Uitspraak
[eiser] , uit [woonplaats] ,[eiseres] , uit [woonplaats] , eisers
de inspecteur van de Belastingdienst Midden- en kleinbedrijf, kantoor Almere,de inspecteur
Inleiding
Feiten
- De koopprijs voor de geleverde grond bedraagt
- Verkoper mag de verkochte grond gedurende een maximale periode van 73 maanden gebruiken zonder dat hij een vergoeding voor het gebruik verschuldigd is.
- Indien na de 73 maanden de verkochte grond nog voor agrarische doeleinden kan worden gebruikt, zal de koper het voortgezette agrarische gebruik toestaan tot uiterlijk 1 januari 2012. Hiervoor zal een pachtovereenkomst gesloten worden.
- Koper is verplicht een aanvullende koopprijs te betalen indien de feitelijke exploitatie van de verkochte grond door verkoper beëindigd moet worden als gevolg van bestemmingswijziging naar woningbouw.
- De aanvullende koopprijs bedraagt in dat geval
- De aanvullende koopprijs wordt geïndexeerd op basis van de waardestijgingen van met het verkochte vergelijkbare gronden in de Gemeente [woonplaats] . Deze waardestijgingen zullen worden gemaximeerd tot de waardestijgingen van de bestaande woningbouw in de Gemeente [woonplaats] .
- De verplichting tot betaling van een aanvullende koopprijs komt van rechtswege te vervallen uiterlijk op 1 januari 2012. Dit tenzij op dat moment voorzienbaar is, dat de bebouwing korte tijd daarna zal plaatsvinden en het aan een handelen of nalaten van de koper te wijten is dat de bebouwing niet voor die datum is aangevangen.
f2.550.000 én de voorwaardelijke nabetaling voor een bedrag van
f4.950.000 (15.00.00 hectare x
f33 per centiare) tot de winst uit zijn onderneming gerekend. Ter zake van beide bedragen heeft [eiser] in zijn aangifte de landbouwvrijstelling toegepast.
In verband met de afhandeling van het ingediende bezwaarschrift hebben wij op 27 april 2005 een slotbespreking gevoerd met betrekking tot de hoogte van het pachtersvoordeel en de waardering van de eventuele toekomstige nabetaling van de verkochte grond aan [Y] B.V..
- De eventuele toekomstige vordering wordt vastgesteld op een vaste waarde van f 1.050.000;
- Er wordt voor 2012 niet afgewaardeerd op deze vordering en
- Indien de aanvullende verplichting tot betaling van artikel 8 van de verkoopovereenkomst in werking treed, wordt de vaste waarde van f 1.050.000 in mindering gebracht op de aan te geven belaste verkoopwinst.
f1.050.000) geactiveerd.
Geschil en standpunten van partijen
Beoordeling door de rechtbank
- in de brief met zoveel woorden gesproken wordt van een ’eventuele toekomstige vordering’ die ziet op het voorwaardelijke deel van koopprijs (de ‘eventuele toekomstige nabetaling’);
- partijen de waarde van die
- partijen afspreken dat die vaste waarde in mindering komt op de aan te geven belaste verkoopwinst.
f1.050.000 vastgezette waarde van de vordering tot 2012 niet zou wijzigen. De bedoeling was dat de waarde op een absoluut bedrag bleef staan tot 2012, dus geen oprenting of indexering en ook geen afwaardering, uit welken hoofde dan ook.
take it or leave it-deal was: [eiser] kon akkoord gaan met
f1.050.000 onbelaste winst, onder de voorwaarde dat als het meer zou worden, dat meerdere dan belast zou zijn. Kijkend naar de stand van de jurisprudentie ten tijde van het sluiten van de vaststellingsovereenkomst [1] , kan de rechtbank zich goed voorstellen dat beide partijen zich hierin konden vinden. Op deze manier voorkwamen partijen lastige discussies in de
toekomstover de juistheid van de schatting van de winst in het
verleden. Beide partijen kochten de onzekerheid daarover als het ware af. De voorwaarden onder de gedachtestreepjes zijn er dus op gericht geweest om de eventuele onbelaste, extra winst qua omvang op voorhand ‘vast te klikken’ en daarmee (dus) ook waarde van de daarmee samenhangende vordering per 2000 definitief vast te stellen op een bedrag van
f1.050.000. [2]
lagereof
geenopbrengst zou worden gehaald. Partijen hebben afgesproken dat als de opbrengst
hogeris dan de vaste waarde,
alleenhet
meerderebelast is (zie het derde gedachtestreepje). Daaruit volgt niet a contrario dat afwaardering van de vordering die samenhangt met het afgesproken vrijgestelde winstdeel tot een aftrekbaar verlies zou leiden. De rechtbank is aldus van oordeel dat de afspraak dat niet voor 2012 wordt afgewaardeerd op de vordering, niet a contrario betekent dat partijen afgesproken hebben dat vanaf 2012 wél in de belaste sfeer kan worden afgewaardeerd op het afgesproken bedrag.
oudelandbouwvrijstelling van toepassing.