ECLI:NL:RBNNE:2024:5149

Rechtbank Noord-Nederland

Datum uitspraak
23 december 2024
Publicatiedatum
6 januari 2025
Zaaknummer
11084191 BU 24-929, 11094426 BU 24-993 & 11126086 BU 24-1053
Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestuursrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften en de rol van ambtenaren bij demonstraties

Op 23 december 2024 heeft de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, een mondelinge uitspraak gedaan in drie zaken die betrekking hebben op de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). De zaken zijn ingediend door betrokkene, vertegenwoordigd door mr. I.N.D.J. Rissema van Fixiq Legal. Betrokkene ontkent dat hij een kruispunt heeft geblokkeerd tijdens een demonstratie, en stelt dat hij op aanwijzing van ambtenaren op die plek is gaan staan. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de beroepsgrond van betrokkene niet slaagt, omdat er geen bewijs is dat een ambtenaar hem heeft opgedragen het kruispunt op te rijden en daar stil te staan. De kantonrechter concludeert dat betrokkene zelf verantwoordelijk is voor zijn gedragingen en dat deze gedragingen zijn vastgesteld.

In de zaken werd ook aangevoerd dat betrokkene ten onrechte niet is staande gehouden. De kantonrechter oordeelt dat de verbalisanten geen staandehouding hebben verricht om escalaties te voorkomen, gezien de grimmige situatie tijdens de demonstratie. De politie was enkel aanwezig om toezicht te houden. De kantonrechter bevestigt dat de keuze om geen staandehouding te verrichten, gezien de omstandigheden, gerechtvaardigd was. De sancties die aan betrokkene zijn opgelegd, worden niet gematigd of vernietigd, en de beroepen worden ongegrond verklaard. De proceskosten komen niet voor vergoeding in aanmerking.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
beschikkingsnummers: [nummer 1], [nummer 2] & [nummer 3]
zaaknummers: 11084191 BU 24-929, 11094426 BU 24-993 & 11126086 BU 24-1053
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraken gedaan ter openbare zitting van 23 december 2024 in de beroepen inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv), ingediend door

[betrokkene] (hierna: betrokkene),

wondende in [woonplaats]
(gemachtigde: mr. I.N.D.J. Rissema, Fixiq Legal).
Zitting hebben
als kantonrechter : mr. P.G. Wijtsma
als griffier : mr. W.B. Jongsma
Gemachtigde en betrokkene zijn niet op de zitting verschenen. Als vertegenwoordigster van de officier van justitie is verschenen mr. S. Bayram.
De verweten gedragingen betreffen:
  • ‘signalen geven in een ander geval of op andere manier dan mag’, verricht op 17 januari 2023, om 10:29 uur, locatie: Blokhuisplein in Leeuwarden, met een personenauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 159,00 (inclusief administratiekosten);
  • ‘een kruispunt blokkeren’, verricht op 24 januari 2023, om 14:37 uur, locatie: Bornholmstraat in Groningen, met een personenauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 259,00 (inclusief administratiekosten);
  • ‘signalen geven in een ander geval of op andere manier dan mag’, verricht op 24 januari 2023, om 14:55 uur, locatie: Sint Jansstraat in Groningen, met een personenauto, met kenteken [kenteken]. De opgelegde sanctie bedraagt € 159,00 (inclusief administratiekosten).
Vanwege de onderlinge samenhang van de zaken vindt de behandeling van de beroepen gevoegd plaats en doet de kantonrechter één uitspraak.
Betrokkene ontkent dat hij het kruispunt heeft geblokkeerd. Hij is op aanwijzing van de aanwezige ambtenaren op deze plek gaan staan. Aanwijzingen gaan boven verkeersregels en verkeerstekens. De overige gedragingen worden niet betwist. Verder voert gemachtigde in alle zaken aan dat betrokkene ten onrechte niet is staande gehouden. Hij verzoekt ten slotte om vergoeding van de proceskosten.
De kantonrechter sluit het onderzoek in de drie zaken en doet onmiddellijk mondeling uitspraak. Hij overweegt daarbij als volgt:
De beroepsgrond dat betrokkene op aanwijzing van de aanwezige ambtenaren het kruispunt heeft geblokkeerd, slaagt niet. De kantonrechter ziet in het niet nader onderbouwde verweer geen aanleiding te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Volgens deze verklaring reed betrokkene de kruising op, waarna hij daar tot stilstand kwam en het kruisende verkeer hinderde door de vrije doorgang te versperren. Dat de demonstratie van “de grote leugenroute” op aanwijzing van ambtenaren zou hebben stil gestaan doet hier niet aan af. Gemachtigde heeft niet aannemelijk gemaakt dat een ambtenaar betrokkene heeft opgedragen het kruispunt op te rijden en daar stil te staan. Het besluit van betrokkene om midden op het kruispunt stil te staan komt voor zijn eigen rekening en risico. Voldoende kan worden vastgesteld dat deze gedraging is verricht.
De overige twee gedragingen betwist betrokkene niet. Daarom kunnen ook deze worden vastgesteld. Vervolgens is de vraag of er feiten en omstandigheden zijn die aanleiding geven tot wijziging van de sancties.
De beroepsgrond in de drie zaken dat betrokkene ten onrechte niet is staande gehouden slaagt ook niet. De gedragingen zijn terecht aan de kentekenhouder van het voertuig opgelegd. Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
In de zaak met CJIB-nummer [nummer 1] verklaart de verbalisant dat geen staandehouding heeft plaatsgevonden omdat betrokkene in een stoet van een demonstratie reed. Daarnaast geeft hij aan dat het boerenprotest grimmig was, waarop hij besloot om geen staandehouding te doen om escalaties te voorkomen. In de zaak met CJIB-nummer [nummer 2] heeft volgens de verbalisant geen staandehouding plaatsgevonden omdat het voertuig zich bevond in een demonstratie van de “de grote leugenroute”. De demonstratie werd niet begeleid door de politie. Die was alleen aanwezig om te monitoren. Van tevoren werd aangegeven in verband met escalatie geen staandehouding te verrichten.
Uit deze verklaringen van de ambtenaren blijkt dat deze betrokken waren bij de begeleiding van de deelnemers aan een demonstratie en dat er voor was gekozen om zich tijdens deze demonstratie te beperken tot het houden van toezicht om escalatie te voorkomen. Deze keuze, waarin besloten ligt dat niet tot staandehouding wordt overgegaan bij het vaststellen van mogelijke verkeersovertredingen, leent zich slechts voor een uiterst terughoudende toetsing door de rechter. De hier gemaakte keuze kan die toetsing in het licht van de geschetste omstandigheden doorstaan. [1]
In de zaak met CJIB-nummer [nummer 3] verklaart de verbalisant dat hij werkzaam was als lid van de aanhoudingseenheid. Hij was hier aanwezig in verband met een boerenprotest en zat als chauffeur van het groepsvoertuig dat was geparkeerd aan de zuidelijke kant van het provinciehuis. De verbalisant deed op dat moment de verbindingen in het voertuig tussen zijn groepscommandant en de sectiecommandant van de Mobiele Eenheid. Daarom was hij niet in staat om betrokkene staande te houden.
Uit deze verklaring van de ambtenaar blijkt dat geen staandehouding heeft plaatsgevonden omdat hij als lid van de Mobiele Eenheid belast was met de handhaving van de openbare orde. Het is de kantonrechter ambtshalve bekend dat een lid van de Mobiele Eenheid wordt ingezet voor een specifieke taak en onder commando staat van een leidinggevende. [2] Het is niet wenselijk en toegestaan om zich te onttrekken aan het peloton of de groep. Dat maakt dat er geen reële mogelijkheid was om de bestuurder staande te houden voor een verkeersovertreding.
Ten slotte ziet de kantonrechter geen aanleiding om in deze zaken de sancties te matigen of te vernietigen.
Hij verklaart de beroepen ongegrond. De proceskosten in deze zaken komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Waarvan proces-verbaal,
griffier, kantonrechter,

Rechtsmiddel

Als u het met de beslissing op uw beroep niet eens bent, dan kunt u binnen zes weken na de hieronder vermelde datum van toezending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het
gerechtshof Arnhem - Leeuwarden, maar alleen als:
a. de u opgelegde administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt, of
b. uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u geen (of niet op tijd) zekerheid heeft gesteld.
Het (hoger) beroepschrift moet worden ingediend bij de rechtbank Noord-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, locatie Groningen (Postbus 150, 9700 AD Groningen). U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het (hoger) beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.
Afschrift verzonden aan partijen op:

Voetnoten

1.Vgl. het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden van 5 januari 2024 (ECLI:NL:GHARL:2024:96).
2.Vgl. het arrest van het hof Arnhem-Leeuwarden van 30 mei 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:4556).