ECLI:NL:RBNNE:2023:1156
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de hoogte van het dagloon op basis van de Wet WIA en het Dagloonbesluit
In deze uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland, gedaan op 24 maart 2023, wordt het beroep van eiser tegen de vaststelling van zijn dagloon door het Uwv beoordeeld. Eiser, die na zijn terugkeer uit Australië in juni 2019 niet als starter of herintreder kan worden aangemerkt, heeft bezwaar gemaakt tegen de hoogte van zijn dagloon, vastgesteld op € 39,84. De rechtbank oordeelt dat het Uwv de dwingendrechtelijke regels van het Dagloonbesluit correct heeft toegepast. Eiser heeft in de referteperiode, die loopt van 1 september 2018 tot 31 augustus 2019, een ZW-uitkering ontvangen, waardoor hij niet voldoet aan de voorwaarden voor de startersregeling. De rechtbank wijst erop dat de strikte toepassing van de dagloonregels niet onevenredig is, ondanks de nadelige gevolgen voor eiser. Het beroep op het evenredigheidsbeginsel slaagt niet, en de rechtbank concludeert dat het Uwv geen reden had om van de regels af te wijken. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank bevestigt de beslissing van het Uwv.