ECLI:NL:RBNNE:2024:4739
Rechtbank Noord-Nederland
- Tussenuitspraak
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake bestuurlijke boete voor overtreding van de Meststoffenwet
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Groningen, wordt het beroep van eiser tegen een bestuurlijke boete van € 22.683,- beoordeeld. De boete is opgelegd door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur voor het overschrijden van de gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen. De rechtbank behandelt de zaak op 4 september 2024, waarbij eiser en zijn gemachtigde, evenals de gemachtigden van de minister, aanwezig zijn. De minister had eerder een boete van € 47.732,- opgelegd, maar deze is gematigd na bezwaar van eiser.
De rechtbank stelt vast dat de minister ten onrechte twee bedrijven als één heeft beoordeeld voor de toepassing van de Meststoffenwet. Eiser betoogt dat de bedrijven, gelegen op verschillende adressen, niet als één bedrijf kunnen worden beschouwd. De rechtbank overweegt dat de minister de locaties als één bedrijf heeft aangemerkt op basis van verwevenheid van de productie-eenheden. De rechtbank concludeert dat de minister de locaties terecht als één bedrijf heeft aangemerkt, maar geeft de minister de gelegenheid om gebreken in het besluit te herstellen, met betrekking tot de vaststelling van de oppervlakte landbouwgrond van bepaalde percelen.
De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep, waarbij ook de proceskosten en het griffierecht nog niet zijn vastgesteld. De minister moet binnen twee weken meedelen of hij gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen, en heeft zes weken de tijd om dit te doen. De uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, en is openbaar uitgesproken op 26 november 2024.