ECLI:NL:GHARL:2024:96

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Datum uitspraak
5 januari 2024
Publicatiedatum
5 januari 2024
Zaaknummer
Wahv 200.328.499/01
Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursstrafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • M. van Schuijlenburg
  • A. Pullens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) en de rol van de ambtenaar bij toezicht op demonstraties

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag, waarbij de kantonrechter het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond heeft verklaard. De zaak betreft een sanctie die aan de betrokkene is opgelegd als kentekenhouder, naar aanleiding van een gedraging die plaatsvond tijdens een demonstratie op 30 januari 2022. De ambtenaar die toezicht hield op de demonstratie heeft ervoor gekozen om geen staandehouding van de bestuurder van het voertuig uit te voeren, omdat de instructie was om de stoet te observeren en niet in te grijpen. De gemachtigde van de betrokkene heeft in hoger beroep aangevoerd dat de ambtenaar had moeten overgaan tot staandehouding, omdat de stoet langere tijd stilstond aan de zijkant van de weg. Het hof oordeelt dat de keuze van de ambtenaar om geen staandehouding uit te voeren, gezien de omstandigheden van de demonstratie, kan worden doorstaan door een uiterst terughoudende toetsing. Het hof bevestigt de beslissing van de kantonrechter en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer
: Wahv 200.328.499/01
CJIB-nummer
: 247247396
Uitspraak d.d.
: 5 januari 2024
Arrestop het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Den Haag van 3 mei 2023, betreffende

[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),

wonende te [woonplaats] .
De gemachtigde van de betrokkene is M.J.M. Bergers, kantoorhoudende te Maastricht.

De beslissing van de kantonrechter

De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard. Het verzoek om een proceskostenvergoeding is afgewezen.

Het verloop van de procedure

De gemachtigde van de betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter. Er is gevraagd om een proceskostenvergoeding.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen een verweerschrift in te dienen. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.

De beoordeling

1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd
van € 250,- voor: “doorgaan bij een driekleurig verkeerslicht (stoplicht) dat op rood staat”. Deze gedraging zou zijn verricht op 30 januari 2022 om 12:00 uur op de Wippolderlaan in Wateringen
met het voertuig met het kenteken [kenteken] .
2. De gemachtigde van de betrokkene voert aan dat staandehouding van de bestuurder van
het voertuig in dit geval heel goed mogelijk was. De ambtenaar geeft aan dat is afgezien van staandehouding omdat de instructie was de stoet waarin de betrokkene reed te observeren en te bekijken waar deze naartoe ging. De stoet heeft na het vaststellen van de gedraging echter langere tijd stilgestaan aan de zijkant van de weg. Dat zou een uitgelezen kans zijn geweest om de bestuurder van het voertuig aan te spreken en dat betekent dat de ambtenaar tot staandehouding had behoren over te gaan. Daarnaast verklaart de ambtenaar dat bij aanvang van de rit aan de betrokkene is medegedeeld dat de deelnemers zelfstandig door het verkeer dienden te navigeren, maar dit is niet het geval geweest.
3. Uit artikel 5 van de Wahv volgt het uitgangspunt dat wanneer een gedraging wordt geconstateerd, de ambtenaar de bestuurder staande houdt en zijn identiteit vaststelt, zodat hem een sanctie kan worden opgelegd. Slechts wanneer er geen reële mogelijkheid is geweest om de identiteit van de bestuurder vast te stellen, mag de sanctie aan de kentekenhouder worden opgelegd.
4. In het zaakoverzicht verklaart de betrokken ambtenaar als volgt:
“Reden geen staandehouding: voertuig was deelnemer aan een truckerskonvooi. Ik kon dit betrokken voertuig niet veilig stilhouden.”
5. In het op 8 april 2022 opgemaakte aanvullend proces-verbaal verklaart de ambtenaar als volgt - zakelijk weergegeven -:
De betrokkene nam deel aan een onaangekondigde demonstratie en maakte deel uit van een “Truckers Konvooi Ride for Freedom”. Onze opdracht van de officier van dienst was om toezicht te houden op de stoet en niet in te grijpen. De reden dat er geen staandehouding heeft plaatsgevonden lag in deze opdracht.
6. Uit voor een ieder te raadplegen openbare bronnen komt naar voren dat er op 30 januari 2022 op een groot aantal plaatsen in Nederland mensen in auto’s, vrachtwagens en tractoren in een ‘vrijheidskonvooi’ reden. Door Freedom Convoy Nederland was een landelijke oproep gedaan om een rondje door de provincie te gaan ‘toeren’ en daarbij was ‘iedereen op wielen’ welkom. Er werd die dag geprotesteerd tegen de coronamaatregelen op een moment dat het draagvlak onder de bevolking voor die maatregelen aanzienlijk was afgenomen.
7. Uit de hiervoor weergegeven verklaring van de ambtenaar blijkt dat deze betrokken was bij de begeleiding van de deelnemers aan deze demonstratie en dat er voor was gekozen om zich tijdens deze demonstratie te beperken tot het houden van toezicht. Deze keuze, waarin besloten ligt dat niet tot staandehouding wordt overgegaan bij het vaststellen van mogelijke verkeersovertredingen, leent zich slechts voor een uiterst terughoudende toetsing door de rechter. De hier gemaakte keuze kan die toetsing in het licht van de geschetste omstandigheden doorstaan.
8. Aan het standpunt dat de betrokkene niet zou zijn medegedeeld dat de deelnemers aan de demonstratie zelfstandig door het verkeer dienden te navigeren, heeft de gemachtigde geen gevolgen verbonden voor de inleidende beschikking. Het hof ziet die ook niet.
9. Hetgeen is aangevoerd treft geen doel. Het hof zal de beslissing van de kantonrechter daarom bevestigen. Er is geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

De beslissing

Het gerechtshof:
bevestigt de beslissing van de kantonrechter;
wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Pullens als griffier, en op een openbare zitting uitgesproken.