”
178,00(plus € 92,00 in geval van betekening)