ECLI:NL:RBNNE:2022:4617
Rechtbank Noord-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding voor fysieke schade door bodembeweging als gevolg van mijnbouwactiviteiten in Groningen
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Noord-Nederland het beroep van eisers tegen de beslissing van het Instituut Mijnbouwschade Groningen over de vergoeding van fysieke schade aan hun woning, veroorzaakt door bodembeweging door mijnbouwactiviteiten. De eisers, eigenaren van een woning gebouwd in 1915, hadden een schadevergoeding van € 30.309,77 aangevraagd, welke door verweerder was toegekend. Echter, in het bestreden besluit werd het bezwaar van eisers ongegrond verklaard. De rechtbank heeft de zaak op 14 november 2022 behandeld, waarbij deskundigen van beide partijen aanwezig waren.
De rechtbank stelt vast dat de woning van eisers zich in een gebied bevindt dat beïnvloed wordt door bodembeweging door gaswinning uit het Groningenveld. Het bewijsvermoeden van artikel 6:177a BW is van toepassing, wat betekent dat verweerder moet aantonen dat de schade niet het gevolg is van deze bodembeweging, maar van een andere evidente en autonome oorzaak. De rechtbank concludeert dat verweerder hierin niet is geslaagd, omdat de door verweerder aangevoerde oorzaken speculatief zijn en onvoldoende onderbouwd.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover het betreft schade 10 en bepaalt dat verweerder een vergoeding van € 9.271,31 exclusief BTW aan eisers moet betalen, te vermeerderen met wettelijke rente. Daarnaast moet verweerder het griffierecht en de proceskosten aan eisers vergoeden. De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit op andere punten in stand blijft, maar dat er een motiveringsgebrek is in de beslissing over de herstelmethoden van de schade.