Uitspraak
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 5 april 2024 in de zaak tussen
[eiser], uit [plaats], eiser
Instituut Mijnbouwschade Groningen, het Instituut
Inleiding
Procesverloop
Vervolgens is door de Arbiter bodembeweging op 14 september 2018 een schouw gehouden, waarbij een vaststellingsovereenkomst is gesloten. Deze bevat onder meer de volgende tekst:
“NAM betaalt aan de eigenaar een bedrag van € 12.000,00 conform het aanbod van 30 mei 2018. (…) Eventuele scheuren in de muren achter het stucwerk, verergering van schade en verzakking wordt beschouwd als nieuwe schade en vallen buiten het bereik van deze overeenkomst.”
“vloeren gescheurd en verzakt (…) binnenmuren verzakt en gescheurd.”
“De ongelijke zetting en verzakking van de betonnen vloer wordt veroorzaakt door de inklinking van de slappe ondergrond hetgeen geen verband heeft met mijnbouwactiviteit. Of de gebreken mogelijk verergerd zijn door mijnbouwactiviteit is niet voor 100% uit te sluiten. De betonvloer zal om bovengenoemde reden vervangen moeten worden.”
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.